Een paar dagen geleden besteedde Wouter van der Land hier op Neerlandistiek aandacht aan de talloze nieuwe woorden die Kees van Kooten gedurende zijn decennialange carrière als schrijver en satiricus heeft gemunt. Sommige ervan hebben het zelfs geschopt tot woordenboeklemma in de Dikke Van Dale, zoals regelneef en doemdenken.
Nieuwe woorden in het nieuws
In de binnenkort te verschijnen 16e papieren editie van dat woordenboek zijn duizenden nieuwe woorden opgenomen. Vele ervan hebben te maken met actuele onderwerpen als sociale media, inclusiviteit, het klimaat en de coronacrisis. De huidige hoofdredacteur van Van Dale – Ton den Boon – heeft een bijzondere interesse voor neologismen. In het radioprogramma De Taalstaat verzorgt hij elke aflevering de rubriek Woord van de Week, een nieuw woord uit de actualiteit, en op zijn weblog Taalbank analyseert en bespreekt hij elke werkdag een nieuw woord.
Ook het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT) houdt de ontwikkeling van de woordenschat van het Nederlands nauwlettend in de gaten. Zo plaatst dit instituut elke week een actueel woord in de schijnwerpers in de webrubriek Nieuw woord van de week, zoals aquamatie.
Algemeen Nederlands Woordenboek
Niet zo bekend als de Dikke Van Dale is het gratis Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW). Dit digitaal woordenboek, waaraan op het INT wordt gewerkt, beschrijft het Nederlands vanaf 1970 in Nederland en Vlaanderen, in Suriname en in het Caraïbisch gebied. Uiteraard is daarbij ook aandacht voor nieuwe woorden of neologismen.
Het mooie aan dit woordenboek is dat je niet alleen de betekenis van een woord of uitdrukking kunt opzoeken, maar dat je ook woorden met bepaalde kenmerken kunt zoeken. Als je het kenmerk Tijd selecteert, kun je bijvoorbeeld aangeven of je geïnteresseerd bent in woorden die neologisme, archaïsch of verouderend zijn.
De zoekterm neologisme levert 2652 resultaten op. Het ANW geeft niet alleen de betekenis van deze nieuwe woorden maar ook informatie over woordsoort, spelling en flexie, woordrelaties, woordvorming, uitspraak, semagram, voorbeelden, combinatiemogelijkheden, woordfamilie en etymologie. Kijk maar eens hoe dat eruitziet voor 2G (‘gevaccineerd of genezen’).
Woordenboek van Nieuwe Woorden
In 2021 kwam bij het Instituut voor de Nederlandse Taal het Woordenboek van Nieuwe Woorden (WNW) gratis beschikbaar. Dit online woordenboek is geheel gewijd aan neologismen. Daaronder worden trouwens niet alleen nieuwgevormde woorden verstaan, maar ook al bestaande woorden met een nieuwe betekenis. Om de houdbaarheid ervan vast te stellen, heeft de Amerikaanse taalkundige Allan Metcalf de zogenaamde FUDGE-test ontwikkeld. Ik schreef er eerder al eens over voor Neerlandistiek voor de klas.
Het ANW neemt alleen nieuwe woorden op die na een tijdje nog steeds in gebruik zijn, maar het WNW herbergt ook kort bestaande nieuwe woorden. Op het eerste oog lijkt dat niet zo nuttig: woorden die kortstondig gebruikt worden, zul je niet snel opzoeken in een woordenboek. Toch is het wel degelijk zinvol ze in een woordenboek op te nemen. Ze zitten taalkundig gezien namelijk vaak interessant in elkaar. (Denk aan portmanteaus.) Bovendien geven neologismen ook een beeld van de tijd waarin ze ontstaan zijn, zoals de financiële crisis van enkele jaren geleden (bankendomino) of zoals nu de coronapandemie (raamvisite).
De lancering van het Woordenboek van Nieuwe Woorden is niet onopgemerkt voorbijgegaan. (Op 19 november 2021 berichtte Neerlandistiek er over.) Zo was er op dinsdag 30 november een livestream waarop zowel dat woordenboek zelf werd gepresenteerd als het bijbehorende populairwetenschappelijke boek Knuffelcontact en waterwappie. De kracht van nieuwe woorden van Vivien Waszink en Veronique De Tier.
Eerder dat jaar was Vivien Waszink te gast in de podcast Over taal gesproken van het Instituut voor de Nederlandse Taal en het Genootschap Onze Taal. Zij vertelt daarin aan Laura van Eerten en Raymond Noë hoe, wanneer en waarom nieuwe woorden ontstaan en welke soorten nieuwe woorden er zijn. Met tal van voorbeelden als ‘condoomvader’, ‘yogajes’ en ‘bosbrossen’ laat zij zien waarom nieuwe woorden nadere bestudering behoeven.
Neologismen voor leerlingen
Het ANW en het WNW zijn beide belangrijke bronnen voor onderzoek naar neologismen. Ze bevatten morfologische, etymologische en lexicale informatie waar taalkundigen en taalkundig geïnteresseerden hun hart aan kunnen ophalen. Ook leerlingen uit het voortgezet onderwijs kunnen vreugde scheppen in neologismen. Speciaal voor hen heeft Kristel Doreleijers op haar fraaie website profielwerkstuktaalkunde.nl een zogeheten toolkit Neologismen opgenomen. Deze bevat een uitgebreide inleiding over neologismen, enkele argumenten waarom onderzoek naar neologismen relevant is, een interview met een wetenschapper en waardevolle tips over de wijze waarop een leerling een profielwerkstuk over neologismen kan aanpakken.
Laat een reactie achter