In gesprek met Jan Griffioen
Tegenspraak (1982) is een eigenzinnig vakdidactisch handboek. Het opent met een wens en een waarschuwing: “We hopen dat het boek invloed zal hebben en niet te snel onder het motto te theoretisch terzijde gelegd zal worden.” De waarschuwing is overbodig, want het is juist heel fijn dat dit handboek docenten niet bemeestert met allerlei praktische tips. In Tegenspraak draait alles om het zoeken en vinden van richting. Geen aanbevelingen of voorschriften dus, maar gelouterd idealisme. Griffioen pleit voor het opvoeden tot autonomie, vanuit het besef dat de tegenkrachten groot zijn (in de wereld en in onszelf). In dit handboek, dat hij schreef met medewerking van Damsma en Evenboer, spreekt Griffioen met een toonvaste stem. Je kunt erin meegaan of tegendenken: in beide gevallen weet je daarna beter waar je staat.
Handelingsoriëntatie
Griffioen is groots in paradoxen. Zijn ideologie is expliciet en daarom nooit opdringerig: “Er is niet zoveel dat gefalsificeerd of bewezen kan worden, maar wel kunt u uw fantasieën naast en tegenover de onze plaatsen” (p.9). Bovenal roept dit handboek leesplezier op, omdat stijl en inhoud sterk op elkaar inwerken.
We vinden het heel normaal dat iemand zich na een week lesgeven geen kindervriend meer voelt. We weten dat de marges waarbinnen gekozen kan worden, vaak uitermate smal zijn. Maar juist omdat we dit weten, schreven we dit boek (…). Onze opvatting is, dat u persoonlijk verantwoordelijk bent voor het nastreven van het ideaal, voor de keuzes die u maakt, ook al wordt de vrijheid daartoe hevig ingeperkt door het systeem. Onvrij maar verantwoordelijk. U bent tegen het eindexamen? Dat is dan de handelingsoriëntatie waarmee u uw eindexamen inricht. U bent tegen cijfers? Dat is dan uw handelingsoriëntatie waarmee u cijfers geeft. U bent tegen schoolboeken? Dat is dan de handelingsoriëntatie waarmee u boeken op de boekenlijst zet. U bent tegen voorschriften? Dat is dan de handelingsoriëntatie waarmee u voorschriften opvolgt.
(p. 13)
Na enkele uurtjes herlezen besloot ik: nu ga ik hem mailen, om te vertellen dat deze tekst veertig jaar na verschijnen nog steeds ontroert en inspireert. Een digitale zoektocht leverde echter niets op. Er zijn zeldzaam weinig recente verwijzingen naar de auteur van enkele baanbrekende boeken.
Hij was ooit vakdidacticus in Groningen, zoveel is zeker. Daarom gebeld met de vakdidactiek aldaar. Ik kreeg te horen dat Jan Griffioen halverwege de jaren tachtig, nog relatief jong, afscheid heeft genomen van universiteit en neerlandistiek. Uiteindelijk achterhaalde ik de naam van een vriend. Ik mailde en kreeg een aardig berichtje terug met de verdrietige mededeling dat Jan Griffioen inmiddels is overleden. Ik weet niet of mijn berichtje welkom was geweest, schreef ik in antwoord daarop, maar ik had hem graag willen laten weten dat ik ben getroffen door zijn combinatie van realiteitszin, idealisme en weerbarstigheid. Hij sloeg bijzonder veel spijkers recht op de kop zonder zijn didactiek tot een systeem te maken, schreef ik ook nog. Per ommegaande kreeg ik antwoord: ‘Jan was iemand die me verregaand heeft geïnspireerd en gevormd tot de leraar Nederlands die ik veertig jaar heb kunnen zijn. Je typeert zijn ‘leer’ treffend: geen systeem. Hij zag het zelf als handelingsoriëntatie, hij wilde opvattingen en soms zelfs slechts gedachten geven waarnaar je je zou kunnen richten zoals een kompas dat doet: als oriëntatie niet als marsroute.’
Tijdloos actueel
Griffioen beschrijft het handelen van docenten consequent in relatie tot hun zijn. Daarin neemt hij ook nu nog binnen de neerlandistiek een unieke positie in. Tegenspraak leest niet als het handboek maar als een handboek – en dat is precies wat er zo goed aan is. Zijn ideeën over complete communicatieve situaties en over reflectie op taalgebruik zijn doordacht, consistent en onverminderd vernieuwend. Het is geen toeval dat recente visiestukken voor het schoolvak Nederlands aansluiten bij zijn ideeën.
Tegelijkertijd zijn de tijden veranderd en daarmee ook de uitdagingen en de risico’s van ons vak. In 1982 stonden docenten Nederlands soms al te centraal voor de klas en lagen eigenrichting en willekeur op de loer. Veertig jaar later dreigen eenvormigheid en conformisme onze lespraktijken te verstikken en staan zelfstandig werkende leerlingen al te ver van mij af (en ik van hen). Soms ken ik ze beter van de werkstukken die ze online inleveren dan van de les. Lesgeven doe je binnen een school en vaksectie en met een gemeenschappelijk programma van toetsing en afsluiting. Maar lesgeven doe je ook met jezelf en met klassen die allemaal een eigen kleuring hebben. Op zijn best voelt lesgeven als spelen met de tijd. Het is dus zaak om de tijd te vriend houden in onze beroepspraktijk, maar dat valt nog niet mee. Bij al te strakke richtlijnen verschrompelt de ruimte van het volledige leren tot een celletje in een rubrick.Op zo’n moment voel ik me verdwaald in mijn baan en dan kan ik wel wat inspiratie gebruiken.
Tegenspraak is blijvend actueel omdat het zaken omdraait. Jan Griffioen moedigt aan om te beginnen met verbeelding en vanuit die ruimte een weg te banen naar de praktijk. Zijn handboek begint niet met de vraag naar effectief onderwijs, maar met de vraag wat we eigenlijk willen met ons schoolvak.
Die droomwereld, die utopie, dat ideaal, het is de pool waarnaar ons kompas zich richt, zoekend, trillend, onzeker, labiel. Maar: ‘Wij moeten weten hoe het eigenlijk zou behoren te zijn, om te bepalen hoe wij vandaag en morgen moeten handelen.’ Dat hebben wij gepoogd in dit boek te formuleren; wij hopen dat u uzelf erin herkent en zo niet, dat u dan de discussie met ons start
(p. 10-11)
Een discussie zit er niet meer in – en een herdruk vermoedelijk ook niet. Gelukkig zijn er online archieven. Mij lijkt dat in één zo’n archief een plekje te vinden moet zijn voor een pdf-je van dit beknopte handboek. Daar is alle reden toe. Ook veertig jaar later is het goed om met Tegenspraak in gesprek te zijn, omdat deze vakdidactiek appelleert aan het beste in onszelf en in ons schoolvak.
Carl Brüsewitz zegt
Als student Nederlands aan de Rijksuniversiteit Groningen heb ik les gehad van Jan Griffioen. Daar bewaar ik warme herinneringen aan, een inspirerende en gedreven leraar.
Dr. Maxy Bak-Piard zegt
Bedankt! Stof om over na te denken!
Helge Bonset zegt
Tegenspraak is inderdaad een bijzonder boek, vanwege zijn invalshoek van handelingsoriëntaties, zijn beknoptheid en zijn persoonlijke invalshoek. ‘Je kunt erin meegaan of tegendenken: in beide gevallen weet je daarna beter waar je staat’, schrijft Jeroen Steenbakkers terecht. Ik ben tot mijn genoegen kritische meelezer van het boek geweest, zoals Griffioen ook in het Woord Vooraf vermeldt, en heb er nog altijd bewondering voor. Al zou ik het moeilijk gevonden hebben om er zelf als vakdidacticus mee te werken, juist door die persoonlijke invalshoek.
Ik heb gekeken of het boek nog te krijgen is via boekwinkeltjes.nl; helaas niet, en ik heb ook geen andere vindplaats kunnen opsporen. Hopelijk hebben bibliotheken het nog.
Matthijs Dhr. Vermeulen zegt
Wat fijn om deze tekst te lezen. Jan Griffioen was een bijzondere man en een goede vriend. Matthijs Vermeulen
Matthijs Dhr. Vermeulen zegt
Speciaal voor de auteur: er is een uitzending van ‘DNA onbekend’ gewijd aan Jan Griffioen. mvg Matthijs