• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Waarvan men niet spreken kan, daarover moet men spreken

3 februari 2022 door Marc van Oostendorp 8 Reacties

Dit boek zal misschien alleen door diegene worden begrepen die de gedachten die erin zijn uitgedrukt – of in ieder geval daarop lijkende gedachten – zelf al eens gedacht heeft.

Die woorden zijn natuurlijk van Ludwig Wittgenstein, ze vormen de eerste zin uit het voorwoord van zijn Tractatus Logico-Philosophicus.

Althans in de gloednieuwe vertaling van Victor Gijsbers. De Tractatus was eerder al eens vertaald door Willem Frederik Hermans. Bij hem luidde de eerste zin aldus:

Dit boek zal misschien alleen iemand begrijpen, die de gedachte welke erin uitgedrukt zijn – of toch soortgelijke gedachten – zelf al eens gedacht heeft.

Een vergelijking tussen die twee zinnen laat zien waarom de Nederlandstalige Wittgensteinliefhebber Gijsbers’ nieuwe vertaling nodig had. Hij is door de bank genomen wat soepeler dan Hermans: “in ieder geval erop lijkende gedachten” klinkt als beter Nederlands dan “toch soortgelijke gedachten” dat net iets te dicht bij het Duitse “doch ähnliche Gedanken” gebleven is. Zoals Hermans ook vasthield aan de Duitse werkwoordsvolgorde “uitgedrukt zijn”.

Eigenaardig aan Gijsbers’ vertaling is dan weer dat hij een passieve constructie gebruikt (“het boek wordt door diegene begrepen”) terwijl Wittgenstein een actieve vorm gebruikte (“Dieses Buch wird vielleicht nur der verstehen”). Je zou dat eventueel kunnen verdedigen door te zeggen dat op die manier een dubbelzinnigheid wordt opgeheven (leest het boek iemand of leest iemand het boek), maar ik denk niet dat veel lezers door die dubbelzinnigheid misleid worden. Ook het diegene … die …. die is niet zo heel fraai, al weerspiegelt het wel wat Wittgenstein doet: der… der …. die.

Mijn favoriete vertaling van de zin zou uiteindelijk een combinatie van Hermans en Gijsbers zijn:

Dit boek zal misschien alleen iemand begrijpen die de gedachten die erin zijn uitgedrukt – of in ieder geval soortgelijke gedachten – zelf al eens gedacht heeft.

De Tractatus gaat over de ingewikkelde driehoek van taal, denken en werkelijkheid. Precisie van uitdrukken speelt daarbij dan een rol. Verderop in de inleiding zegt Wittgenstein dat de waarde van zijn werk “groter [zal] zijn al naargelang de gedachten beter zijn uitgedrukt” (volgens Gijsbers) of “des te groter [zal] ziin, naarmate de gedachten beter zijn uitgedrukt” (volgens Hermans). En het hele werk ademt die noodzaak om je zo precies mogelijk uit te drukken.

Van zo’n werk kunnen er dus nooit genoeg vertalingen zijn.

Beide vertalingen hebben (in ieder geval in de editie die ik heb) links het Duitse origineel staan en rechts de vertaling. Ik heb Gijsbers gelezen met Hermans er naast. De Tractatus bestaat uit 7 genummerde beweringen, die ieder van eveneens genummerd commentaar worden voorzien (1.1 en 1.2 zijn commentaar op bewering 1; 1.11 is commentaar op 1.1). Hier is het hele nummer 1 met commentaren, met links Gijsbers en rechts Hermans (het origineel staat bijvoorbeeld hier):

1.De wereld is alles wat het geval is.De wereld is alles, wat het geval is.
1.1De wereld is het geheel der feiten, niet der dingen.De wereld is de totaliteit van de feiten, niet van de dingen.
1.11De wereld is door de feiten bepaald en daardoor, dat het alle feiten zijn.De wereld wordt door de feiten gedefinieerd en daardoor dat het alle feiten zijn.
1.12Want het geheel der feiten bepaalt wat het geval is en ook wat er allemaal niet het geval is.Immers, het geheel van de feiten bepaalt wat het geval is en ook wat allemaal niet het geval is.
1.13 De feiten in de logische ruimte zijn de wereld.De feiten in de logische ruimte zijn de wereld.
1.2De wereld valt uiteen in feiten.De wereld valt in feiten uiteen.
1.21Deze kunnen het geval zijn of niet het geval zijn, terwijl al het andere hetzelfde blijft.Iets kan het geval zijn of niet het geval zijn en de rest kan hetzelfde blijven.

Ook hier vind ik gemiddeld genomen de vertaling van Gijsbers wat beter. Weer heeft Hermans de neiging tot het wat plechtstatige (‘Immers’; Wittgenstein schrijft denn), In dit geval maakt Hermans bovendien door de simpele plaatsing van een komma zin 1 juist dubbelzinnig en wel op een manier die mogelijk wél verwarrend is: met die komma kun je zoiets lezen als “De wereld is alles; dat is het geval”. Mij lijkt “het geheel der feiten” ook wat inzichtelijker dan “de totaliteit van de feiten”, al is het wel opvallend dat Gijsbers hier juist de plechtstatige genitief der heeft gebruikt tegenover Hermans’ modernere van de.

Het belangrijkste punt lijkt mij dat de vertaling bepaald in 1.11 echt veel beter is dan gedefinieerd. Wittgenstein zegt bestimmt. Als je stelt dat de de feiten de wereld definiëren kun je dat lezen alsof ze buiten die wereld staan. Maar dat is niet wat Wittgenstein bedoelt, voor hem maken, nee, bepalen de feiten juist wat de werkelijkheid is. In het algemeen lijkt mij dat Gijsbers Wittgenstein beter begrijpt en daardoor diens gedachten duidelijker kan uitdrukken. Dat is natuurlijk ook niet zo gek, al is het maar omdat sinds Hermans vertaling 47 jaren van Wittgensteinstudie verstreken zijn.

Daar staat dan weer tegenover dat Hermans’ vertaling van zin 1.21 geslaagder is dan die van Gijsbers. “De rest” is een wat informele manier van “alles übrige” vertalen, maar ik begrijp niet waarom Gijsbers met deze terugverwijst naar de feiten, terwijl Wittgenstein schrijft “Eines kann der Fall sein…”

De vraag rijst of je de Tractatus wel goed kunt bestuderen zonder op zijn minst twee Nederlandse vertalingen erbij te nemen. De tekst valt niet te begrijpen zonder over ieder woord na te denken, en weinig dingen kunnen je daarbij zo helpen als proberen te begrijpen waarom vertalers verschillende afwegingen maken.

De laatste stelling van de Tractatus is heel beroemd en heeft geen commentaar:

Wovon man nicht sprechen kan, darüber muss man schweigen.

(Hermans:) Van dat, waarover niet kan worden gesproken, moet men zwijgen.

(Gijsbers): Waarvan men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen.

Ik heb Hermans’ vertaling altijd onbegrijpelijk krukkig gevonden, maar door de vergelijking met Gijsbers viel me pas op dat Hermans ook iets met de voorzetsels heeft gedaan. Wittgenstein heeft het over sprechen von en schweigen über, maar Hermans draait dat om: spreken over en zwijgen van. Beide werkwoorden krijgen in het Nederlands een net wat andere betekenisnuance met het andere voorzetsel, of in ieder geval zijn de vormen met van wat plechtiger. Is er nu een reden waarom Wittgenstein voor deze combinatie heeft gekozen? Hoe zit het eigenlijk met die gevoelswaarden in Wittgensteins Duits? En is er een reden waarom Hermans de voorzetsels heeft omgedraaid?

Ludwig Wittgenstein. Tractatus. Logisch-filosofische verhandeling. Vertaald door Victor Gijsbers. Boom, 2022. Bestelinformatie bij de uitgever.
Er is nog onlangs nóg een vertaling verschenen, van Peter Huijzer en Jan Sietsma. Daarover een andere keer.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel

Lees Interacties

Reacties

  1. Knut zegt

    3 februari 2022 om 09:41

    ‘Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen.‘

    Mijn taalgevoel:
    ‘wovon, davon sprechen‘ is niet meer zo gebruikelijk (behalve in ‘intellectuele contexten‘, wetenschap, literatuur etc.) en heeft iets van ‘dichterbij, korter, zelfs citaat‘.
    ‘über, worüber…‘ is nu gebruikelijker en heeft iets van ‘wat afstand, reflectie, langer spreken‘. En omdat het gebruikelijker is, zie je op internet ook vrij vaak het onjuiste ‘Worüber man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen.‘

    En er komt nog bij dat Wittgenstein in Oostenrijk is opgegroeid, meer dan honderd jaar geleden… En misschien vond hij ook gewoon te veel symmetrie niet mooi.

    Beantwoorden
    • Marc van Oostendorp zegt

      3 februari 2022 om 09:54

      Die intuïties komen dus overeen met de mijne voor het Nederlands. (Op zich interessant dat het in de twee talen min of meer hetzelfde zit.) Hoe zit het met davon/darüber schweigen?

      Beantwoorden
      • Knut zegt

        3 februari 2022 om 11:28

        ‘davon schweigen’, ‘schweigen von’ klinkt verouderd / onnatuurlijk, alhoewel de zegswijs ‘davon ganz zu schweigen’ wel nog vrij bekend is.
        ‘darüber schweigen’, ‘schweigen über’ klinkt natuurlijker, maar ook niet veel.
        Een betekenisverschil bestaat niet, denk ik nu. ‘darüber, davon’ staat er om heel algemeen te verwijzen naar een context, maar ‘schweigen’ betekend toch maar dat je niets gaat zeggen mbt wat de context inhoudt. Of zou ‘über etwas schweigen’ ook kunnen aanduiden dat je langer gaat zwijgen? En ‘von etwas schweigen’ dus korter?
        Als men ‘darüber nichts sagen’, ‘davon nichts sagen’ zou gebruiken: dan komen vorige associaties (‘über’: meer afstand, langer) (‘von’: korter, letterlijker) weer iets meer na voren.

        Beantwoorden
  2. Jan+Stroop zegt

    3 februari 2022 om 11:09

    “Zoals Hermans ook vasthield aan de Duitse werkwoordsvolgorde “uitgedrukt zijn”.”

    Duitse werkwoordvolgorde?

    Beantwoorden
    • Marc van Oostendorp zegt

      3 februari 2022 om 12:44

      Wittgenstein schrijft “ausgedrückt sind”.

      Beantwoorden
      • Bessel Dekker zegt

        4 februari 2022 om 03:18

        Maar dat is toch gewoon de groene volgorde? Oók de Duitse, toegegeven, maar hoe is dat relevant?

        Beantwoorden
        • Marc van Oostendorp zegt

          4 februari 2022 om 09:27

          Het is een vergelijking.

          Beantwoorden
  3. Louisa van der Pol zegt

    4 februari 2022 om 15:41

    Of het zwijgen over of het zwijgen van is, is meer dan afgaan op intuïtie. Zo vertaalde C.O. Jellema Eckharts ‘ich will gotes geschwȋgen’ met ‘Over god wil ik zwijgen’. Wat door Jaap Goedegebuure (in Wit licht) uitgelegd wordt als: het is maar beter over God/god te zwijgen, want al het spreken over de verre, afstandelijke God/god is menselijk speculeren. Maurice O’C Walshe (in The Complete Mystical Works of Meister Eckhart) vertaalt Eckharts zinnetje met: ‘Of God I will not speak.’ Bij bestudering van het Liber benedictus, het traktaat waarin ‘ich will gotes geschwȋgen’ staat, wordt duidelijk dat het bij Eckhart gaat over een zich vol overgave richten op en prijzen van God die niet ver af is, maar staat aan de deur van je hart. Het lijkt me daarom van belang ook bij Wittgenstein zorgvuldig na te gaan, wanneer en waarom hij von en über schrijft.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Willem Bilderdijk • Vertalen

Geloof my vry, wat andren snoeven;
Die d’ echten smaak en geur wil proeven,
Drink’ uit de oorspronkelijke flesch!

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

JUNI ’57

Met niets meer bij me dan het te vlug geleefde,
nog in de flarden van haar vertrek gekleed,
loop ik het land op om naar de lucht te kijken
en hoe mijn liefde allengs in niets meer leek
op die voor haar.

Het is een juninacht – de kortste nacht
bijna. Ik voel met mijn hoofd het hooi van de opper
waartegen ik zit. Ik zie een blijvende
zonsondergang boven een vuurtorenlicht
en weinig sterren.

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 juli 2025: Boekpresentatie ‘Een nieuw geluid’

2 juli 2025: Boekpresentatie ‘Een nieuw geluid’

21 juni 2025

➔ Lees meer
26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

18 juni 2025

➔ Lees meer
Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

17 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1991 Cornelis Stutterheim
➔ Neerlandicikalender

Media

De structuur van wetenschappelijke artikelen

De structuur van wetenschappelijke artikelen

21 juni 2025 Door Marc van Oostendorp Reageer

➔ Lees meer
Het culturele landschap van Frits van Oostrom

Het culturele landschap van Frits van Oostrom

19 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De internationale positie van het Engels

De internationale positie van het Engels

14 juni 2025 Door Marc van Oostendorp Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d