Uit De (t)huiszittergod, de nieuwe bundel van Jonathan Griffioen.
Birke
ekke ben er een
van bij de berken
biaart as birkilaere in middaguurn;
ikke bewon enne boom
in de as
in de erker avondnacht
zolang die duur ik eikenbomen aant waanbeeld eik ’n
eksterhouten puren in de vachten
van schapen in de schaduw; er
grazen fikse ooien onder zachtbehaarde jonge takken
op het vuur dat als een gek begon te roken
helderwittebloesem
as die winden na te jagen
voor de graven onder ikke bende dauer die
doordroom
daaarentegen;
dronken bloemen
lanc na mij as na de mijnen
die ik mis er moes as ogen
ikom alleen er alle tranen plengen voor dien mijne,
tot de grond verdronken es
(en onder mij mijn wonden vormen) stank de welle weide vulde
ic ben er een van bij de berken
maar dan verlept,
en zonder brommer
ook kom ik niet meer
bij de berken
Jonathan Griffioen (1987)
uit: De (t)huiszittergod (2022)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter