Geschiedenis van het Nederlands in 100 literaire werken (11)
Lutgardis van Tongeren (1182 – 1246) was een belangrijke dertiende-eeuwse mystica en non. Haar leven werd al vrij snel na haar dood in het Latijn beschreven door de dominicaan Thomas van Cantimpré. De Nederlandse bewerking is mogelijk eveneens van een zeer geleerde monnik Willem van Affligem (1220-1297): zijn Leven van St. Lutgart is een gigantisch, ruim 20.000 elegante verzen tellend gedicht, waarvan overigens een belangrijk deel verloren is gegaan.
Lutgart werd onder andere de patroonheilige van de Vlaamse beweging. Het ook door Van Afflighem (als hij het was) beschreven verhaal wil dat men haar abdis wilde maken, en dat zij zich hiertegen verzette. Maria kwam toen uit de hemel om haar gerust te stellen: de Heilige Moeder zou er zelf voor zorgen dat Lutgart geen Frans zou verstaan, en daardoor zou iedereen begrijpen dat ze ongeschikt was voor een leidinggevende positie in een gebied dat indertijd waarschijnlijk net over de taalgrens lag. Lutgart is daarmee wel een wat paradoxale schutspatroon voor een politieke beweging: iemand die weliswaar weigerde Frans te leren, maar dan om af te zien van de macht.
Tekstvoorbeeld
Aan het woord is Maria:
Nu houdt u herte in goeden vrede;
Dit salic u begaden wale,
Want ic u sal die walsche tale
Ontdragen, so dat gi ne selt
Noch macht gewinnen, noch gewelt,
Te sprekene it met walscher tongen;
Dos seldi bliven ongedwongen
Van uwen mesterschape; want
So wanneer dat men it dit lant
Vernemet dat u es te swaer
Dat walsch te leerne, al over waer
So seggic u, dat u van desen
En sal nemmeer begrutet wesen,
Dat gi onttredet nu so sware;
Want het welstaende nit ne ware,
Dat eene abdesse, maget fijn,
In desen lande soude sijn
Of hir of elre, die ne conde
Berechten nit met haren monde
Din closter, din si soude rekken.
Daeromme salic u onttrekken
Ende ondergaen die walsche sprake;
So seldi leven met gemake
Hertaling
Wees nu maar gerust:
dit zal ik voor je in orde maken
want ik zal je de Franse taal
ontnemen, zo dat je noch de mogelijkheid
noch de vaardigheid zal verwerven
iets in het Frans te zeggen.
Zo zul je vrij blijven
van dat bestuursambt, want
zodra men in dit land
verneemt dat het voor jou te moeilijk is
om Frans te leren, voorwaar,
zo zeg ik je, dat niemand je nog erop zal aanspreken
dat je afstand doet van waar je zo bang voor bent.
want het zou niet passen
dat er een abdis, schone maagd,
in dit land zou zijn
of hier of elders die niet
openlijk de leiding kon geven
over het klooster dat zij hoort te besturen.
Daarom zal ik de Franse taal
aan jou onttrekken en ontnemen.
Dan heb je een ongestoord leven.
Over de taal
Een van de aspecten die het Lutgart verhaal taalkundig interessant maken is iets wat je niet kunt zien: paren als doden en goden rijmen nooit op elkaar. In teksten uit min of meer dezelfde regio van een paar decennia later (Saladijn en Mellibeus) is dat al wel het geval. Het komt waarschijnlijk doordat de klinker van goden in Lutgart nog hetzelfde was als die in het enkelvoud god, dus een korte o. In doden was de o zowel in het enkel- als in het meervoud lang. In de periode die erna kwam zouden klinkers in open lettergrepen (go-den) gerekt worden, net zoals in daken (enkelvoud dak) of schepen (enkelvoud schip). Door het rijm van gedichten zoals Lutgart enerzijds en Saladijn en Mellibeus met elkaar te vergelijken, kunnen we dit voor het Nederlands kenmerkende verschijnsel van ‘rekking in open lettergreep’ dus enigszins plaatsen in de tijd: rond het jaar 1300.
Lutgart is om nog een andere reden geliefd bij taalkundigen: het is een van de eerste teksten, en de eerste lange tekst, die geschreven lijkt te zijn in een regelmatige afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen: jamben. We weten dat doordat sommige woorden altijd beginnen op een even lettergreep in een versregel en anderen altijd op een oneven lettergreep. Dat kan, bij zo’n lange tekst, geen toeval zijn. We weten daardoor ook dat de dichter de klemtoon over het algemeen op dezelfde plaats moet hebben gelegd als wij het in het moderne Nederlands nog zouden doen. (Al zijn er ook wel wat uitzonderingen.) Wat er in de afgelopen eeuwen ook veranderd is aan het Nederlands, de klemtoon niet.
Verder lezen
In de DBNL staat een laat-negentiende eeuwse editie van het verhaal van Lutgart.
Met dank aan Frank Willaert
Frans Daems zegt
In de tijd van Lutgart werd er voor zover ik weet, nog geen Frans maar Waals gesproken in Waals-Brabant, de streek waar Lutgarts abdij van Aywiers (in Lasne) lag. Misschien dat er daarom in de hertaling beter sprake zou zijn van Waals in plaats van van Frans. Het Waals is eigenlijk geen variant van het Frans maar een verwante Romaanse taal. Wel is het Waals in de loop van de tijd als cultuurtaal geleidelijk verdrongen door het Frans. In de tijd van Lutgart was dat nog niet het geval.