Het begon ermee dat mijn telefoon het vrijdag in de trein begaf, terwijl tegelijkertijd WiFi in de trein het ook niet deed, zodat ook mijn laptop onbruikbaar werd. Ik moest nog allerlei mensen van alles laten weten! Pas tegen het einde van de reis deed mijn telefoon het ineens weer. Alsof mij een boodschap werd gegeven: zo kun je ook anderhalve uur van je leven doorbrengen – in paniek vanwege het gebrek aan contact.
De stukjes die ik voor Neerlandistiek schrijf, hebben officiëel een thema: “het is de bedoeling”, schreef ik ruim 26,5 jaar geleden in de eerste van deze almaar voortdurende reeks (wanneer komt er eens een einde aan!), “om nieuwe elektronische initiatieven op het gebied van de neerlandistiek te signaleren en te bespreken”. Ik geef toe dat dit centrale thema soms wat op de achtergrond raakt, maar mijn specifieke pad door het leven is onmiskenbaar getekend door de opkomst van het internet. Ik ben nog net oud genoeg om een aantal volwassen jaren te hebben meegemaakt zonder noemenswaardige elektronische ondersteuning, en jong genoeg om iedere stap steeds weer met enthousiasme te hebben begroet.
Te laat
Dat ieders privé-leven aanmerkelijk vereenvoudigd is door de elektronische middelen, daar hoef ik hier niet uitgebreid over te schrijven. Hoe ingewikkeld vroeger het financiële leven was toen je niet alleen niet kon pinnen, maar zelfs nog geen geld uit de muur kon halen. Of het reizen naar het buitenland, of het afspreken met een groepje vrienden. Of het afhandelen van allerhande correspondentie. Nou ja, iedereen kan de lijst zelf aanvullen, al is het jammer dat zulke lijsten zo zelden worden gemaakt. Iedereen doet maar alsof het volkomen normaal is dat ons leven in de afgelopen 30 jaar zo sterk verbeterd is op allerlei fronten. Ik zou best terugwillen naar 1992, toen ik nog vrolijk en optimistisch was en dik haar had, maar dan moest ik wel internet kunnen meenemen.
Ook het werk is natuurlijk veranderd: contacten, vooral met collega’s aan andere universiteiten en in andere landen zijn gemakkelijker, je kunt bijna alle tijdschriften op ieder moment van de dag raadplegen, studenten ook op ieder moment van de dag bereiken – als je te laat op college komt omdat de trein te laat is kun je dat, mits Wifi in de trein werkt, laten weten.
Dankbaar
En voor mij speelt natuurlijk een rol dat Neerlandistiek niet zou kunnen bestaan zonder internet. Een dagelijkse nieuwsbrief over wat er zoal in willekeurig welk vak gebeurt? Zelfs de grootste wetenschappelijke disciplines konden zich dat dertig jaar geleden niet veroorloven. Permanente discussie over alles? Aankondigingen van evenementen en net verschenen boeken? Ik heb geen idee hoe mensen vroeger het vak bijhielden, of eigenlijk wel: dat konden ze niet op de huidige manier, en al helemaal niet als ze niet aan de academie werkten. Een voorloper van Neerlandistiek was Dokumentaal, informatie– en communicatiebulletin voor neerlandici, maar dat verscheen alleen maar op papier en liep dus altijd achter. Wanneer iemand een evenement organiseerde voor over twee weken, hoe moest dat dan worden aangekondigd.
Zijn er dan helemaal geen nadelen? Het is een opinion chic om te zeggen: de sociale media! Maar ik zie dat niet zo, die sociale media zijn uiteindelijk alleen maar mooi – manieren om met medeburgers van overal in contact te komen, te discussiëren over interessante onderwerpen (zoals de taalkunde) waarover je anders niet gemakkelijk discussieert. We moeten er naturlijk mee leren omgaan, we moeten leren begrijpen dat je niet alles voor waar moet nemen wat er wordt gezegd en dat je je ook niks moet aantrekken van idioten die er rondzwerven en je allerlei beledigingen en onzin naar het hoofd slingeren. Films waren in in de jaren dertig van de vorige eeuw ook pas een paar decennia oud en hadden een desastreus effect als propagandamiddel (Leni Riefenstahl!), maar tegenwoordig is terecht niemand meer bang voor propagandafilms. Dat komt doordat mensen zijn gaan leren om films te begrijpen. Misschien is het nodig dat we ons met ons allen meer gaan trainen in begrijpen wat een tweet eigenlijk betekent (niet zoveel) om er beter van te kunnen genieten.
Attractie
Het enige bezwaar van veel sociale media is wel: dat ze in handen zijn van bedrijven. Twitter wordt momenteel door Elon Musk te gronde gericht: het oeuvre van menige Twitterdichter (de eerder dit jaar overleden Stijn De Paepe) dreigt zo verloren te gaan aan de vernielzucht van een multibiljonnair. Wie op Facebook zijn stukjes publiceert, geeft gratis publicatierecht aan Mark Zuckerberg. Ze zijn alleen te lezen voor medeabonnees, en ja een abonnement is gratis.
Producten van de wetenschap horen openbaar te zijn en gratis en voor iedereen toegankelijk, in ieder geval met een internetaansluiting – ook voor mensen die geen zin hebben in Elon of Mark. Dat het destructieve gedrag van beiden nu een toeloop naar Mastodon betekenen – voor een belangrijk deel ook in wetenschappelijke kring, is heel goed.
Ik hoop dat het betekent dat de universiteiten snel aansluiten en hun medewerkers de mogelijkheid geven er een account te openen. Je kunt nu op allerlei plaatsen een account krijgen, altijd gratis, maar de meeste van de servers – die op Mastodon instances heten – draaien geheel en al op vrijwilligers, ik denk dat universiteiten best een beetje kunnen investeren. Medewerkers kunnen zo identificeren waar ze vandaan komen (ik zou vanOostendorp@mastodon.ru.nl kunnen zijn) en dat ze echt zijn wie ze zijn – voor zover de werkgever weet, in ieder geval. Bovendien kan de beheerder van een instance zijn eigen regels stellen over de inhoud, en zo de discussie een beetje reguleren, bijvoorbeeld om de medewerkers niet al te veel bloot te stellen aan dreigementen.
Hoe dan ook heb ik dus in ieder geval zelf een account en Neerlandistiek heeft er ook een. Voorlopig blijven we ook nog wel op Facebook en Twitter, maar: de berichten die daar geplaatst worden, worden door er door een bot automatisch opgezet. Op Mastodon bieden we voorlopig met de hand gemaakte samenvattingen van de stukjes, als een extra attractie.
Laat een reactie achter