Zomerdag
De singels liggen breed om parken heen,
waar koelte weldaad is in diepe lanen,
op ’t zomerwater drijven statig zwanen
en ’t oud kasteel schuilt in omwingerd steen.
De dag is rust. Maar op de asfalt-banen
braveert de race-car — schelrood fenomeen —
de schelle zon, wordt mens en motor één,
om zich van alle grenzen vrij te wanen.
Rood ronkend monster, is ’t geen razernij?
— kanaalrecht asfalt, weiden en wat koeien,
een kerk en een kasteel, een bomenrij —
dat heet dan Holland — is ’t niet te verfoeien?
Een wolk drijft langzaam aan de zon voorbij,
stil in de schaduw gaat een roos ontbloeien.
George Kettmann jr. (1898-1970)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail
Laat een reactie achter