Voornamendrift 94
Na zeer Vlaamse vrouwennamen bekijk ik zeer Vlaamse mannennamen die wel in Vlaanderen maar (bijna) niet in Nederland en Frankrijk zijn of worden gegeven. Er is weer veel opmerkelijks te zien.
1900-1930
Heel opvallend zijn in deze periode de op de uitspraak geïnspireerde lange klinkers in het naameinde van een verkorte voornaam: Eugeen, Kamiel, Jaak, Renaat, Luciaan, Corneel, Jeroom, Valeer, Gommaar, etc. Vaak zijn het vernederlandste spellingen van in Vlaanderen gangbare Franse voornamen: Eugène, Camille, Jacques, Lucien, Jérôme, Valère, of ook wel als de roepnaam van een gelatiniseerde voornaam Renatus, Go(u)mmarus, Amatus, die tot 1930 nog gegeven werden. Blijkbaar konden deze roepnamen de goedkeuring wegdragen van de ambtenaar van de burgerlijke stand. De populariteit ervan (althans in de officiële registratie) stortte tussen 1930 en 1960 in, maar sommige namen kwamen later weer terug, zoals Renaat en vooral Stefaan tussen 1960 en 1980, en recent Jeroom, mogelijk onder invloed van de cartoonist en mediapersoonlijkheid Jeroom Snelders, en ook Achiel en Corneel, terwijl Korneel als nieuwe naam na 1980 zijn intrede deed.
1930-1960
Ook na 1930 zien we nog veel namen uit de periode 1900-1930, maar er zijn nieuwkomers zoals Ludo die tussen 1940 en 1970 populair was. Daarnaast zijn er een aantal op het Engels geïnspireerde namen op -y: Rony en Géry, in 1960-1980 gevolgd door Franky (maar Frankie goes to Hollywood), Gerdy en Rohnny (vgl Johnny). Ook diacrieten maken verschil, Rudiger voor het Duitse Rüdiger, Noel voor het Franse Noël, terwijl Aloïs pas in later jaren in Frankrijk wat meer gegeven werd. In Frankrijk werd Benoît weliswaar al na 1950 populair, maar met de spelling Benoit was Vlaanderen wat eerder dan Frankrijk. Het niet gebruiken van een accent, of het juist plaatsen ervan, kan een naam Vlaams maken, maar het verschil zal meestal niet gehoord worden. Het is overigens niet duidelijk of zo’n spelling een bewuste keuze van de ouders was of die van een ambtenaar van de burgerlijke stand. Hedwig is als Duitse vrouwennaam in Vlaanderen tussen 1940 en 1960 aan mannen gegeven.
1960-1980
Ongebruikelijke spellingen blijven opvallen voor Vlaanderen, zo ook die van de koning: Filip (en Fielip), ook al zien we in Noorwegen recent Filip populair worden. De troonsbestijging in 2013 maakte in de naamgeving nauwelijks iets los. Waar in Nederland Duitse namen niet populair zijn, zien we in Vlaanderen Kurt, Gunther, Gunter, Rudiger, Dieter (omdat alleen met Frankrijk en Nederland wordt vergeleken komen deze namen boven drijven, met afwijkende spelling voor Günther en Rüdiger). In Vlaanderen worden deze namen niet als Duits ervaren. Ives en Ive zijn in Frankrijk Yves en Yve. De voorkeur voor K maakt Kristof, Kristoff, Kris Vlaams, waar in Nederland vooral de langere vorm Christoffel en in Frankrijk Christophe wordt gekozen. We zien ook de heel korte namen Jo, Raf, Luk. Daarvan is Jo zeker niet ongebruikelijk in Nederland, maar vooral als roepnaam van Johannes en Johanna, en niet als officiële naam. Raf komt van Rafaël. Raf en als meisjesnaam Rafke zien we later vanaf 2000 ook in Nederlands Brabant en Limburg. Met Marni(c)k wordt een vorm van Marnix gekozen.
1980-2000
Naast al besproken namen zien we de oude, korte namen Dries en Brecht verschijnen, en de eerste namen op -e: Robbe, Seppe, Kobe, Lode. Daarbij kan aan Robert, Jacobus en Lodewijk worden gedacht. Voor Seppe zijn er meerdere verklaringen mogelijk, zoals verkorting van Joseph (ook Duits Sepp), of mogelijk via Italiaanse migranten in Wallonië van het Italiaanse Giuseppe, en als Friese naam. Yentl is meestal een vrouwennaam, maar in Vlaanderen ook als mannennaam gekozen.
Hoe populariteit overgedragen wordt laat Thibault zien. De naam werd na 1970 in Frankrijk populair en gelijktijdig in Wallonië zoals vaak gebeurt. Twintig jaar later komt de Franse naam met varianten ook in Vlaanderen op, maar gelijktijdig zien we Vlaamse spellingen verschijnen, die samen populairder zijn dan de Franse vormen. Alle varianten zijn inmiddels weer helemaal op hun retour. Populariteit duurt meestal niet veel langer dan 40 jaar.
2000-2020
Tegenwoordig zijn specifiek Vlaamse mannennamen vaak eenlettergrepig: Jef (van Jozef), Gust en Staf (van Gustaaf), Nand (van Ferdinand), Flor (van Florentius), Briek (van Alberik), Mil (van Emile), Fil en Mon (van Filemon). Met toevoeging -e zijn dat: Robbe, Kobe, Warre (van -ward), Berre (van -bert), Cisse (van Franciscus). Daarnaast is Aster opmerkelijk, namen van bloemen worden zelden aan mannen gegeven, mogelijk door de Rwandees Aster Nzeyimana (1993), als bekende jonge sportverslaggever.
Al met al lijken de zeer Vlaamse mannennamen vaak aan de gesproken vorm ontleend te zijn. Dat kan tot eigen spelling leiden, al dan niet bewust door de ouders gekozen. Het zijn ook vaak voornamen met Franse oorsprong die dan een Vlaamse twist krijgen. Ze worden als mode meestal een aantal decennia gegeven maar komen soms na een aantal generaties weer terug wanneer de oorspronkelijke naamdragers er niet meer zijn en de naam minder wordt gehoord.
Librariel zegt
Seppe kan ook van Sebastiaan komen en Mon van Edmond. De Belg Aster Nzeyimana heeft een vader uit Burundi, zegt Wikipedia.
Gerrit Bloothooft zegt
Bij korte namen zijn er vaak meerdere namen waarvan ze kunnen zijn afgeleid. Filemon komt niet veel voor, dus Filip en Edmond zijn zeker ook goede kandidaten voor Fil en Mon. Aster Nzeyimana is geboren in Butare en dat ligt in Rwanda.