Terwijl je weet dat er in de wereld letterlijk brandender kwesties zijn, ben ik de afgelopen weken ook de soap rond de nieuwe partij VOLT en het royement van kamerlid Nilüfer Gündogan blijven volgen. Aanvankelijk met enige deernis, want VOLT behoort tot de partijen waarvan ik het, als ik al niet tussen twee totaal andere partijen zou zweven, helemaal niet 100% voor onmogelijk zou houden dat ik niet zou uitsluiten mijn stem aan hen te geven. Vervolgens veranderde mijn waarneming in alomvattende verbijstering over zoveel amateurisme en zo’n compleet gebrek aan politieke en sociale volwassenheid. Ten slotte overviel mij een totaal gevoel van literaire herkenning.
Ik wist weer waar ik dit verhaal van kende, tot en met de formuleringen aan toe!
Dit was de hedendaagse bewerking voor nieuwe media van Reves vroege novelle ‘Werther Nieland’, mijn eerste kennismaking met het werk van de schrijver en voor mij nog altijd een stilistisch en thematisch hoogtepuntje uit de vroege naoorlogse literatuur.
Reve schrijft over de eenzame twaalfjarige Elmer, die zijn totale onzekerheid en gebrek aan eigenwaarde tracht te compenseren door clubjes op te richten, waarvan hij de leider is en alle regels bepaalt. Met zelf verzonnen reglementen en ter plekke bedachte verordeningen probeert hij zijn minderwaardigheidscomplex en onmacht tot sociaal functioneren te maskeren.
Met ‘Werther Nieland’ in je hoofd krijgen de gelekte passages uit de brief aan de VOLT-leden waarin Gündogans royement bekendgemaakt werd een onvermijdelijk vroeg-Reviaanse toon, met waarnemingen dat Gündogan ‘de vereniging en haar doelstellingen op onredelijke wijze benadeelt’.
Fraai toont Reve in zijn novelle hoe Elmer alleen bezig is met zijn eigen (gedroomde) machtspositie, hoe hij met zogenaamde algemeenheden de plek die hij denkt dat hem toekomt tracht veilig te stellen.
Je begrijpt wel, vervolgde ik, dat er iemand de baas moet zijn, die het bijvoorbeeld zegt als er een vergadering is. Dat kan het beste iemand zijn bij wie de club is opgericht.
Het is natuurlijk duidelijk wie zo de baas wordt van de club. En zo dienen zich vergelijkingen met het VOLT-tragedie vanzelf op, als je Reve leest:
‘Geachte aanwezigen. De club is opgericht. Hij heet de C.V.D.G. Er is dus een club, maar daarmee zijn we er nog lang niet. Het moet niet een club worden, waar we alleen maar lid van zijn: het moet een club op voeten zijn. Aan papieren leden hebben we niets. En aan leden die als de voorzitter hun vraagt om iets te zeggen, het niet doen, daar hebben we helemaal niets aan. Die kunnen er beter uitgaan.’
‘We moeten daar een boompje omtrekken,’ zei Dirk […].
‘Jij bent een vijand van de club,’ zei ik. ‘Je moet gebonden.’ We vatten hem, sloegen de lus, die al in het touw zat, om zijn enkels en sleepten hem in de rondte.
Arme Gündogan. Het werd allemaal in 1949 al beschreven.
Een mooi, ook alweer zo schrijnend, detail in ‘Werther Nieland’ is Elmers gebruik van het woord ‘bijvoorbeeld’. Zijn eerste club – de ‘Nieuwe Leger Club’ – vormt hij, als hij zich vernederd voelt door zijn vriendje Maarten, die hem een in een sloot gevonden oude grammofoonhoren heeft ontfutseld. Het is de aanleiding voor het allereerste punt in het door Elmer opgestelde clubreglement:
1. Er is een clubleger, dat ook kan opsporen. Als er bijvoorbeeld iemand is, die aldoor horens pikt, gaan we hem achterna. Dan wordt hij gevangen genomen.
Elmer gebruikt ‘bijvoorbeeld’ niet zoals gebruikelijk, als illustratieve gebeurtenis voor een breder verschijnsel, maar keert het om: hij geeft aan hem individueel aangedaan onrecht meer gewicht door het de schijn te geven dat het deel uitmaakt van een veel breder verschijnsel.
Ironisch is in dit licht deze passage van VOLT over Gündogan:
Zij vaart daarbij volledig een eigen koers. Ze doet bijvoorbeeld aangiftes tegen degenen die een melding hebben gemaakt van grensoverschrijdend gedrag, en ze breidt deze aangiftes daarna uit. Ook schuift zij zonder enige afstemming aan bij het televisieprogramma Jinek.
Dit is vintage-Elmer!
VOLT heeft voor mij zijn bijdrage aan de schone zaak der leesbevordering dezer dagen absoluut geleverd. Mooi toch hoe een literair werk van bijna 75 jaar geleden nog enorm actueel kan zijn.
Hoewel Reve wel stijlvaster is dan de VOLT-bestuurders. Zij schrijven over een ‘verontrustend patroon van (verbaal, fysiek en seksueel) grensoverschrijdend gedrag’ van Gündogan, en voegen dan toe: ‘Zulk gedrag past niet bij wat van een prominent Volt-lid kan worden verwacht.’
Goed nieuws dus voor niet-prominente VOLT-leden: die kunnen kennelijk hun goddelijke gang gaan. Of mis ik hier bijvoorbeeld een ironische 21ste-eeuwse reviaanse wending?
Laat een reactie achter