Gisteren vierden we de neerlandistiek tijdens een drukbezochte publieksdag in Groningen. Het was een feest om zoveel vrienden van de neerlandistiek bij elkaar te zien, veel jonge mensen ook – zij die het straks zullen gaan doen. Joost Oomen trapte af met een levendige voordracht uit eigen werk en haalde wat herinneringen op aan zijn studietijd bij Nederlands in Groningen (en toonde meteen ook het belang aan van studententijdschriften). Coen Peppelenbos en Roosmarie Custers van het literaire programma ‘Onder de vulkaan’ ontvingen Aafje de Roest, Jeroen Dera en Tonnus Oosterhoff. Een groot aantal jonge en meer ervaren vakgenoten verzorgden veertien workshops over de vele facetten van het Nederlands. Van het door Janine R. Mooij gepresenteerde ‘open podium’ werd ruim gebruik gemaakt door studenten, deelnemers aan de workshop ‘Woorden temmen’ van Kila van der Starre en door andere bezoekers. De Groningse stadsdichter Myron Hamming sloot de dag af.
Die middag reikte Marc van Oostendorp de Everwinus Wassenbergh Penning uit aan collega Frank Willaert, die werd toegesproken door Johan Oosterman. Terecht benadrukte de laureaat het belang van gezamenlijkheid. Het is een groot geluk om je gedragen te voelen door mensen met een verwante belangstelling en passie.
Dat gevoel had ik de afgelopen dagen en nu nog altijd, wanneer ik denk aan de warme gastvrijheid van het Stadslyceum H.N. Werkman en van onze alumna en thans docent Nederlands aldaar, neerlandica Anne van der Werf, aan de collega’s die meedachten en vooral aan de studenten die mij met zoveel vanzelfsprekend enthousiasme hebben geholpen om mogelijk te maken wat wij allemaal zo graag wilden: een groot feest voor de neerlandistiek. Om het met de woorden van Willaert te zeggen: ik voelde mij gedragen.
Laat een reactie achter