Het datacentrum in Zeewolde heeft in ieder geval iets moois voortgebracht: de onderstaande podcast van Haagse zaken. Het verhaal van hoe Meta, het moederbedrijf van Facebook, had in Zeewolde een absurd groot stuk terrein gekocht om er een absurd groot datacentrum te plaatsen dat in zijn eentje 1% van alle energieverbruik van Nederland voor zijn rekening zou houden.
De ongelijke strijd tussen goedgelovige lokale politic en gehaaide Amerikaanse zakenlieden, het is moeilijk om daar genoeg van te krijgen, maar met Neerlandistiek heeft het misschien niet zoveel te maken. Maar de podcast is vooral ook de moeite waard vanwege de rijkdom waarmee het woord Meta wordt uitgesproken.
Meta is natuurlijk een nieuw woord, en we zijn er nog niet helemaal uit hoe we het moeten uitspreken: op zijn Amerikaans? Op zijn Nederlands? Iets ertussen in? In deze podcast wordt het alle drie gedaan.
Er zijn twee grotere verschillen tussen de Nederlandse en de Amerikaanse vorm: de eerste klinker, die in het Nederlands natuurlijk een een ee is, maar in het Engels een korte e; en de t die in het Engels een zogeheten ‘flap’ is, een razendsnel uitgesproken d-achtige klank. Als ik die nu schrijf als D en de korte e als E zeg je in het Nederlands dus meta en in het Engels mEDa.
De vorm ertussen in is mEta: alleen klanken die je in het Nederlands ook hebt, maar wel met een keuze van de klinker die op zich onverwacht is voor het Nederlands, gegeven de spelling – je zou eigenlijk metta verwachten.
De puur Amerikaanse vorm mEDa gebruiken de journalisten in de podcast duidelijk op een besmuikte manier, een beetje ironisch, als ze anderen citeren die enorm onder de indruk zijn van de grootte van het bedrijf. Maar tussen mEta en meta twijfelen ze nog, al heb ik de indruk dat meta het uiteindelijk wel zal willen. Kennelijk is het woordbeeld dus primair: we lenen om te beginnen die geschreven vorm die we vervolgens op zijn Nederlands uitspreken.
Wie zegt er dat het Nederlands het hier binnenkort allemaal gaat overnemen?
Laat een reactie achter