Reden van bestaan
Wandelend op de Hoogewal
in Holland’s netste stad: den Haag,
geloof ik zeker, voor vandaag,
het afgerond restant te zijn
van een uitbundig ongeval,
de nasleep van een lentedag
die jong en elegant begon
(bloemen en vogels en veel zon),
maar waarvan niemand indertijd
de resultaten overzag.
Dit is verwijt noch zelfbeklag,
slechts de gedachte aan de daad,
die mij bereidde en leven laat –
om Godswil, ofwel zonder meer
uit hoofde van een lentedag.
Han G. Hoekstra (1906-1988)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter