Voornamendrift 93
Ik besprak eerder de top-20 van voornamen in Vlaanderen per decade vanaf 1900. Daar zaten veel namen bij die in Nederland ook worden gegeven. Maar wat maakt een vrouwennaam herkenbaar Vlaams? Dan moet een naam wel in Vlaanderen maar niet in andere landen worden gegeven. Ik beperk dat hier tot Nederland of Frankrijk. Je kunt er meer talen bij betrekken maar dit selecteert goed. De belangrijkste 30 Vlaamse vrouwennamen die dan vanaf 1900 voor achtereenvolgende tijdvakken worden gevonden staan in de onderstaande tabel.
1900-1930
Behalve Godelieve, Mathildis, Zoë, Angele, Pharaïlde eindigen alle namen op een -a, de Latijnse vrouwelijke uitgang. Dat zou de invloed van de katholieke kerk kunnen verraden waarbij de ambtenaren van de burgerlijke stand deze vorm als enige officiële overnamen. In de praktijk werd het in de roepnaam gewoon een sjwa, waarbij de naam dan dicht bij de Franse uitspraak kwam in bijvoorbeeld Yvonna > Yvonne, Simonna > Simonne (Simone, zie de populariteit hieronder) of Germana > Germaine. Het Frans was in deze periode nog sterk aanwezig in Vlaanderen, de universiteit van Gent werd bijvoorbeeld pas in 1930 vernederlandst, en uit het Frans afkomstige voornamen – in een Vlaams jasje – waren heel gewoon. De Duitse associatie die Germana en Germania bij mij oproept hebben Vlamingen niet (ook na de 1e Wereldoorlog), de associatie met Germaine is sterker. In Zoë druk het trema een onbeklemtoonde sjwa uit, in tegenstelling tot het Franse Zoé. Pas na 1980 werd Zoë ook in Nederland populair (en weer in Vlaanderen), en Zoé in Wallonië en Frankrijk.
1930-1960
Het aantal namen op -a neemt in deze periode af. Opmerkelijke nieuwkomers in de lijst zijn Lutgarde en Lutgardis, de Vlaamse patroonheilige (1182-1246) die weigerde Frans te leren omdat ze al haar tijd wilde wijden aan Jezus. Ook de roepnamen Lutgard en Lutgart verschijnen in 1960-1980 in de lijst. Alhoewel de naam geassocieerd zou kunnen worden met Vlaamse identiteit en de taalstrijd lijkt dat toch niet zo te worden gevoeld door informanten.
Ook Pharaïlde is een Vlaamse heilige, haar lichaam werd in 754 naar de St.-Bavo in Gent gebracht en sindsdien wordt de naam gegeven, met varianten. Veerle is er van afgeleid en was tussen 1950 en 1990 erg populair. Na 1980 groeit ook de populariteit van Veerle in Nederland.
De cedille in Françine is helemaal niet nodig want de c wordt voor een i toch als /s/ uitgesproken, in tegenstelling tot voor de o in François. Het vernederlandsen van Franse namen levert af en toe een typisch Vlaams resultaat.
1960-1980
Pas in 1987 werd er een liberale naamwet aangenomen in België. Tot die tijd had de ambtenaar van de burgerlijke stand een flinke vinger in de pap bij het accepteren van een voornaam. Wel werden gaandeweg meer roepnamen geaccepteerd, en dat zien we in deze periode bijvoorbeeld met An, Nele, Greet, Griet, Leen, Lien, Tinne. Maar niet alle ambtenaren accepteerden An, wel de gelijkluidende Engelse vorm Ann en het Franse Anne. Dat werd in Vlaanderen dan vaak Ann, een keuze die in Nederland en Frankrijk zelden werd gemaakt.
Katrien is tussen 1950 en 2000 een typisch Vlaamse naam, met varianten Katrin, Katrijn, en wat later Kaat en Kato (de Franse spelling Cato was rond 2000 eveneens gangbaar, en werd daarna ook in Nederland (weer) populair). In deze periode komen net zoals in Nederland Engelse namen op, wat we specifiek in Vlaanderen in de -y uitgang in Evy, Susy en Patsy zien. Evy en ook Evi waren een echt Vlaamse hype die gevolgd werd in Nederland en nog later in Wallonië en een beetje in Frankrijk. Susy (naast Suzy, maar die vorm ook in Frankrijk) was tussen 1957 en 1975 typisch Vlaams, ongetwijfeld geïnspireerd door de hit Susie Q (1957) [later Suzie Q van Creedence Clearwater Revival], terwijl het Ierse Patsy eerder in Amerika populair was tussen 1920 en 1960, en vervolgens in Vlaanderen maar niet in Nederland en Frankrijk.
1980-2000
De namenvrijheid leidt na 1987 tot de officiële opgave van de roepnamen Lore, Inne, Lieze, Fran, Goele en Miet. Goele is opmerkelijk omdat het de associatie met ‘onnozel wicht’ oproept, terwijl het anderzijds de volksnaam is van Sint Gudula, Sinter Goele(n), de patrones van Brussel. Ook Goedele is er van afgeleid, met Goedele Liekens (1963) als meest bekende naamdrager. Toevallig of niet, bij het begin van haar openhartige media-optreden rond seksuele onderwerpen was het na 1991 met het geven van de naam Goedele gedaan. Soetkin is de naam van de moeder van Tijl Uilenspiegel, ook bekend door de zangeres Soetkin Baptist (1985), en tot 2010 gegeven. Liesbet (zonder h) is de meer Vlaamse verkorting van Elisabeth en zowel in Lieselot als Liesl resoneren het Duitse Lieselotte met ook daar Liesl.
2000-2020
Korte namen domineren de laatste decennia, en dan voldoen verkorte (roep)namen. Daarnaast wordt er met Vlaamse voorkeur geput uit internationale namen, zoals het Ierse Oona (of van het Bijbelse Jona), Lio (Engelse uitspraak van Leo), het Duitse Jutta (van Judith of Germaans ‘strijd’ ), het Italiaanse Zita, het Baskische Maité (Maïté). Omdat ik alleen met Frankrijk en Nederland vergelijk komen deze namen bovendrijven, het zijn geen echte Vlaamse namen. De achtergrond ervan is niet altijd even duidelijk of zeker. Opmerkelijk is de keuze van de Friese mannennaam Jitse voor meisjes. Rhune wordt zowel aan meisjes als jongens gegeven. Ine wordt vanaf 1930 ook wel in Nederland gegeven, maar is in Vlaanderen na 1980 aanzienlijk populairder. En alhoewel Nel een heel algemene roepnaam is in Nederland, zien we die nauwelijks bij de burgerlijke stand; in Vlaanderen wel. Het langere Jozefien (in plaats van het internationale Josephine) en Marie-Julie, een combinatie die in Frankrijk niet veel voorkomt, zijn ook vooral Vlaamse keuzes met bescheiden frequentie.
Tot zover dan een aantal observaties van een Nederlander met wat Vlaamse hulp. Het kan heel goed zijn dat er nog flinke geografische verschillen zijn binnen het Vlaamse gewest, maar die gegevens heb ik niet. Volgende keer zeer Vlaamse mannennamen.
- In de procedure werden eerst de voornamen in Vlaanderen geselecteerd die in een tijdsperiode minstens 200 keer waren gegeven. Vervolgens werd per naam de verhouding van het percentage in Vlaanderen en het percentage in Nederland of Frankrijk bepaald, waarvan de laagste verhouding werd behouden (het minst specifiek Vlaams). De namen werden daarna geordend van hoogste naar laagste verhouding, van meest naar minst specifiek Vlaams. Daarvan werd de top-30 genomen, die vervolgens op frequentie in Vlaanderen van hoog naar laag werd geordend, zodat de namen in de tabel zowel tot de meest specifieke als de meer frequente namen daarvan behoren.
Renaat Gaspar zegt
‘Na 1980 wordt Veerle ook in Nederland gegeven.’
Correctie: De eerste keer dat de naam Veerle in een Nederlands geboorteregister werd ingeschreven was op 24 september 1932 in de gemeente Roosendaal en Nispen.
Jeroen B zegt
Bloothooft schrijft over tendenzen: Veerle wordt pas populair na 1980, zie https://www.meertens.knaw.nl/nvb/naam/is/veerle. Overigens werd uw Veerle voorafgegaan door minstens één ander meisje in Nederland: in Westdorpe (Zeeuws-Vlaanderen) werd al op 16 juni 1932 een Veerle geboren.
Gerrit Bloothooft zegt
Zeker, preciezer is te melden dat de echte populariteitsgolf zo rond 1980 start. Ik pas aan.