Wie via de A27 de route Breda-Geertruidenberg-Gorinchem Utrecht volgt, ziet ten noorden van Geertruidenberg in het oosten in de verte een oude zeedijk. Langs die oude zeedijk uit 1461 vinden we twee toponiemen met Muil erin: Muilkerk en Muilwijk. Muilkerk staat op het rechter kaartje uit 1858 nog aangeduid. Muilwijk staat niet op het kaartje. Het lag bij Gantelwijk (thans Uppel, met haar watertoren). Het was een landhuis westelijk van de dijk, dat in de jaren 1461-1646 buitendijks in een kweldergebied lag en verdween.
Oude vermeldingen
Wim Braams (Oude Topografische elementen in het Land van Heusden en Altena, Heusden 2000) heeft van vele toponiemen in onze streek de oudste vermeldingen opgezocht. Voor Muilkerk vond hij Mulekerke (1276), Mulkerke (1329, Muulkerc ( 1387) en Muilkerk in 1413. Wat betreft Muilwijk onderscheidt Braams een gerecht en een landhuis met die naam. Het huis komt in de tweede helft van de 14e eeuw voor als Muilwijk. De nederzetting (gerecht) heet Muilwijk in 1327, Muulwijck in 1403.
Verkeerde interpretaties van ‘Muil’
Over de betekenis van het naamsdeel Muil is veel gespeculeerd. Men dacht aan een molen die bij Muilkerk naast de Muilkerk-kerk stond. Ook dacht men aan mul, een lichte, goed beteelbare grondsoort, geschikt voor tuinbouw, afgezet door historische rivieren.
Taalkundigen gaven aan dat een mul niet de oorsprong van het woord muil kon zijn: een korte u in mul verandert namelijk klankwettig niet in ui; die klankverandering betreft alleen een lange uu. En wat betreft een molen geldt: de taalkundige variatie op molen is meulen, niet muilen. Aldus de taalkundigen. Mensen in de streek waren wellicht op het verkeerde spoor gezet omdat in de Familienamenbank onder ‘Muilwijk’ diverse verwijzingen naar een molen te vinden zijn. Hoe dan ook, de verklaringen mul en molen zijn taalkundig niet aan de orde.
Een nieuwe verklaring
Ook historisch geografen hebben zich gebogen over de betekenis van Muil. Een van hen stelde de volgende vraag: ‘Is het niet mogelijk dat mule of muil een naam is die wijst op de geografische positie die Muilwijk / Mulekerk in het landschap inneemt of innam? In het Etymologisch Woordenboek, mede samengesteld onder redactie van Nicoline van de Sijs, lees ik op pagina 390 van deel Ke – R dat mule ook betrekking kan hebben op iets wat vooruitsteekt. Kan muil dan betekenen dat Muilwijk / Mulekerk zich eertijds bevond op een vooruitstekende plek in het landschap, bijvoorbeeld daar waar een rivier een scherpe bocht maakte?’
Mule als vooruitstekend stuk land?
Muilkerk
We zoomen we eerst in op de fysieke omgeving van de Muilkerk.
Overzicht: Muilkerk langs een kronkelend riviertje met naastliggende weg onderaan op de kadastrale kaart van 1832 met in het midden de Dussensche Steeg, de huidige Ruttesteeg, ooit waarschijnlijk een veedrift. De Muilkerk-kerk lag op de hoek van die steeg bij het riviertje.
Kaartje 1620 van Muilkerk-kerk en molen
Op deze kaart is de ligging van de Muilkerk-kerk goed te zien. De kerk staat wat noordelijk, verder af van het riviertje de Dusse dan de lintbebouwing. De steeg die noordwaarts loopt is de eerder genoemde Ruttesteeg.Ooit, voor 1421 ging het riviertje om de kerk heen. Dus was er sprake van een uitgesproken stuk vooruitstekend stuk oeverwal.
De Dusse (blauw-oranje midden op de kaart) bij de Muilkerk-locatie. Een echte vooruitstekend stuk grond ter plaatse van de vroegere kerk (bron: archeologische beleidskaart gemeente Altena).
De interpretatie van mule als vooruitstekend stuk land in een rivierbocht klopt bij Muilkerk.
De Muilkerk-kerk is in 1945 door oorlogsgeweld vernietigd en niet herbouwd (foto: beeldbank salha)
Muilwijk
Van de locatie Muilwijk hebben we geen mooie historische kaarten. De omgeving daar is in de jaren, eeuwen na de Sint-Elisabethsvloed van 1421 grondig veranderd. Wel weten we dat het kasteel Muilwijk juist ten westen van de zeedijk lag. Dat weten we omdat de heer van Muilwijk in 1460, bij de aanleg van de zeedijk, vroeg of zijn landhuis mee-bedijkt kon worden. De dijkgraaf wilde evenwel de dijk niet westwaarts aanleggen, omdat dan tweemaal een zandbaan van het voormalige riviertje De Werken gepasseerd zou moeten worden. Dit zou twee zwakke plekken in de dijk opleveren.
We gaan voor verbeelding van de situatie naar de Archeologische Beleidskaart van de gemeente.
Gemeente Altena’s beleidskaartje archeologie met in het midden de A27 en rechts de brede oeverwallen van de rivier de Werken, die bij de watertoren van Uppel samen gaan vallen met de oeverwallen van een Alm-Werken rivier uit de Romeins-middeleeuwse tijd. De donkerbruine uitstulping midden-voor op de kaart naar links net voordat die twee rivieren gaan samenvallen is de locatie waar huize Muilwijk onder aangeslibd land moet liggen.
De gemeentelijke kaart laat zien dat de oeverwal juist westelijk van de dijk van de Uppelse watertoren naar fort Altena (donkerbruin richting A27) een vooruitgeschoven hoge plek is. De rivier De Werken had dus zijn vooruitstekend stuk land, een mule.
Slot
Het woord muil als aanduiding van een vooruitstekend stuk land wordt tegenwoordig niet meer gehanteerd. We kennen nu dergelijke situaties die de naam kop dragen. De Kop van Zuid in Rotterdam is een vooruitstekend deel van zuidelijk Rotterdam, waar het lijkt alsof Feijenoord en omgeving de Maas ver noordwaarts ‘opzij duwen’. Bij Dordrecht is er een ‘Kop van het Land’, een stuk land dat iets verder de Merwede insteekt. Het oude woord muil is dus vervangen door kop. En voor wie het woord kop niet mooi vindt, ook het woord hoofd wordt gebruikt. In namen als havenhoofd en, in Willemstad, Zeehoofd. En voor wie van speels houdt: Den Bol komt ook voor. In Woudrichem, een paar kilometer van Muilwijk, heet het vooruitstekende stuk oever bij de pont over de Merwede Den Bol.
De (toen nog niet bebouwde) Kop van Zuid in Rotterdam (topotijdreis 1851)
Willemstad (Noord-Brabant): een zeehoofd. Een vooruitstekend stuk land in het Hollands Diep (topotijdreis 1936).
Den Bol in Woudrichem (https://www.viamichelin.nl/web/Kaarten-Plattegronden/Kaart_Plattegrond-Woudrichem-4285-Noord_Brabant-Nederland)
Olivier van Renswoude zegt
“In het Etymologisch Woordenboek, mede samengesteld onder redactie van Nicoline van de Sijs, lees ik op pagina 390 van deel Ke – R dat mule ook betrekking kan hebben op iets wat vooruitsteekt.”
Streng genomen staat er dat Oudnoords múli behalve ‘bovenlip van een dier’ en ‘bek’ ook ‘uitstekende rots’ betekende. In de andere Germaanse talen is kennelijk geen aanwijzing voor iets in die richting.
Wel evenwijdig aan het Oudnoords is hoe Zwitsers Mūl tevens ‘lip’ kan/kon betekenen, bijvoorbeeld van een os (Staub, 1881–nu). Dat gegeven, alsmede mogelijke verwanten binnen en buiten het Germaans, sterkt de aanname dat ‘lip’ de grondbetekenis is, zo niet een zeer oude bijbetekenis.
Als we dit woord muil dan inderdaad mogen herkennen in Muilkerk en Muilwijk, dan begrijp ik het graag als rechtstreeks vanuit ‘lip’, overdrachtelijk gebruikt. Zo ook gewestelijk Noors mule ‘brede en ronde nes’ (Torp, 1919).
Erik Hofmans zegt
In het Middelnederlands Woordenboek (https://gtb.ivdnt.org/iWDB/search?actie=article&wdb=MNW&id=31164&lemma=mule&domein=0&conc=true) wordt onder mule II als betekenis ook het Latijnse rostrum genoemd. Dat betekent bek, maar het is ook de benaming voor het (verhoogde) spreekgestoelte op het Forum in Rome.
Muilwijk zegt
Komt t niet van mui, muien? Een ruimte tussen twee zandbanken?