Een kerndoel literaire overlevering in de onderbouw
In oktober 2022 is de literaire canon van het Nederlandstalige taalgebied opnieuw vastgesteld; de laatste keer dat dit gebeurde was in 2002. Natuurlijk zorgt dit ook nu voor reuring: welke teksten of auteurs hadden niet mogen ontbreken en welke staan er ‘ten onrechte’ op de lijst? Ons vermoeden is dat er geen consensus zal zijn. En dat vinden we prima. De nieuwe canon biedt de mogelijkheid te bevragen welke oude literatuur leerlingen nu nog wat te zeggen heeft en draagt bij aan het definiëren van een gedeelde identiteit.
Niet alleen de canon wordt herijkt. Het zijn ook interessante tijden voor het schoolvak Nederlands want met enig gevoel voor drama kunnen we wel stellen: the times they are a-changing. De SLO heeft immers van de minister van OC&W de opdracht gekregen om samen met het onderwijsveld nieuwe kerndoelen te ontwikkelen voor het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs, onder meer voor de Nederlandse taal. Tegelijkertijd worden door een andere vakvernieuwingscommissie bij Nederlands de eindtermen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs geactualiseerd. Een tijd van herbezinning dus op wat leerlingen in de lessen Nederlands zouden moeten opsteken en een buitenkans om de beoogde leeropbrengsten waar nodig bij te stellen en aan te vullen, en het goede te behouden.
Volgens ons is dit het uitgelezen moment om de literaire overlevering in de Nederlandse taal en cultuur weer op de (leerdoelen)kaart van de onderbouw te zetten.
De wereld om ons heen, de jeugdculturen niet uitgezonderd, is doordesemd van literairhistorische sporen en verhalen, in woord en in beeld, soms met een Nederlandstalige origine, vaak ook met een oorsprong in andere culturen. Talloze verhalen met sprekende dieren worden kinderen vanaf Nijntje met de paplepel ingegoten, in de traditie van fabels en Reinaert de vos; ridderverhalen verplaatsen jonge lezers en kijkers naar een avontuurlijke middeleeuwse wereld van De brief voor de koning tot In de ban van de ring; jongeren reizen naar andere werelden of tijden, van Kruistocht in spijkerbroek en De tuinen van Dorr tot Alice in Wonderland, Quotum en De hongerspelen, kinderen krijgen een aangrijpend beeld van maatschappelijke misstanden in het verleden in Zwarte sneeuw en De reis van Syntax Bosselman, en ze betreden fantasiewerelden in Lampje en Harry Potter, waarin verrassend veel op oude literaire leest is geschoeid. Hun wereld is, kortom, vergeven van verhalen, animaties, films, liedjes, reclames en games waarin verhaalstof uit het verleden wordt opgerakeld.
Op ontdekkingsreis
Desondanks komen jongeren in de onderbouw amper in aanraking met dit literaire en culturele erfgoed. Dat is een gemiste kans. Ten eerste omdat de vaardigheden lezen, luisteren, schrijven en spreken zich uitstekend laten combineren met aandacht voor de literaire overlevering. Recent onderzoek bij het schoolvak Duits laat zien dat deze kruisbestuiving in de onderbouw zowel de taalvaardigheid als literaire ontwikkeling kan bevorderen. In Engeland krijgen leerlingen van twaalf tot vijftien bij het onderdeel lezen literaire teksten, oud én nieuw, aangeboden. Ook de Wetenschappelijke Curriculumcommissie adviseert integratie van de vakonderdelen. Zij ziet onderbouwleerlingen zo op alle vlakken competenter worden en noemt als bijkomend voordeel dat door integratie overladenheid van het curriculum voorkomen wordt.
Ten tweede zorgt ruimte voor de literaire overlevering dat alle drie functies van het onderwijs aan bod komen. Leerlingen ontwikkelen hun beheersing van taal en kennis van cultuur (kwalificatie). De kennismaking met het web van fictie uit uiteenlopende tijden en culturen maakt hen vertrouwd met literaire taaluitingen en tradities in de Nederlandse cultuur (socialisatie). En juist door teksten te lezen en te bespreken die in tijd en cultuur verder afstaan van de eigen leefwereld worden leerlingen er op een veilige wijze toe uitgedaagd na te denken over de verhouding van henzelf tot anderen (subjectificatie).
Ten derde zal een kerndoel literaire overlevering in de onderbouw beter voorbereiden op de bovenbouw. Nu worden bovenbouwleerlingen meteen in het diepe gegooid omdat ze het belevend en herkennend lezen van oude teksten hebben overgeslagen.
En niet onbelangrijk, tot slot, onze ervaring is dat onderbouwleerlingen het heel spannend en interessant vinden om met oude teksten aan de slag te gaan als ze samen met hun docent op ontdekkingstocht kunnen gaan. Wie met een brugklas om de Reinaert wil lachen, gieren, brullen, kan bijvoorbeeld terecht bij de website Klassiekers in de klas.
Hierboven hebben we betoogd waarom een kerndoel literaire ontwikkeling voor alle leerlingen een verrijking is. Hoe zou het kerndoel eruit kunnen zien? We doen een voorstel voor de formulering van het kerndoel waarin de drie functies kwalificatie, socialisatie en subjectificatie steeds onderling zijn verbonden en elkaar raken.
Een voorstel
Kerndoel Literaire overlevering in de Nederlandse taal en cultuur
- Leerlingen lezen en bespreken onder begeleiding van hun docent literairhistorische teksten van verschillende genres, in elk geval liedjes, gedichten, een verhaal, een toneelstuk en een dierenepos of een fabel uit verschillende tijden en culturen, in moderne vertalingen of bewerkingen.
- Leerlingen zien in dat oude literatuur en thema’s daaruit door de eeuwen heen in wisselende media wordt doorgegeven en dat daarbij inhoud en vorm veranderen.
- Leerlingen doorzien dat er een historische dimensie aan een tekst zit: ze kunnen een oude literaire tekst aan een historische periode koppelen, tijdgebonden elementen en thema’s erin aanduiden en ze kunnen daarnaast ook elementen en emoties herkennen en verbinden met hun eigen tijd, leef- en belevingswereld.
Waarschijnlijk behoeven sommige aspecten van het kerndoel literaire overlevering enige toelichting. Die volgt nu.
Onze formulering sluit aan bij de richtlijnen die voor de nieuwe kerndoelen zijn gegeven: (a) is een aanbodsdoel, (b) een beheersingsdoel en (c) een combinatie van een ervarings- en beheersingsdoel. In diezelfde richtlijnen worden er geen aparte kerndoelen voor vmbo, havo en vwo onderscheiden. Daarom doen wij dat hier nu ook niet. Net als de andere kerndoelen moet ook het kerndoel literaire overlevering in de toekomst een concretere invulling per schoolsoort en leerweg krijgen. In een later stadium willen we daarmee heel graag, in samenspraak met het werkveld, aan de slag en voorbeelden van lesideeën geven.
Het schoolvak Nederlands is er natuurlijk niet met een kerndoel literaire overlevering. Voor een compleet fictieaanbod is zeker nog een kerndoel nodig. En ook voor de vakdomeinen taalkunde en taalbeheersing zullen kerndoelen worden geschreven. We kijken uit naar de voorstellen van collega’s voor deze terreinen. Zeker als zij hiermee – net als wij bij literaire overlevering – bijdragen aan bewuste geletterdheid.
Om zo veel mogelijk leerlingen aan te spreken kiezen we voor variëteit in teksten. Voor veel docenten is autonomie belangrijk. Daarom noemen we genres in ons leerdoel en geen specifieke teksten. Docenten bepalen dus zelf welke teksten passend zijn voor hun klas. Docenten bepalen ook zelf welke manier van begeleiden voor hun klas zou kunnen werken. Ze kunnen werkvormen en literatuurdidactieken inzetten die zij geschikt voor hun leerlingen vinden. Omdat de oude taal eventueel voor begripsproblemen zou kunnen zorgen, kunnen de teksten in moderne vertaling of bewerking worden gelezen. Wij zijn bijvoorbeeld erg enthousiast over uitgaven als de Sprookverhalen van Agave Kruijsen, de Brandaan-bewerking Anderland van Paul Biegel, de Max Havelaar in de reeks Literatuur voor beginners, en de gerapte versie van de Reinaert door Charlie May.
De canon van 2042
Sommige verhalen worden al eeuwenlang, steeds op andere manieren, verteld en verbeeld. Andere ‘verdwijnen’. Hoe komt dat? Waarom wordt er nu nog een musical gemaakt van een sprookje van honderden jaren geleden? Is het waardevol dat het Lied van heer Halewijn eeuwenlang op verschillende manieren is doorgegeven? Wat veranderen mensen dan eigenlijk aan zo’n tekst? In welke gedaante komt een thema als ‘gedoemde liefde’ steeds terug? Welke herkenbare elementen van oude verhalen komen er in nieuwe verhalen terug? Dergelijke vragen en het gesprek erover in de klas bieden inzicht in wat men op een bepaald moment in een bepaalde cultuur het vertellen waard vindt en wat niet. Dat inzicht helpt leerlingen hun eigen wereld beter te begrijpen.
Leerlingen komen op deze manier in aanraking met allerlei soorten literairhistorische teksten. Sommige teksten zullen aansluiten bij zaken die ze herkennen, andere teksten wekken misschien bevreemding op. Door ermee aan de slag te gaan met hun docent raken leerlingen in gesprek met de teksten en komen ze in nieuwe en onbekende werelden. Ze leren vanuit verschillende invalshoeken naar een tekst te kijken en worden zich bewust van contextgebondenheid. En ze worden geconfronteerd met de historische ander waardoor ze hun ervaringshorizon verruimen.
Tot slot komen we graag terug op de nieuwe literaire canon. Die van 2022 zal zeker niet definitief zijn; in 2042 is het sowieso weer tijd voor een nieuwe. Leerlingen van nu zijn dan aan zet. Alleen al daarom verdienen zij nu literatuuronderwijs waarin vanaf de onderbouw aandacht is voor literaire overlevering, zodat hun stemmen dan mee klinken als er gevraagd wordt welke literaire teksten van vroeger de moeite waard zijn.
Enkele van onze inspiratiebronnen
Ilse Bolscher e.a., Literatuur en fictie. Een didactische handreiking voor het voortgezet onderwijs. Leidschendam (Biblion) 2004.
Veerle van den Bosch & Mirjam Noorduijn, Het boekenboek. Onmisbare jeugdboeken uit de Lage Landen.1001 onverwachte dwarsverbanden. Amsterdam (Leopold) 2016
English programme of study: key stage 3. National curriculum in England. Z.pl. (Department for Education) September 2013.
Rita Ghesquière e.a. (red.), Een land van waan en wijs. Geschiedenis van de Nederlandse jeugdliteratuur. Amsterdam/Antwerpen (Atlas Contact) 2014.
Elisabeth Lehrner – te Lindert, Fremdsprachliches Lesen mit literarischen Texten. Zum Leseverstehen und literarischer Kompetenz im DaF-Unterricht der niederländischen Sekundarstufe I. Berlin (Erich Schmidt Verlag) 2020.
Marijke Meijer Drees & Erwin Mantingh, ‘Historische letterkunde deel 1: historische literatuur’. Didactiek Nederlands – Handboek, 21 december 2020.
Meesterschapsteam Nederlands, Bewuste geletterdheid in perspectief: kennis, vaardigheden en inzichten. Z.pl. (Vakdidactiek Geesteswetenschappen) maart 2021..
Wetenschappelijke Curriculumcommissie, Examenprogramma’s in perspectief. Tussenadvies 3. Z.pl., juni 2021.
Op zoek naar didactische voorbeelden?
Iris Kamp e.a., Jeugdliteratuur & didactiek. Handboek voor vo en mbo. Bussum (Coutinho) 2019.
Klassiekers in de klas. Literatuur leren lezen in de onderbouw.
1 De auteurs zijn respectievelijk verbonden aan Fontys Hogeschool Sittard, het Marnix College in Ede (en de website Klassiekers in de Klas), de Hogeschool van Amsterdam, de Hogeschool van Rotterdam en de Universiteit Utrecht, als docenten en lerarenopleiders Nederlands in het eerste- en tweedegraads gebied.
Els Stronks zegt
Mooi idee, maar:
– in verband met versplintering van het vak – die in de huidige vernieuwingsslag hopelijk minder wordt – zou ik het kerndoel ook expliciet aan zakelijke teksten koppelen. Sporen van literaire overlevering kom je immers ook tegen in reclame, of in het regeerakkoord, waarom alleen binnen literatuur met leerlingen kijken?
– ik zou een brug slaan tussen wat nu begrijpend lezen en literatuur lezen is door te expliciteren wat dat lezen inhoudt in dit kerndoel (bijvoorbeeld: reageren, begrijpen, analyseren, interpreteren, zoals we in de Staaltjes van litLab.nl als stappen voorstellen). Als je bij kerndoelen voor het huidige begrijpend lezen diezelfde stappen opneemt in het nieuwe curriculum, ontstaat ook op die manier meer samenhang in het vak.
Marijke Meijer Drees zegt
Hulde! Ik hoop heel erg dat jullie kerndoel ‘literaire overlevering’ wordt overgenomen. Het is m.i. een uitstekend onderbouwd voorstel, dat helder en concreet de algemeen erkende functies van goed onderwijs operationeel maakt.
Els Stronks zegt
Dank, Marijke! Ik was in mijn enthousiasme over het voorstel veel te kort in mijn lof, en ging meteen in op alle aanknopingspunten die het biedt, maar ben het helemaal eens met wat je schrijft.
Yke Schotanus zegt
Mooi idee. Ambitieus (zeker in een tijd waarin tweedegraads docenten geen literatuurgeschiedenis meer hebben gehad), maar mooi. Het lijkt mij goed om leerlingen al vroeg te laten ervaren dat er veel meer Nederlands is dan het Nederlands dat zij kennen uit hun dagelijks leven, zodat ze naar boven gaan reiken. Ik heb het ernstige vermoeden dat het dalende leesniveau in Nederland mede te maken heeft met de tendens om onze lessen en stof steeds maar meer aan te passen bij het niveau van de leerling, die dan ook meteen begint te protesteren als er iets gelezen moet worden dat wat moeilijker is. Als je niet weet dat er ergens een lat ligt, ga je ook niet trainen om eroverheen te springen. (Dat is ook het aardige van de experimentele lesmodule Grenzeloze literatuur waarover op 11 november een symposium wordt gehouden; daar worden door leerlingen gekozen teksten gecombineerd met teksten die door docenten gekozen zijn).
Maar, waarom niet ook een stukje jeugdliteratuurgeschiedenis meegenomen. Hoe heeft de jeugdliteratuur zich ontwikkeld? Wat zijn de klassiekers daaruit en wat zeggen die over onze cultuur, onze normen en waarden en de ontwikkeling daarin? Is het een probleem of is het interessant dat veel toppers van toen (Schuil, Fabricius, De Vries, Van der Hulst) behoorlijk nationalistisch of christelijk zijn. En hoe racistisch (of juist niet) zijn De Katjangs en de Artapappa’s van Schuil, boeken waarin jeugdigen van kleur een (voor zover ik mij herinner) belangrijke, positieve rol krijgen toebedeeld? Maar ook: hoe interessant zijn Afkes tiental en Schoolidyllen als leerlingen uit v5 mij nu vragen of ze zo’n boek mogen lezen. Maar ook: hoe treurig is het als je ziet dat Kuijer en Rutgers-van de loeff uit schoolbibliotheken verdwijnen, of zelfs dat er leerlingen in de bovenbouw havo en vwo zitten die nog nooit van Een brief voor de koning hebben gehoord?