De wetenschap is een ideaal. Ja, het is voor veel mensen ook een instituut of een carrière, en voor anderen een bron van ongenoegen en wantrouwen, maar de basis ervan is een ideaal: dat de mensheid zichzelf en het universum zo goed mogelijk leert begrijpen. En dat in gezamelijkheid – iemand die geheel op eigen houtje het raadsel van het heelal ontsluiert, maar de oplossing aan niemand vertelt, van zo iemand kun je je afvragen of zij wel een wetenschapper is.
Het idee dat wetenschap geen project is van een geniale enkeling, maar van de gehele mensheid, wordt de laatste tijd het meest uitgesproken tot uitdrukking gebracht door de zogeheten Open Science–beweging die streeft naar een in alle opzichten transparante wetenschap: niet alleen de producten – de artikelen en de boeken – moeten gratis aan alle geïnteresseerden ter beschikking worden gesteld, maar ook bijvoorbeeld de onderzoeksgegevens en de manier waarop die artikelen beoordeeld zijn door door de collega’s. Onderzoek doen is niet goochelen! Iedereen mag op je vingers kijken.
West-Afrika
Een poot van die Open Science-beweging waaraan in Nederland tot nu toe maar weinig aandacht wordt besteed, is misschien ook wel de meest ambitieuze: die van Open Education. Je kunt wel alles via internet aan iedereen ter beschikking stellen, als je een opleiding van hoger onderwijs nodig hebt om het allemaal te begrijpen, en zo’n opleiding kost je handenvol geld, is het natuurlijk nog steeds niet open. Wat heb je aan een wetenschappelijk artikel als je er niets aan hebt? Dit is waar open onderwijs (‘Open Education’) om de hoek komt kijken: een verzamelnaam voor pogingen om ook zoveel mogelijk van het hoger onderwijs vrij toegankelijk te maken, meestal natuurlijk via het internet.
Ik was gisteren online bij een Europese bijeenkomst over dat open onderwijs, omdat ik me de afgelopen jaren op een aantal manieren heb ingezet voor dat open maken van in ieder geval het eigen onderwijs. Dat maakte me nog niet helemaal klaar om deel te nemen aan het gesprek, want dat ging over wat voor beleid universiteiten zouden moeten inzetten om open onderwijs te stimuleren. Ik wist daar weinig van – ik heb de indruk dat Nederlandse universiteiten eigenlijk nauwelijks beleid hebben op dit gebied. In Europa lijken vooral Britse en Ierse universiteiten ermee bezig. Een deelnemer uit Edinburgh deelde bijvoorbeeld het bovenstaande filmpje over veilig koeien melken – dat vooral in West-Afrika bekeken lijkt te zijn, en dus rechtstreeks de doelgroep bereikt.
Begrijpen
Open onderwijs is iets anders dan (gratis) wetenschapscommunicatie, zoals we hier op Neerlandistiek bedrijven. Het verschil is dat wij hier doen nauwelijks systematisch is: er staan allemaal losse stukjes. Als je die allemaal leest – inmiddels zijn het er ongeveer 18.500 – krijg je vast een beeld van hoe het vak in elkaar zit, maar hoe het allemaal samenhangt wordt nergens echt uitgelegd. Zoals ook jargon vrij systematisch vermeden wordt. Om écht een goed beeld te krijgen, heb je onderwijs nodig: een systematische uitleg die niet op ieder moment per se even spannend is omdat er nu eenmaal aan ieder vak ook wat saaiere kanten zitten.
Corona heeft ons geleerd dat veel écht onderwijs uiteindelijk altijd een levende docent nodig heeft, in een fysiek lokaal. Maar ook dat sommige dingen best online kunnen, en zelfs opgenomen. Zulke opnamen, en al het schriftelijke en andere materiaal, kunnen natuurlijk voor de doorzetter met zelfstudie in ieder geval een benadering geven van een opleiding.
Het nadeel, zou je kunnen zeggen, is dat dit alles nóg een taak voor de universiteiten erbij geeft: niet alleen onderzoek doen, en de eigen studenten opleiden, en voorlichting geven, maar ook nog eens de rest van de wereld opleiden. Nog meer werk! Maar het hoort bij het ideaal – en daarom is er uiteindelijk beleid nodig, om een en ander te kunnen integreren.
Samen met de Nijmeegse universiteitsbibliotheek wil ik graag materiaal verzamelen op het gebied van de neerlandistiek: opnamen, dia’s, teksten; zolang het maar gratis gedeeld mag worden en mensen kan helpen het vak beter te begrijpen. Welke collega heeft er nog wat liggen, of is er bereid wat te maken?
Antoon VALCK HOEX zegt
Programmaas van de universiteit van Nederland en die van Vlaanderen, lijken me in deze richting te gaan, of zit ik er toch naast?