De Vlaamse dichter en docente Ruth Lasters maakt zich al enkele jaren druk over een inderdaad belangrijke kwestie: het verschil tussen A en B. Kinderen worden wanneer ze 12 zijn geclassificeerd als A-leerling (dan gaan ze de theoretische kant op) of als B-leerling. Lasters wijst op de symbolische waarde van die labels: B is in onze samenleving en ons taalgebruik meestal toch minder goed dan A.
Lasters, die zelf ook docente is, heeft nu samen met een groep B-leerlingen (Kelvin Kamau, Miguel Angel, Charlotte Sibaers, Amber Serresen, Nyano Van Mechelen en Inne Michiels van de Spectrumschool in Deurne) een gedicht geschreven dat begint met de regels “Olie-, oliedomme staat / die leerlingen vanaf twaalf jaar / nog altijd letterlijk met ‘A’ labelt of ‘B’. / Welkom in het middelbaar!”
Mevrouw Michiels
Lasters schreef dit als stadsdichter van Antwerpen, maar de schepen van cultuur Nabilla Ait Daoud weigerde het gedicht. Formeel is niet duidelijk wat de reden is voor de weigering, maar het politieke karakter ervan zal vermoedelijk een rol hebben gespeeld. Hierop besloot Lasters terug te treden als stadsdichter. (Ze was het geworden samen met vier anderen die helaas wel aanblijven.)
Op de sociale media ontstond natuurlijk meteen een discussie of Lasters’ tekst wel een gedicht was, en of A niet stond voor algemeen en B voor beroeps en of het eigenlijk wel mooi genoeg was. Nu is de techniek van het gedicht interessant: het feit dat Lasters het samen met die leerlingen geschreven heeft. Het gedicht heeft een heel klassieke apostrofe: er wordt een instantie aangesproken waarvan het onwaarschijnlijk is dat die luistert, te weten ‘Vlaanderen’:
Straks vraagt gij, Vlaanderen, nog losgeld voor het woord ‘intelligent’
dat gij al eeuwenlang gegijzeld houdt, alleen voor quizzers reserveert,
voor dokters, architecten, wetenschappers, voor mevrouw Michiels en advocaten.
Terwijl wij, trappenmakers, de hellingsgraad berekenen,
de ideale afstand tussen treden.
Kunt gij dat, Vlaanderen? En weet gij alles, zoals wij, mecaniciens,
over de juiste spanningskracht
op bouten van de nokkenas of hoe de distributieriem vervangen dient
voor een perfecte kleptiming?
Schande
Het is interessant en pijnlijk dat er een afstand wordt gecreëerd tussen ‘gij, Vlaanderen’ aan de ene kant en ‘wij, trappenmakers’ en ‘wij, mecaniciens’ aan de andere. Horen die trappenmakers en mecaniciens dan niet bij Vlaanderen? Dat voelen ze kennelijk niet zo, zeker niet zolang ‘Vlaanderen’ het woord intelligent gegijzeld houdt.
Maar nog mooier is dat het berekenen van de hellingsgraad en het vervangen van de distributieriem het hier tot de poëzie halen – woorden waarvan ik vermoed dat die nooit eerder in een Nederlandstalig gedicht hebben gestaan.
In een stuk dat De Standaard gisteren publiceerde zegt dat de “totaal onpedagogische indeling” in A en B “slechts een symptoom is van een maatschappij die systematisch de loftrompet steekt over cognitieve intelligentie en haar neus ophaalt voor technisch vernuft en handvaardigheid.” Ze lijkt me een geweldige docent: iemand die respect heeft voor wat haar leerlingen allemaal kunnen en ze tegelijkertijd ook laat proeven van de wereld van de ‘cognitieve intelligentie’ door ze gedichten te laten schrijven, ook al is in Vlaanderen in het beroepsonderwijs het werken met literaire teksten helemaal niet verplicht of gebruikelijk.
“Het is belangrijk”, zei ze een aantal jaar geleden tijdens de Dag van de Literatuurkritiek, “om ook beroepsleerlingen de wereld van taalverwondering binnen te trekken”. Er is geen sterkere trekker dan Lasters. Wat een schande voor Antwerpen dat ze haar laten gaan.
Robert Kruzdlo zegt
Om al die blinde vlekken weg te werken is het belangrijk om ook beroepsleerlingen de wereld van taalverwondering binnen te trekken. Laster heeft het ook over mensen die ‘ziende blind’ zijn, die de blinde vlekken NIET willen wegwerken. Je kunt niet aan iedereen trekken, sjorren, helaas. En dus kun je kuisen tegen de klippen op. Laster blijft het, maar taalverwondering is voor mensen die er aanleg voor hebben en helaas niet iedereen is dit aangeboren. Waren er maar meer Lasters dan gaan er meer deuren open.
beukenwoud zegt
ik vind het in feite niet ‘leuk’ maar ‘goed’.
Waar staat de ‘goed’-knop ?