Een van de mooiste en tegelijkertijd minst bekende deeldisciplines van de Neerlandistiek is de conversatie-analyse, het vak dat het wonder bestudeert van het alledaagse gesprek. Mensen praten niet alleen, ze praten ook voortdurend met elkaar. De menselijke communicatie is niet zo georganiseerd dat af en toe iemand iets zegt en dat alle anderen daar dan langdurig over nadenken, waarna zij ook iets zeggen. Nee, het gaat voortdurend van tak, tak, tak. De een zegt iets en de ander reageert daar razendsnel op. Bovendien speelt een beetje gesprek zich af op allerlei niveaus tegelijkertijd: ogenschijnlijk gaat het over de stand van de inflatie, maar ondertussen gaat het tussen de regels door ook over wie er hier de meeste boeken gelezen heeft en wie er in wezen het meest te zeggen heeft in de onderlinge relatie.
Al die dingen pikken de gespreksdeelnemers moeiteloos op, zoals ze ook precies kunnen voorspellen wanneer de ander klaar zal zijn met praten en dan meteen hun eigen formuleringen klaar hebben staan.
Nieuwsgierig
Hopelijk schrijven de conversatieanalytici van Nederland ooit een boek over hun mooie vak. En hopelijk komt het gesprek dat Buitenhof dit weekeinde uitzond daar dan in aan de orde, want dat lijkt me nu al een klassieker. De journalist Joris Luyendijk zou door presentator Twan Huijs geïnterviewd worden over zijn boek De zeven vinkjes, een boek waarin Luyendijk stelt dat mensen met zeven ‘vinkjes’ (dat zijn kwaliteiten zoals man zijn, ouders hebben met een hogere opleiding, enzovoort) het onevenredig gemakkelijk hebben. Omdat het vreemd zou zijn als er twee witte gearriveerde mannen over zouden spreken, schoven ook de politicae Neelie Kroes en Sylvana Simons aan, die al aanwezig waren in de studio vanwege een eerder gesprek.
Er is al veel over gezegd en geschreven – gisteren stond er bijvoorbeeld deze reconstructie in de Volkskrant – maar meestal ging het dan over de vraag of Joris Luyendijk hier nu wel of niet goed uitgekomen was. Dat is een heel eigenaardig perspectief, dat gebaseerd lijkt op de gedachte dat er hier twee partijen waren: Luyendijk tegen de rest.
Maar als je het gesprek goed bekijkt, zie je dat dit niet klopt. Er zijn eigenlijk vier partijen, en geen van allen hebben hetzelfde standpunt. Neelie Kroes was geïrriteerd omdat ze in het boek had gebladerd en daar had ontdekt dat er twee dingen over haar werden beweerd waarvan zij vond dat ze niet klopten – dat haar vader streng calvinistisch was en dat ze deftiger zou zijn gaan praten vanwege haar carrière. Sylvana Simons’ punt was vooral dat Luyendijks boodschap al vaker was gebracht door mensen zónder die zeven vinkjes, dat Luyendijk zich nu eigenlijk ten koste van hen op het podium drong. Twan Huys werd door Luyendijk uitgedaagd: hij zou niet de meest geschikte interviewer zijn omdat hij zelf ook een witte man was en dus niet zelf de discriminatie en uitsluiting had meegemaakt die hem echt zouden kunnen laten voelen hoe het is om wél in die positie te zijn. Huys verdedigde zich daarop door te zeggen dat een goede journalist nieuwsgierig moet zijn en zich in iedereen in moest leven.
Winnen of verliezen
Vier onderling tegenstrijdige standpunten, dus, maar dat werd verdoezeld doordat Simons ‘precies’ zei op het moment dat Kroes begon te vertellen dat zij vond dat het onzin was dat je als bestuurder van alles zelf zou moeten hebben meegemaakt – terwijl dat juist een punt was dat Simons zelf eerder had gemaakt. Zoals Kroes en Simons ook eensgezind Huys leken te prijzen, dat hij het als witte man juist uitstekend deed als interviewer. Ook Luyendijks enorm schuldbewuste houding, waardoor hij alle kritiek, uit welke hoek die ook waaide, accepteerde, bevestigde de indruk dat al die kritiek één kamp was.
Terwijl ze elkaar eigenlijk allemaal tegenspraken!
Het mooie is: de meeste twistgesprekken waaraan meer dan twee mensen meedoen zijn eigenlijk zo, in ieder geval in mijn beleving. Iedereen roept van alles door mekaar, en er zit nauwelijks een lijn in. Hoe komt het dan dat het geen enkele commentator op lijkt te zijn gevallen dat er helemaal geen twee partijen waren? Je kunt eventueel zeggen dat het een trucje was van de politica Sylvana Simons: het strijdperk overzichtelijk maken, met zijn drieën tegen één, zodat jij in het winnende kamp zit. Maar waarom prikte daar dan niemand doorheen?
Vermoedelijk was het gesprek te ingewikkeld voor de televisie. Vandaar dat zulke dingen ook zelden gebeuren. Liever zet men twee mensen tegenover elkaar, zodat iemand kan winnen of verliezen. En als er een keer wel zoiets gebeurt, zien mensen het niet.
Sabine Lutz zegt
Het gekke is eigenlijk: Neelie Kroes als Sylvana Simons kwamen er beiden ronduit voor uit het boek niet te hebben gelezen (alleen even opgezocht wat er over jezelf in wordt gezegd). En dan ga je er toch over praten? Dit is iconisch voor veel zogenaamde conversaties.
Bessel Dekker zegt
Het frappante aan Twan Huijs’ reactie vond ik dat hij zich pas later verdedigde. Toen Luyendijk hem niet de meest geschikte interviewer vond, ontkende hij dit onmiddellijk, zonder enige reflectie. Zo raakt conversatieanalysie aan argumentatieanalyse.
Ook de opmerking van Kroes dat zij Huijs juist wel geschikt vond, leek mij vooral een strategie om Luyendijk af te vallen.
Taalkundig het aardigst vond ik Kroes’ zelfbeoordeling: ze had haar accent helemaal niet veranderd. Misschien niet bewust, toegegeven. Maar zelfwaarneming/zelfreportage is berucht hachelijk.
Theo de Graaff zegt
Een erg goede analyse.
Die draai van Sylvana Simons naar Neely Kroes was inderdaad opvallend, ook in die zin dat hij niet erg opviel.
Joris Luyendijk had beter alle kritiek kunnen accepteren want erg inhoudelijk was de kritiek niet, op de opmerkingen van Neely Kroes na.
Hij heeft een sterk punt: iemand moet het een keer op een rijtje zetten en verwoorden.
Paulien zegt
Het zou toch normaal moeten zijn dat je een boek moet hebben gelezen als je er iets over wil zeggen. Voor wie heeft Joris dit boek geschreven. Zullen de Zevenvinkers nu massaal dit boek bestellen omdat er eindelijk iemand is die hen een spiegel voorhoudt?