Ik had net de mooie biografische deelstudie van Gerrit Komrij gelezen die Arie Pos heeft gepubliceerd (De wording van Komrij), toen op YouTube een oud interview (1993) met de schrijver verscheen, door Sonja Barend, naar aanleiding van het verschijnen van zijn roman Dubbelster.
Sonja Barend is nu oud en wordt beschouwd als een eerbiedwaardig iemand, een voorbeeld van iemand die heel goed kon interviewen. Er is een prijs voor het beste tv-interview naar haar genoemd. Maar hemel, wat was dit gesprek met Komrij tenenkrommend slecht. (Ik kan het niet embedden, maar je kunt het hier bekijken.) Wie een cursus interviewen geeft kan dit gesprek gebruiken voor een staalkaart van dingen die je niet moet doen. Dat het desalniettemin het bekijken waard is, komt doordat Komrij een gouden interviewee was, die zich zelfs door een afgeragde tandenborstel nog had kunnen laten interviewen.
Tv-presentatoren
Het begint al bijzonder amateuristisch. Barend begint met vertellen dat Komrij vroeger negatieve tv-kritieken schreef om tevreden te constateren dat hij nu toch maar mooi een roman heeft geschreven over de tv-wereld. Why? vraagt ze dan “om een collega te citeren”. Dat is een zijdelingse opmerking die nergens iets mee te maken heeft, een verwijzing naar Barends collega-interviewer Ischa Meijer (naar wie geen enkele prijs genoemd is), maar Komrij woont in Portugal en kijkt geen televisie. Door simpelweg te vragen naar wie ze dan verwijst weet hij het gesprek meteen meteen (en zo te zien ongewild) te ontregelen. Het wordt allemaal meteen heel ongemakkelijk, ook omdat Barend niet weet hoe ze hier dan op moet reageren.
De rancune uit die beginopmerkingen weet Barend overigens zo ongeveer de hele uitzending vol te houden. Steeds komt ze er weer op terug: dat het toch raar is om op de tv te komen als je dat een ‘drekhol’ hebt genoemd. Dat hij ooit zelf een programma heeft gemaakt dat niet om aan te kijken is (dat Sonja Barend in dat programma geparodieerd werd, zegt ze er niet bij). Het dieptepunt is dat er drie tv-presentatoren van het moment: François Boulangé (wie?), Rolf Wouters (wie?), en Rob Fruithof (WIE?) hebben alle drie Dubbelster gelezen en mogen komen vertellen wat een slecht boek dat is.
Ze herkennen zichzelf namelijk helemaal niet in de hoofdpersoon! Terwijl zij zelf toch ook tv-presentatoren zijn!
Niet pijnlijk
Het is 1993, tv-presentator zijn is het hoogst bereikbare, dat blijkt uit alles in dit programma. Hier wordt gevierd dat de tv alles overwonnen heeft – dat de interviewer belangrijker is dan de gast. Wat dat betreft is dit – gelukkig – geloof ik ook een document uit het verleden. De tv heeft deze glans verloren.
Tegelijkertijd is Barend helemaal niet bezig met Komrij, maar vooral met de structuur van haar programma. Als er een muzikaal optreden komt, zegt ze niet ‘er komt een muzikaal optreden’ en ze praat er ook niet langzaam naar toe. Nee, ze begint plompverloren ineens over muziek te praten, om dan na twee minuten het optreden aan te kondigen alsof dat toevallig nu goed uitkomt. Zoals ook de tv-presentatoren hun intrede doen nadat Barend uit het niets opnieuw over Komrijs tv-kritieken begonnen is.
Alleen helemaal aan het eind, letterlijk, in de laatste paar minuten breekt het ijs een beetje, maar dat is eerder ondanks dan dankzij Barend. Op de obligate (en ook weer plompverloren) vraag wat hij mist aan Nederland, meldt Komrij zijn heimelijke verlangen naar de rookworst. Hij bleek een mens! Bijna een soort tv-presentator!
Het is het enige moment dat niet pijnlijk is. Drie kwartier van het leven van de schrijver weggeroofd, komt nooit meer terug. Dat er een prijs is genoemd naar de interviewster zegt vooral iets over de kwaliteit van de Nederlandse televisie.
Berthold van Maris zegt
Komrij was in het vroegere deel van zijn carriere een provocateur. Dat hij dan ook eens in dezelfde toon geinterviewd werd is toch niet zo vreemd?
Marc van Oostendorp zegt
Hij was tot aan zijn dood een provocateur. En je ziet aan die uitzending inderdaad af dat de redactie heeft bedacht: nu gaan we hem ook eens zo plagen. Die hele redactievergadering valt als het ware uit de afzending te reconstrueren: en dan komen in de 18e minuut de tv-presentatoren binnen enz.
Dat is allemaal het probleem niet; het probleem is dat het zo slecht gedaan is, dat het vanaf het begin pijnlijk is. En niet voor Komrij: die blijft er unverfroren grijnzend bij zitten.
Berthold van Maris zegt
Wat was er in die tijd toch gaande in de literatuur of de maatschappij dat juist zulke onplezierige en ook moeilijk te interviewen mensen als Komrij, Hermans, Reve en Claus het zo goed deden?
Anne Tjerk Fokkens zegt
Heb de uitzending ook teruggekeken. Ik vind het commentaar en uw eerlijk gezegd nogal zuur en denigrerend. Er kwamen wel degelijk zaken aan de orde. En Sonja Barend was echt belangstellend. Ik deel uw opinie absoluut niet!