Jongens avondgebed
Bewaar ons in den nacht, o Heer
en leer ons voor de zonde vreezen
laat gauw mijn zeere knie genezen
en maak het morgen heel mooi weer
— en zegen lieve Corrie, Heer.
Mei-vitaliteit
De kamerplant voor ’t raam bloeit zeer verblijd,
een kuische schoone zit haar sprei te haken,
eendvogels kwaken uit hun eenzaamheid
en op de boerderij antwoordt de jongste meid,
ik rek mijn armen, dat mijn ribben kraken.
Prae-destinatie
De klok in de parochie slaat half drie,
een laatste zoen, en zie: de maan gaat onder,
uit ’t moer stijgt een gebroken melodie,
ik zit en luister peinzend op den vlonder;
als dit nu alles is vannacht … Uw wil geschiê.
Anita petita
Zij is vijf jaar, een kleine blonde vrouw;
haar vader noch haar moeder lezen
in haar hun trekken terug — het eigen wezen
groeit bij dit kind zoo sterk uit plooi en vouw
dat wij de vreemde die zij is, reeds vreezen.
A.J.D. van Oosten (1898-1968)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter