Voluit Taal. Didactiek Nederlands voor de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs
476 bedrukte bladzijden – een flinke kokkerd.
10 auteurs – een aantal uit de lerarenopleidingen, ook van het Centrum Taal en Onderwijs van de KULeuven: Mariet Schiepers, Lisa Verhelst, Pandora Versteden, Steven Delarue, Heleen Rijckaert, Barbara Axters, Tamara Bollaert, Liesbeth Ghesquière, Maarten Van Nieuwenhove, Kim Willems. Owl Press heeft het boek vorm gegeven.
De inhoud omvat drie delen:
Deel 1 met als onderdelen Taal in de 21e eeuw, Taalonderwijs in de 21e eeuw, Geïntegreerd werken aan taalcompetenties, Taalverwerving.
Deel 2 met Praktijkverhalen, Vaardigheden, Woordverwerving, Taalbeschouwing, Literatuur, Meertalige leerlingen, Taalcompetenties evalueren via brede en diepe beeldvorming, Taal en technologie.
Deel 3 Kijkwijzers
Meteen opvallend als je het Handboek Didactiek Nederlands openslaat is de afwezigheid van een Woord vooraf. Na de inhoudstafel volgt dadelijk de aanpak van deel 1. In een paar kadertjes in een licht kleurtje gevat wordt gesensibiliseerd hoe Mauro en Amir en hoe Nora en Mila hun dag beleven en welke functies taal heeft in hun leven. Hun verhaaltje wordt netjes in twee kolommen gevat. Die presentatietechniek wordt verderop in het boek ook herhaaldelijk toegepast. De titels staan behoorlijk groot in cursief in het groen. Tussentitels staan er in voldoende grote hoofdletters en ook in een lichtblauw kleurtje.
In de rand in cursiefletter verticaal aangegeven laat toe gemakkelijk de belangrijke inhouden van het boek op te zoeken. Een handig instrumentje om de gebruiksvriendelijkheid van het boek voor de raadplegende didacticus of docent te garanderen. Suggestieve tekeningetjes van schoolse situaties verluchten het boek op een prettige wijze. Aan de layout ook aan het voorplat van de omslag is duidelijk te zien dat we hier te doen hebben met een boek uit de wereld van de school.
Het boek sluit aan met een vorige gelijkaardige publicatie gericht op het basisonderwijs Volop Taal – didactiek Nederlands voor de lagere school. De publicatiedatums volgen fiks op elkaar: Volop Taal (2e druk) kwam uit op 1 augustus, Voluit Taal verscheen op 1 september 2022.
Aan de hand van de inhoudsopgave constateer je meteen dat deze publicatie mikt op de eigentijdse onderwijspraxis Nederlands voor de eerste twee graden van het middelbaar onderwijs. Actualiteit staat dus voorop. Ook de inspiratie van het ideeëngoed van het CTO van Leuven o.m. vertegenwoordigd door Pandora Versteden in het redactieteam kun je vermoeden met bijvoorbeeld de taakgerichtheid in het onderwijsconcept voor de aanpak Nederlands in de lessen. Deel 1 brengt in dat perspectief de vertaling van actuele wetenschappelijke inzichten over het onderwijs naar de praxis via de zeven didactische principes die doorheen het hele boek een leidraad vormen. Ze zijn geformuleerd rond “Taalkrachtig onderwijs”. Dat stimuleert een positief-talige grondhouding (1), is contextrijk (2), is functioneel (3), is (inter)actief (4), geeft ondersteuning (5), heeft aandacht voor impliciet en expliciet leren (6) en biedt kansen tot reflectie (7). Die principes vormen ook de theoretische onderbouwing van het al genoemde Volop Taal voor het basisonderwijs.
Meer nog: in de lerarenopleidingen van de auteurs die van de redactie deel uitmaken worden de zeven didactische principes van krachtig taalonderwijs én taalkrachtig onderwijs nadrukkelijk bij de studenten aangebracht en onderwezen hoe ze in de praktijk worden geoperationaliseerd. Dit is zeker het geval in de Educatieve Bacheloropleiding Lager Onderwijs aan de Arteveldehogeschool in Gent (Tijdschrift Taal / 2022 jg. 13 nr. 21 blz. 4). Opvallend ook is hoe deze actuele didactische concepten aansluiten bij de methodiek van taalontwikkelend lesgeven dat o.m. in een lenteconferentie van het Netwerk Didactiek Nederlands in 2014 werd gepromoot voor lerarenopleidingen en wel ook in dezelfde Arteveldehogeschool.
In deel 2 worden de zeven didactische principes voor taalkrachtig onderwijs geconcretiseerd voor de verschillende vaardigheden. Het deel bevat voor de verschillende doelgroepen van leerlingen niet minder dan twaalf praktijkverhalen. In elk praktijkverhaal wordt getoond hoe je de zeven principes kunt realiseren en hoe je als leraar de hele tijd door aan taalontwikkeling kunt werken in de Nederlandse lessen maar evenzeer tijdens andere vakken. De praktijkvoorbeelden – in feite lesvoorbeelden – sluiten naar de inhoud direct aan bij de leefwereld van de leerlingen en zijn relevant voor hun greep op leven en maatschappij waarin ze terecht komen.
Tweede onderdeel zijn de vier vaardigheden die het communicatieonderwijs blijven karakteriseren. Ze worden geïntegreerd onderwezen en hoe dat gebeurt wordt beschreven in een aparte behandeling van elk van de vaardigheden luisteren, spreken, lezen en schrijven. Voor elke vaardigheid afzonderlijk wordt telkens hetzelfde stramien gehanteerd maar de verbanden met de andere vaardigheden komen daarbij ook aan bod. Met verwijzingen naar voorbeeldlessen wordt het hele denken om de vaardigheden te bevorderen zoveel mogelijk geconcretiseerd naar de praktijk toe. Ook ‘Kijken’ wordt op dezelfde manier bij de behandeling van de vaardigheden gevoegd.
Een bijkomend onderwijsonderdeel is de woordverwerving. In het boek wordt manifest gestimuleerd om doelbewust aan woordenschatverwerving bij de leerlingen te werken. De klassieke technieken worden daarbij overzichtelijk bijgebracht. Verder voorziet het Handboek ook afzonderlijke lessen taalbeschouwing die veel verder gaan dan grammaticalessen en het hele taalsysteem met inbegrip van taalgebruik en taalgedrag in leerprocessen willen vatten, hoewel die zinsontleding niet achterwege hoeft te blijven. Als er over pragmatiek binnen het onderdeel taalbeschouwing wordt gesproken ontbreekt wel het begrip ‘taalhandelingen’. In de beperking toont zich de meester, maar dit is in deze context wel niet het geval.
Een vijfde onderdeel brengt het literatuuronderwijs aan de orde. Ook dat wordt volgens het geijkte stramien behandeld. Positief is hier wel dat als kerndoel voor literatuurlessen ook in eerste en tweede cyclus literaire competentie wordt voorop gesteld (en niet leesplezier). Ook hier wordt beklemtoond hoe leraren met de zeven principes van krachtig taalonderwijs aan literatuur kunnen werken. Poëzie verdient daarbij evenzeer aandacht en meer nog dan doorgaans gebeurt in de lessen Nederlands.
Consequent wordt de boekopbouw met taalkrachtig onderwijs doorgetrokken bij een zesde onderdeel van deel 2 dat handelt over meertaligheid in de klassen en in de lessen Nederlands. Aan meertalige leerlingen in de klas wordt heel wat aandacht besteed en een positieve houding en aanbreng van de thuistaal van de leerlingen in de lessen Nederlands wordt bewust gestimuleerd. Ook zij worden taalkrachtig in de leerprocessen meegenomen.
Onderdeel 7 van deel 2 wijdt dertien pagina’s aan het evalueren van de taalcompetenties.
Het boek stimuleert tot brede en diepe beeldvorming bij docenten en leerlingen zelf van het niveau van beheersing op bepaalde relevante momenten in de leerprocessen van de leerlingen.
Een laatste onderdeel van deel 2 van het handboek toont hoe passend inzetten van technologie de leerprocessen kan bevorderen ook weer gericht op dat taalkrachtig onderwijs. Blended taalleren is daarvan een voorbeeld. Die ondersteuning is nu niet meer weg te denken uit het (taal)onderwijs.
Deel 3 geeft voornamelijk de kijkwijzers die passen bij de verschillende taalcompetenties met in de opbouw weer de zeven principes van taalkrachtig onderwijs. Enkel bij teksten lezen en luisteren hanteren de kijkwijzers de daarbij passende criteria van aanpak.
Tot slot
“Voluit taal” brengt een didactiek Nederlands voor de eerste en tweede cyclus gericht op het onderwijs in Vlaanderen die vrijwel volledig en volwaardig in kaart wordt gebracht vanuit een theoretisch wetenschappelijk kader maar vooral ook heel praktijkgericht is op wat er in de lessen aan de orde kan worden gesteld en gerealiseerd. De zeven principes die doorheen het hele boek consequent worden gehanteerd zijn niet adembenemend nieuw, maar geven de leraren die ze bewust toepassen toch ruime kansen om hun taalonderwijs efficiënt of voortaan mogelijk nog efficiënter te realiseren. Alles wat een bewust agerende docent moet weten wordt hem in het handboek zo concreet mogelijk ter hand gesteld.
Deze methodiek hoeft niet per se alleenzaligmakend te zijn, andere invalshoeken voor het onderwijs Nederlands zijn best denkbaar. Dit werk evenwel is ongetwijfeld een handig instrument voor leraren in het werkveld, voor lerarenopleiders Nederlands aan hogeschool en universiteit en voor onderwijsbegeleiders die heel wat van het huidig vigerend gedachtegoed zullen herkennen en het hier nog eens systematisch aangeboden krijgen.
De redactiegroep rekent ongetwijfeld op veelvuldig en keurig gebruik van wat ze hier presenteren in functie van degelijk onderwijs Nederlands voor 12- tot 14-jarigen in de Vlaamse scholen. Wellicht koestert de groep ook een glimp van verwachting dat hun handboek ook in Nederland welwillende aandacht krijgt. De auteurs hebben hier alleszins bijzonder nuttig werk verricht en verdienen de verwachte respons daarvoor.
Voluit Taal. Didactiek Nederlands voor de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs. Uitg. Borgerhoof & Lamberichts, Gent. Prijs: € 44,95.
Ghislain Duchateau is didacticus Nederlands
Helge Bonset zegt
Het lijkt me een interessant boek, dat zeker ook in Nederland aandacht zou verdienen. Ik heb de uitgever dan ook ongeveer een maand geleden gevraagd om een presentexemplaar voor bespreking in Levende Talen Tijdschrift. Daarop is geen reactie gekomen.
vierbunders zegt
Ik denk exact zoals u en wellicht zoals nog anderen: het lijkt interessant maar is het zijn prijs wel waard? Graag reactie van zij die het boek hebben aangekocht, zonder het daarom als presentexemplaar te hebben aangevraagd.