Verwarwoordenboek vervolg (272)
In het Verwarwoordenboek zijn 600 woordparen behandeld met vaak onduidelijke verschillen: afgunst-jaloezie, bloot-naakt, geliefd-populair, plaats-plek, enz. Nog steeds worden woordparen aangedragen met het verzoek om ook die te behandelen. Vandaar deze wekelijkse rubriek. De aanvullingen worden ook opgenomen in de digitale versie van het Verwarwoordenboek op www.schrijfwijzer.nl.
Wilt u ook een ‘verwarpaar’ behandeld zien? Plaats dan een reactie onder deze rubriek. Kijkt u dan wel even op de website om te zien of de woorden al zijn opgenomen.
accu / batterij
De woorden verwijzen naar een ander proces van energieopslag, maar worden in veel gevallen ook door elkaar gebruikt.
accu opslagcomponent voor elektrochemische energie (oorspronkelijk via vloeistof), meestal speciaal ontworpen voor een apparaat
- De accu van mijn auto is leeg. Kun jij mij helpen starten?
- De accu van mijn e-bike is aan vervanging toe.
batterij opslagcomponent voor elektrochemische energie (via droge elementen), meestal in standaardvorm (AA, AAA, enz.)
- Ik zorg ervoor dat ik eens per jaar de batterijen in de rookmelders vervang.
- Ach, nu heb ik toch de verkeerde batterijtjes, 5,5 V in plaats van 9.5 V.
De techniek van deze energiebronnen doet taalkundig niet ter zake, maar de woorden zelf geven wel iets prijs van het technisch proces. In een accu of batterij gaat het om het vermeerderen van energie via serieschakelingen. Een Latijns woord voor ‘vermeerderaar’ is ‘accumulator’. En accu is een verkorting daarvan, zoals ‘airco’ dat is bij airconditioning en ‘app’ bij applicatie. Het aspect ‘serie’ uit serieschakeling zien we in batterij, oorspronkelijk een onderdeel van de artillerie: een aantal stukken geschut, in serie opgesteld. Het woord batterij komt nu ook nog voor in deze betekenis van ‘serie’: In dit programma werd de hele batterij aan milieu-maatregelen nóg eens besproken.
Vroeger was het verschil tussen accu en batterij duidelijk: een accu was oplaadbaar, en een batterij kon je maar één keer gebruiken. Dat zien we nog terug in het taalgebruik: De accu is leeg en De batterij is op. Tegenwoordig zijn er ook oplaadbare batterijen, en vanwege die oplaadbaarheid worden die dan ook accu’s genoemd. Dit terzijde: Sommige taalgebruikers willen een onderscheid tussen ‘herlaadbaar’ (eenmalig) en ‘oplaadbaar’ (diverse malen). Maar dit onderscheid is te gekunsteld. Tegenwoordig zien we vaker ‘oplaadbaar’ (zoals bij accu’s).
Zijn de woorden nu altijd inwisselbaar? Nee, bij een fossiele auto spreken we van een accu. En een accu is vaak ook groter dan een batterij. Ook schijnt men in Vlaanderen vaker accu te zeggen dan batterij. Een mooi onderscheid zou zijn: een accu zit in een vervoermiddel en een batterij in een apparaat. Toch komen we wel zinnen tegen als de volgende:
- De auto op batterij heeft zijn langste tijd gehad, zeggen waterstof-technici.
Het gebruik van batterij valt hier te verklaren als anglicisme. In het Engels spreekt men van ‘battery’, en wordt er geen onderscheid gemaakt tussen accu en batterij. Het belangrijkste verschil in het hedendaags taalgebruik lijkt terug te voeren op de vorm én op de verkrijgbaarheid. Een accu is doorgaans speciaal ontworpen voor een apparaat, terwijl een batterij een standaardvorm heeft en in de supermarkt te koop is. Maar waterdicht is dit onderscheid niet. Misschien zijn er nog andere argumenten waarom u spreekt over de accu of de batterij van uw mobieltje.
Afbeelding van Michał Jamro via Pixabay
James Sjaalman zegt
Puur technisch was ooit de definitie van accu := accumulator, iets waarin je “stroom” opslaat, reversibel.
Batterij := een serieschakeling van “cellen” (zoals in de zuil van Volta)
Inmiddels zijn deze definities voldoende ge-erodeerd. Alleen de reversibel (“oplaadbaar”) component geldt nog een beetje.
[hoewel mijn Nokia zegt: “batterij onvoldoende opgeladen” als ik hem te snel van zijn 220 navelstreng ontdoe]
Ik denk dat de begrippen inmiddels zo-goed-als synoniem zijn. (misschien muv auto-accuus)
Peter Debrabandere zegt
“Zijn de woorden nu altijd inwisselbaar? Nee, bij een fossiele auto spreken we van een accu. En een accu is vaak ook groter dan een batterij. Ook schijnt men in Vlaanderen vaker accu te zeggen dan batterij.”
Ik zou het omgekeerde zeggen: men zegt in Vlaanderen vaker “batterij” dan “accu”. Maar zelfs: men kent in Vlaanderen het onderscheid tussen “accu” en “batterij” niet. Een “accu” (in een gemotoriseerd voertuig, een grasmaaier en dergelijke) wordt in Vlaanderen heel vaak een “batterij” genoemd. Misschien dat vaklui vaker over een “accu” spreken, maar een leek op het vlak van de techniek en elektriciteit heeft het meestal over een “batterij”, terwijl een Nederlander het dan meestal over een “accu” zal hebben.
In mijn (samen met Siegfried Theissen) normatieve “Woordenboek voor correct taalgebruik” (2004), dat weliswaar ondertussen al wat verouderd is en ook niet meer mee is met de nieuwe kijk op de standaardtaal in Nederland in Vlaanderen, staat het advies om in verband met auto’s niet over “batterij” maar wel over “accu” te spreken. Dat geeft juist aan dat er veel Vlamingen zijn die “batterij” zeggen i.p.v. “accu”.