Jeroen heeft een taalontwikkelingsstoornis, TOS. Dat betekent dat hij zinnen zegt als “Amir gooi.. euh… de euh… bal toch naar jou? En jij naar ik!”
Andere kinderen in Jeroens klas begrijpen niet waarom hij zulke fouten maakt. Voor die kinderen én voor Jeroen maakte de taalkundige Imme Lammertink een stripverhaal. Lammertink is zelf onderzoeker naar TOS, en ze heeft onder andere wat geld kunnen gebruiken van het project waarin ze in 2019 ook promoveerde. Ze vond een tekenaar – Wouter Goudszwaard – en samen maakten ze een boek dat eigenlijk in geen enkele schoolbibliotheek mag ontbreken. Want er zijn meer kinderen met TOS dan je misschien zou vermoeden.
Het grote TOS mysterie gaat overigens bijna evenveel over taalwetenschap als over TOS. Doordat ze per ongeluk een bal naar binnen trappen bij de taalwetenschapster Roos, komen ze met haar in contact, en ze laat zien hoe ze onderzoek doet naar hoe kinderen taal leren. In het bijzonder is Roos (toevallig net als haar geestelijk moeder) geïnteresseerd in de rol die het herkennen van patronen daarin spelen. Zo leren kinderen waarschijnlijk normaliter bijvoorbeeld het juiste lidwoord: het is het paard en de koe, omdat je voor het woord paard vaak het hoort en voor koe het woord de. Dat zijn patronen – regelmatigheden in welk woord voorafgaat aan welk ander woord – en het lijkt erop dat kinderen met TOS dáár specifiek problemen mee hebben.
Lammertink legt dat uit door de kinderen in haar stripverhaal zelf aan de experimentjes mee te laten doen zoals ze in haar onderzoek heeft gebruikt: ze horen naar rijtjes onzinwoorden en moeten op een knop drukken als ze LUT horen. Terwijl andere kinderen steeds sneller bij LUT op de knop drukken, omdat ze oppikken dat vlak voor LUT altijd TEM klinkt, blijft het een probleem voor Jeroen. Bij soortgelijke patronen die niet-talig zijn (aliens die aanvallen) doet Jeroen het even goed. Het ligt dus niet aan zijn intelligentie of zelfs zijn algemene vaardigheid patronen te herkennen, alleen taalpatronen vindt hij lastig.
Kinderen die het lezen krijgen hopelijk allebei de boodschappen mee: het is niet dodelijk om een TOS te hebben. En het is “best wel gaaf” om taalonderzoeker te zijn.
Laat een reactie achter