Dit jaar werd de Libris-literatuurprijs gewonnen door Mariken Heitman, met haar tweede roman Wormmaan. In de roman wordt via twee verhaallijnen gespeeld met hetzelfde vraagstuk. In het hier en nu is er de zaadveredelaar Elke, die zich bezighoudt met het ontwikkelen van gewassen die passen bij de wensen van de moderne consument. Na een grote tegenslag trekt ze zich gedesillusioneerd terug om haar werk als het ware ongedaan te maken: ze wil een erwt creëren die weer lijkt op de oererwt, nog niet kunstmatig verzwakt door eeuwenlange menselijke praktijken. Tegenover deze maakbaarheid van gewassen wordt de rol van de maakbaarheid van maatschappelijke verwachtingen gesteld, waar Elke op persoonlijk vlak mee worstelt: wat houdt het in om een vrouw te zijn en waarom lijkt Elke zelf niet aan die verwachtingen te kunnen voldoen? In een tweede verhaallijn is er Ra, een vergelijkbaar personage, dat in de compleet andere context van de allereerste boeren in de Levant rondwaart. Ook in dit verhaal wordt onderzocht in hoeverre de mens regeert over het gewas en andersom. Hier is de (veronderstelde) tweeslachtigheid van een personage een reden om vereerd, maar ook gewantrouwd te worden. Elke en Ra zijn beiden vervreemd van de verwachtingen rondom gender en zowel Elke als Ra zijn op zoek naar dingen die ze, al dan niet door hun voorkomen en identiteit, niet te pakken krijgen. Al met al barst Wormmaan bijna uit zijn voegen van de genderthematiek. Dit wordt ook benoemd door de Libris-jury: ‘Heitman onderzoekt wat onmiskenbaar een van de grote thema’s van nu is: de eigen identiteit in het algemeen en de genderidentiteit in het bijzonder’.
Dat genderidentiteit een belangrijk thema is, zal geen enkele lezer zijn ontgaan. Toch lijkt de parallel tussen de maakbaarheid van de natuur en de maakbaarheid van genderverwachtingen in de receptie van Wormmaan af en toe naar de achtergrond te verdwijnen. In Trouw zet de recensent in ruim vierhonderd woorden het plot uiteen, om vervolgens in de laatste alinea af te sluiten met ‘Uiteraard zoekt Elke vooral ook naar de oerversie van zichzelf. Het spat van elke pagina. Man noch vrouw, of allebei, is Elke even uitzonderlijk als – what’s in a name – gewoon.’ De koppeling tussen deze zoektocht en de domesticatie van groenterassen wordt niet naar voren gehaald. In de recensie in de NCRV-gids wordt het genderthema in een vergelijkbare vorm gepresenteerd: ‘Ook worstelt ze met haar identiteit als vrouw die zich niet vrouwelijk voelt.’ Dat woordje ook impliceert ergens de aanwezigheid van twee losse doelen, alsof het genderthema lukraak betrokken is geraakt bij een verhaal over erwtenveredeling.
De parallel tussen natuur en maatschappij
Wormmaan wordt gekenmerkt door een grote dichtheid van onderwerpen, die het misschien mogelijk maakt om de parallel tussen de maakbaarheid van de natuur en die van genderverwachtingen min of meer links te laten liggen. Het brede spectrum aan thema’s zorgt ervoor dat elke lezer zich door iets anders kan laten raken, dat is uiteraard het mooie aan literatuur. Toch is het opmerkelijk hoe er in de receptie over de thematiek van deze roman wordt gesproken. De verbanden tussen het persoonlijke en het politieke en tussen natuur en maatschappij worden in dit boek gelijktijdig onderzocht, maar in de receptie worden ze regelmatig van elkaar gescheiden.
In dit interview met Mariken Heitman, afgenomen door Marcel Möring, komt het zogenaamde gebrek aan een maatschappelijk element ter sprake. Hij zegt: ‘Dit is denk ik één van de eerste boeken waarin het niet meer zozeer gaat over de maatschappelijke kwestie, maar over wat wij geschapen hebben door de vele eeuwen, millennia heen. De aarde, de planten, de natuur én ons, het beeld wat we van onszelf hebben als man, vrouw en zus en zo, dat is net zo artificieel als die erwt van jou’, waarop Heitman reageert ‘of natuurlijk.’ Ze gaat verder door de parallel tussen de menselijke omgang met elkaar en met de natuur nadrukkelijk te noemen als het vraagstuk dat ze heeft willen onderzoeken, en noemt het feit dat ze van Elke een zaadveredelaar heeft gemaakt ‘de manier om er te komen’. De kwestie over in hoeverre wij als mensen dingen scheppen, is bij uitstek een maatschappelijke, maar schijnbaar zet het element van de biologie mensen toch op het verkeerde been. Dat natuur niet maatschappelijk is, lijkt me een vreemde conclusie na het lezen van een boek dat alles op alles zet om de parallel tussen menselijke omgang met natuur en met elkaar bloot te leggen.
Gender als apolitiek thema
Ook in de bekende BoekenFM-podcast van Das Mag en De Groene Amsterdammer wordt bevraagd in hoeverre het genderthema in Wormmaan politiek is. Eén van de sprekers stelt vervolgens dat dit apolitiek is: ‘Als het nu gaat over genderidentiteit en hoe we daarmee om moeten gaan als samenleving dan gaat het altijd over “hoe richt je openbare ruimtes in?” en “Hoe spreek je mensen aan, wat is de taal die je moet gebruiken?” (…) [Heitman] was niet belerend, eigenlijk constateert ze gewoon een feit, dat is gewoon iets waar je niet aan kunt ontsnappen, aan die binaire gedachtes. Het was niet eens heel erg voorschrijvend.’
Het feit dat er in een roman geen directe aanbevelingen worden gedaan, is nog geen reden om een thema als apolitiek te beschouwen. Natuurlijk is een schrijver geen beleidsmaker: een idee of een gevoel kan rustig afgetast worden zonder dat er concrete acties aan gekoppeld hoeven te worden. Een identiteitsvraagstuk zoals Heitman het presenteert is deels persoonlijk. Je eigen gender bevragen, en de vraag stellen in hoeverre jouw identiteit strookt met wat je hebt geleerd, is een complex persoonlijk proces, dat plaatsvindt tegen een bepaalde politiek-maatschappelijke achtergrond. Toch is er schijnbaar een verwachting dat, wanneer men het in een roman over gender heeft, het direct over expliciete identiteitspolitiek zal gaan. En wanneer dat niet het geval is, dat dit dan zou betekenen dat het boek apolitiek is.
De opmerking dat het boek niet belerend of voorschrijvend is, geeft volgens mij blijk van de verkrampte maatschappelijke houding die er heerst rond het thema genderidentiteit. Het debat over gender in de publieke ruimte wordt vaak, ten onrechte, weergegeven als een kwestie waarbij een groep ‘genderdrammers’ de meerderheid van de mensen iets op probeert te leggen: het gebruik van bepaalde voornaamwoorden of genderneutrale toiletten bijvoorbeeld. In werkelijkheid zien we gemarginaliseerde mensen die tot op heden sociale uitsluiting ondervinden vanwege hun identiteit, en die nu proberen een plek op te eisen in de publieke ruimte. Aan deze vraag om betrokken te worden, gaat het hele persoonlijke identiteitsvraagstuk vooraf. Het één is dus een direct gevolg van het ander. Heitman tekent in Wormmaan op een ingenieuze manier op in hoeverre de persoonlijke genderworstelingen van Elke en Ra worden beïnvloed door hun sociale en maatschappelijke context, en in hoeverre die context maakbaar is. Die boodschap is, zou ik zeggen, zeer politiek.
Maatschappelijke maakbaarheid
De reactie op Wormmaan doet me denken aan het thema van de dramatische coming-out, dat in veel media over LHBT+ centraal staat. We lijken als maatschappij open te staan voor het narratief van de queer eenling, iemand die rondloopt met een geheim en een innerlijke strijd voert. Een queer persoon mag in de media wel worstelen, maar niet eisen. De queer verteller moet vooral tam blijven, een beetje zielig misschien, geïsoleerd van andere queer personages én van brede maatschappelijke waardering. Elke en Ra zijn personages die in die traditie passen, die vooral leed ondervinden omdat ze ‘anders’ zijn. Desalniettemin geeft Heitman een voor Nederlandse bodem vrij radicale reflectie op genderidentiteit en de maatschappelijke maakbaarheid daarvan.
Zelf komt ze in het interview terug op de verbazing die lezers hebben wanneer ze erachter komen dat gewassen veredeld worden door mensenhanden, dat de natuur veel meer geschapen is dan we denken. Heitman: ‘Die verbazing is wat mij betreft bewijs voor het feit dat we het niet altijd zien. Op het moment dat je je verbaast, had je kennelijk een andere verwachting. Je had de verwachting dat de wereld was zoals je dacht dat die was, en als die dan anders blijkt te zijn, dan ontstaat verbazing. Ik vind [die verbazing] bewijs dat we vaak vasthouden aan de wereld zoals die is en het ingewikkeld vinden om ons andere werelden voor te stellen’. Als dat geen politiek-maatschappelijke boodschap is, wat dan wel?
Laat een reactie achter