![](https://neerlandistiek.nl/wp-content/uploads/2017/11/img_1659-1024x1024.png)
Sinds het artikel uitkwam dat de Leidse Berber-taalkundige Maarten Kossmann schreef over het gebruik van Berber en Arabische woorden door Marokkaanse meisjes in een chatgroep, heb ik er al een aantal keer college over gegeven. Het is een inzichtelijk artikel dat laat zien dat de meisjes precies weten wanneer ze zulke woorden gebruiken: als ze onderling grapjes aan het maken zijn. Wanneer ze serieus zijn schrijven ze Standaardnederlands – ook als het over godsdienst gaat, terwijl je de islam natuurlijk op zich met Arabisch zou verbinden.
Ik vatte het artikel vijf jaar geleden hier samen. Ik schreef toen onder andere:
Het ging, ontdekte Kossmann, bovendien vooral over een aantal, geselecteerde woordjes. Het Berber-lidwoord ižžen komt, op allerlei manieren gespeld (zoals ijen), bijvoorbeeld heel vaak voor:
Nahouuuuu, ik heb ijen broer die wilt echt graag een serieuze meisje waarmee ie snel mee kan trouwen.
Dit voorbeeld kwam ook aan de orde tijdens mijn college vorige week. Na afloop – ik stond het bord schoon te vegen – kwam er een student naar me toe die vertelde dat hij van Marokkaanse afkomst was, maar dat vrienden van hem – moslims van Bosnische afkomst – hem min of meer hadden verboden om woorden als ižžen te gebruiken in zijn Nederlands. Dat woord was naar hun idee voorbehouden aan moslims, en hij was een afvallige. Het gold volgens hem voor meer Marokkaans-Arbische en Berber-woorden: waar alle jongeren vrijelijk Surinaamse of Papiamento-woorden konden gebruiken, was de grens bij Arabische en Berber-woorden hoger.
Dit is natuurlijk maar één voorbeeld, en de materie zou verder moeten worden onderzocht, maar het is natuurlijk opvallend dat Bosnische Nederlanders een mening hebben over het gebruik van een Berber-woord door een Marokkaans-Nederlandsee jongen, en dat zij dat woord voor zichzelf willen reserveren. Zou hier sprake zijn van een zich ontwikkelend soort moslim-Nederlands, voorbehouden aan jongeren die de islam aanhangen?
Het lijkt op het eerste gezicht iets heel anders dan wat Kossmann vond. Want bij hem bleek de godsdienst niet van belang. Nu zijn diens resultaten alweer tien jaar oud – het soort chatgroepen op een website zoals hij onderzocht bestaat niet meer, de meisjes uit zijn onderzoek zijn inmiddels allen ongetwijfeld carrièrevrouwen – maar er is ook niet veel tegenspraak. Het ging in zijn onderzoek om Marokkaanse meisjes, waarbij de godsdienst vermoedelijk niet echt ter discussie stond. Men ging er onderling vanuit dat de ander of op zijn minst de familie van de ander moslim is. Maar misschien is er inmiddels dus wel in Nederland een groep jongeren ontstaan die onderlinge solidariteit voelt vanwege de – in de grotere samenleving niet erg gewaardeerde – godsdienst, en die woorden gebruikt om dat uit te drukken.
Dat kan dan nog steeds voor de grap zijn. Het zou interessant zijn om te zien of dat moslim-Nederlands nog steeds wordt gemeden als het over de godsdienst zelf gaat. En sowieso is het een interessant verschijnsel, want talige scheidslijnen die religieuze grenzen zijn betrekkelijk zeldzaam. Zelfs in het verzuilde Nederland van de eerste helft van de twintigste eeuw kwam men niet veel verder dan dat katholieken ‘op vakantie’ en ‘op de eerste plaats’ zouden zeggen en protestanten ‘met vakantie’ en ‘in de eerste plaats’. Hier is werk aan de winkel voor een student die toegang heeft tot deze jongeren!
Ik kom wel eens op volledig witte scholen en daar gebruiken ze de Marokkaanse partikels zoals izjen of wash ook. Ik denk dat Godsdienst geen rol speelt hierin. Wel interessant dat de student die opmerkingen krijgt. Zou je als je openlijk afvallig bent, misschien ook niet meer authentiek Marokkaans zijn en daarom geen izjen mogen gebruiken?
Hij hoorde het dus van Bosnische vrienden, dat is een extra draai in het verhaal.