Wat voorafging.
James Vandermeersch vertaalde op vijf jaar tijd alle 73 Lucky Lukes opnieuw. In het… Vlaams. Hoera!
Lucky Luke de poor lonesome cowboy die zo’n long way from home is komt eindelijk thuis.
Immers, James Vandermeersch stamt uit Lauwe en Lauwe ligt op een Kommersbonter boogscheut van Kortrijk, de geboorteplaats van de bedenker en tekenaar van Lucky Luke, Maurice de Bevere, de zich noemende Morris.
Ik las de klassieker Tortilla’s voor de Daltons, album 31, geschreven door de wonderdoener René Goscinny. In de nieuwe vertaling.
En ja hoor, fijne taal, mooie taal, nieuwe taal. De grappen beter behouden.
Het is maar een licht Vlaamse tongval, maar toch. Ik kwam er een heuse valavond tegen. Averell moet niet zijn kop houden (‘Kop dicht, Averell.’) maar zwijgen. (‘Zwijg, Averell.’) Joe moet van Emilio Espuelas Rataplan niet harder roepen maar luider.
Maar het was vooral de onvoltooid verleden tijd die opduikt waar benoordenriools de voltooid tegenwoordige tijd gebruikt zou worden die het geheel zo’n bijzondere muziek gaf.
Averell! Niet zo gulzig! Je beet in zijn hand!’
‘We vonden hem op het terrein, Don Doroteo.’
‘We volgden jouw hond en in de bergen raakten we hem kwijt.’
Ik schreef erover op de website van de Filter en herpubliceerde het met een paar veranderingen een paar weken geleden op mijn eigen VandaagsVertaalProbleem-blog, de hoop uitsprekend dat Lucky Luke komende generaties gedepriveerde benoordense oortjes wat meer zou doen wennen aan de zuidelijke taalmuziek zodat de lieve lezertjes als ze later groot waren en bij uitgeverijen gingen werken niet standaard subiet het rode potlood zouden halen door alles wat ze als vreemde kielemanse smetten of – helemaal dom – ‘fout’ voorkwam.
Maar gewoon, weet je, wat toleranter zouden zijn. Zodat er nog meer te genieten viel dan er toch al te genieten valt. De taalrijkdom ontsluiten, zeg maar, en niet pottoe gooien.
Maar toen vertelde Frank Lekens me in de commentaren onder het blog dat die onvoltooid verleden tijd helemaal geen Vlaams was, in elk geval geen spreektaalvlaams, maar hoogstwaarschijnlijk een soort vertaalvlaams, vertaliaans Vlaams, een taaltje dat je alleen op schrift tegenkwam en dat geen hond op straat ooit bezigde, ook sprekende honden zoals Rataplan en Beauregard Bugleboy niet.
Dus ik dacht: miljaar! krijg nou tieten!
Deze zaak moest tot op de bodem uitgezocht worden, of mijn naam is geen Van Zwol.
(Lees nu verder.)
Le pied-tendre.
Ik sloeg mijn voelsprieten uit en vroeg een taalgevoelige uitgeefster in Antwerpen om raad. En die – het was Liesbeth Elseviers – schreef mij dat zij de onvoltooid verleden tijd inderdaad met enige regelmaat tegenkwam in manuscripten die zij onder ogen kreeg waar zij dan onverwijld het rode potlood door haalde, omdat haar taalgevoel haar zei dat er een voltooide tijd moest staan. En ze gaf een paar voorbeelden.
- ‘Ik maakte ook mini-tapdansschoenen voor alle mieren.’
- ‘Ik zweefde door de lucht en ik maakte vandaag een nieuwe vriend.’
- ‘Ik dacht dat jullie hier kwamen om het wat rustiger aan te doen.’
- ‘Ik las ooit in een boek dat kakkerlakken supersnel kunnen lopen.’
Niet alle voorbeelden konden mij overtuigen, maar ik zag wat ze bedoelde. Het is ook de hele context natuurlijk die meespeelt. Maar ik wilde weten: is het spreektaal? Want als het spreektaal is, dan mag het best ook schrijftaal zijn.
Maar het was geen spreektaal, die onvoltooid verleden tijd, zei Liesbeth. Het was echt alleen schrijftaal volgens haar. En dan vooral schrijftaal van schrijvers en vertalers die spreektaal willen nadoen. Maar dus de plank volledig misslaan.
Tsjonge.
Ik besloot mijn tweede Lucky Luke er eens op na te slaan, het onvergelijkelijke (of alleen met de andere tijdloze meesterwerken van Goscinny uit die jaren) Tenderfoot.
Le pied-tendre in het oorspronkelijke Western-Frans.
En daarin wemelt het opnieuw van de onvoltooid verleden tijden, het wemelt er zelfs nóg wemelender. Het wemelt er allerwemelendst.
- ‘Baddy redde hem als kind het leven.’
- ‘Hij zag ons, baas!’
- ‘Ik kreeg antwoord van Waldo Badmington, de achterneef van Baddy.’
- ‘Die zag ik ooit ’ns toen ik nog op de butlerschool zat.’
- ‘Die gingen allemaal weg na Baddy’s dood.’
- ‘Kijk, ik maakte een moddervlek.’
- ‘Ik won ooit een schietwedstrijd die de koningin organiseerde…’
- ‘Ik leerde ooit boksen op school.’
- ‘Zo zag ik ooit hoe een vossenjacht eindigde in de bibliotheek van de 18de graaf van Hampchester.’
- ‘Jack Ready werd vermoord, sheriff!’
- ‘Ze zeggen dat je Jack Ready neerschoot!’
- ‘Lucky Luke waarschuwde hem!’
- ‘Zag je Lucky Luke al schieten?’
- ‘Z’n paard, Jolly Jumper, wachtte hem op!’
- ‘Ik vond je paard in de stal waar ik me verstopte.’
- ‘Ik nam m’n voorzorgen.’
- ‘We reden de hele nacht, George. Is het nog ver?’
- ‘En ik bracht je fles mee.’
- ‘Hij dronk de hele nacht thee.’
- ‘Waldo, waarom schoot je niet?’
Het is niet zo, dat de vertaler helemaal onbekend was met de voltooid tegenwoordige tijd. Want op de uitroep van Lucky Luke ‘Ze zeggen dat je Jack Ready neerschoot!’ antwoordt Waldo in gloedvolle verontwaardiging: ‘Dat heb ik niet gedaan!’
En elders waarschuwt Jack Ready Waldo dat hij moet opnokken met het Vlaams klinkende: ‘Ik heb je verwittigd!’
Zoals op de omkaderde vakjes (plaatjes) te zien is, wordt de onvoltooid verleden tijd niet gebruikt omdat de voltooid tegenwoordige tijd niet in de phylacterische tekstuitsparingen (ballonnetjes) zou passen, nee, het is een keuze, een bewuste. Maar waarop is die gestoeld als zij nauwelijks in de volksmond te horen is?
Is het soms de pernicieuze invloed van het Engels? Waardoor ‘I kissed her’ meer en meer vertaald zal worden als ‘Ik kuste haar’ en ‘We came in peace for all mankind’ als ‘We kwamen in vrede voor heel de mensheid’?
Is het soms iets van bij bij de familie Vandermeersch thuis, die nu eenmaal zo praten? Iedere gek trekt zoals hij gebrekt is, dus dan kunnen we daarvoor ook best inclusiviteit betrachten.
Of wordt het in het dagelijks spraakgebruik toch meer gebezigd in België dan wij noorderners en mijn informanten vermoeden?
Of is het toch echt vertaliaans Vlaams, zoals je ook vertaliaans Hollands hebt, dat Nederlands lijkt maar het net niet is? Ongelukkige schrijftaal op zijn best en gewrongen onnatuurlijke mislukte tenenkrommende doorgaans?
Ik weet het gewoon niet.
Ik had het al vaker over de verrijking van het Nederlands die we ons laten ontzeggen, bestelen, beroven, verbieden door redacteuren die alles wat naar regionaals ruikt als fout bestempelen (o! uit medeleven met de lieve lezertjes die er anders niets van zouden begrijpen! – hoe aanmatigend wil je het hebben?) in verschillende pertinente blogs en tevens Filterwebsitestukken, en daarom was ik zo blij met de Lauwerse vertaling van Lucky Luke.
De opmars naar het noorden is begonnen!
Brabant vrij tot aan de Dollard!
Op, piotten!
Laat het truut in pakskes regenen in de polders!
Bevrijd de onvoltooid verleden tijd uit de kerkers van het betwetend redacteurengespuis!
Het duurde nu lang genoeg!
Zelfs als het schrijftaalvlaams is, zelfs als het puur vertaliaans is en uit de lucht gegrepen, zelfs al zul je het nooit in levenden lijve horen uitspreken in België – wat weten wij noorderlingen daarvan? Voor ons is het authentiek Vlaams en als we het maar vaak genoeg tegenkomen in Lucky Luke, gaan we het vanzelf allemaal spreken.
En zoals bekend: wat eenmaal in het noorden vaste voet heeft gekregen, zal ook het zuiden bereiken.
En dan krijgen de Belgen hun schrijftalige onvoltooid verleden tijd als Hollandse spreektaal terug.
Het is nog niet te laat.
_____
Verwijzingen. Over Tortilla’s voor de Daltons (‘wat voorafging’), zie VandaagsVertaalProbleem blog 228. Meer over de onderdrukking van het Vlaams in Hollandse redactiekringen, zie bijvoorbeeld Vlaams (blog 108), Hokkebrokken en vliegelantiers (blog 115), Vlaamse krummen (blog 127) en het vierluik over het Suske en Wiske-album Bibbergoud (blog 116, 128, 129 en 130), en het webfilterstuk De Vlamen in mijn kast (hier).
Robbert-Jan Henkes blogt op VandaagsVertaalProbleem
Giselinde Kuipers zegt
Mooi stuk, en hoera voor de nieuwe vertaling. Als Nederlander werkend in Vlaanderen komt die onvoltooide tijd me niet heel bekend voor. Hypothese: Het zou interferentie van het Frans kunnen zijn – de passe simple leest als een verleden tijd, maar functioneert vaak eerder als een soort voltooide tijd (voor ons dan). Er zit veel Fransigheid in sommige versie van het Vlaamse, Brusselse kinderen zeggen bv ook Ik heb tien jaar; en misschien was dat in de tijd van De Bevere (of van wanneer de vertaling ook dateert) nog meer? Terzijde over Vlaamse spreek/schrijftaal: voor de meeste Vlamingen klinkt alles waar je/jij/jou/jouw in voorkomt als schrijf- of althans formele taal (de reden waarom je je als Nederlander altijd meteen verraadt. Als je over gaat op ge/gij denken ze dat je ze belachtelijk probeert te maken, en met je/jij ben je niet alleen Hollander maar meteen ook een beetje formeel ).. Dus in dit opzicht zullen de meest Vlamingen dit denk ik al lezen als een schrijftaalvertaling.
Robbert-Jan Henkes zegt
Dank je, dat het dus een ‘Vlaamse’ vertaling zou zijn blijkt alleszins mee te vallen, ik bedoel vies tegen te vallen, en dat de ovt spreektaalvlaams zou zijn is zeer dubieus…
Giselinde zegt
ja, hoewel het wel Vlaamser is dan eerdere vertalingen als ik het zo zie. Maar “Vlaams” is een veel diffuser ding dan Nederlands – althans vanuit mijn referentiekader – met meer registers en snellere registerwisselingen. (Maar ik weet niet of de taalkundigen dat ook zo zien, misschien ben ik wel blind voor sommige eigenschappen van Holllands-Nederlands. )
Robbert-Jan Henkes zegt
Het lijkt mij inderdaad dat de ovt in geschreven vorm aan een opmars bezig is in België, maar wordt ie ook gesproken? Of is het louter schrijftaal en heeft het au fond niets met gesproken Vlaams uit te staan?
Gaston zegt
Als eindredacteur van journalistieke teksten (in Nederland) kom ik al een poosje verleden tijden tegen die nogal tegen mijn taalgevoel indruisen. Zelfs in openingszinnen van nieuwsberichten: ‘Op maandag 3 april ondertekende minister Janssen een convenant met de verpakkingsindustrie’. De auteurs zijn vaak jonger dan ik (wat geen wonder is, want de mééste auteurs zijn intussen jonger dan ik).
Mijn vermoeden is hoe dan ook dat de verleden tijd zijn domein aan het uitbreiden is ten koste van de voltooide tijd. Dat een dominante prestigieuze buurtaal daarbij een rol speelt, lijkt me aannemelijk, maar de ervaring leert me dat in ieder geval een deel van de taalkundigen dat pas wenst te geloven als je het met een peer-reviewed longitudinaal dubbelblind onderzoek twee keer hebt bewezen, en zelfs dan niet van harte.
In het Duits is overigens juist de voltooide tijd de verleden tijd aan het opvreten, dus in een alternatief universum zonder Tweede Wereldoorlog en daaropvolgende amerikanisering zien we nu misschien ook in het Nederlands juist díé ontwikkeling. (Sommige taalkundigen zouden ook dan niet geloven dat dat door een dominante, prestigieuze buurtaal komt.)
Ronny Boogaart zegt
https://www.aup-online.com/content/journals/10.5117/TET2021.3.VEEN#abstract_content
Marc van Oostendorp zegt
Dat die taalkundigen sceptisch zijn, komt óók doordat sommige niet-taalkundigen naar mijn ervaring zo’n beetje bij iedere verandering die zich voordoet, deze onmiddellijk aan het Engels relateren. Vorige week heb ik nog gediscussieerd met iemand die ergens ‘ik voor mij vind dat prima’ had zien staan en meende dat de constructie ‘ik voor mij’ uit het Engels kwam. Nu bestaat die constructie aantoonbaar al eeuwen in het Nederlands en niet in het Engels, maar dat maakte geen indruk, want er bestaat wel de Engelse constructie ‘I for one’. Het ligt dan in de aard van de wetenschapper, inderdaad, om te zeggen: jij voelt dat misschien zo, maar ik zou het wel eens bewezen willen zien.
Het feit dat je in het Duits de omgekeerde ontwikkeling observeert dan in het Nederlands, maakt me ook meteen al sceptisch. Ook in het Duitse taalgebied doet zich die neiging voor om iedere nieuwe ontwikkeling onmiddellijk aan het Engels toe te schrijven. Dus waarom gebeurt daar dan niet hetzelfde als hier? Ik weet al wat mensen nu zeggen: “Ja, maar die Duitsers zijn lang niet zo gevoelig voor het Engels!” Maar daar denkt men in Duitsland heel anders over.
Talen kunnen zeker veranderen onder invloed van andere talen, en het is duidelijk dat het Engels een belangrijke rol speelt in veel Europese samenlevingen. Maar het is óók waar dat talen nog steeds autonome ontwikkelingen vertonen. Dat onder ogen zien is geen belachelijk wetenschappelijk gemier, maar inzien dat de werkelijkheid complex is.
Gaston zegt
Daar kan ik het alleen maar volmondig mee eens zijn. Inderdaad roepen niet-taalkundigen geregeld ‘Engels!’ terwijl dat of aantoonbaar niet zo is, of lang niet vanzelf spreekt.
Mijn indruk is dat sommige taalkundigen daardoor juist wat te sterk de andere kant op gaan hangen. Ik heb geen voorbeelden, maar ik herinner me zulke sceptische reacties gezien te hebben in gevallen waarin de Engelse invloed ons wel erg nadrukkelijk in het gezicht grijnsde.
Marc van Oostendorp zegt
Daar heb jij misschien gelijk in. Belangrijk is denk ik vooral dat het vrijwel nooit eenduidig vast te stellen is dat een bepaald verschijnsel wel of niet het gevolg is van taalcontact. Daarvoor zijn die verschijnselen en is de situatie vrijwel altijd te complex. Talen worden nu eenmaal niet in een laboratorium met elkaar in contact gebracht.
Marcel Plaatsman zegt
In zuidelijk Duits is de onvoltooide tijd al best lang opgepeuzeld (oberdeutscher Präteritumschwund), in het noorden lijkt de verdeling traditioneel meer op de Nederlandse. In de schrijftaal heeft de ovt om die reden juist weer prestige en zie je dat er dus veel onvoltooide verleden tijden worden gebruikt, ook daar waar ik er met mijn Nederlandse taalgevoel twijfels bij heb (en een Noord-Duitser die misschien ook wel zou hebben).
Zo’n dynamiek is in Vlaanderen natuurlijk ook best voorstelbaar. In de dtv-atlas “Deutsche Sprache” staat een mooi kaartje (s162) dat laat zien dat het ovt-loze gebied over de landsgrenzen doorgaat. Je kunt dan zelfs een lijn trekken met de analytische Tsjechische vormen (viděl jsem) en de weliswaar nieuwe, maar op het oog synthetische Poolse vormen (widziałem), al is het ook wel interessant dat het Sorbisch, gesproken in een Duitse regio met ovt, de oude Slavische ovt domweg behouden heeft.
Maar dat is het oosten, ook in het westen kun je de lijn doortrekken naar het hier al genoemde Frans, dat uiteraard de passé simple nog heeft bewaard, maar toch wel vooral in de schrijftaal. In de spreektaal overheerst de analytische passé composé, in de schrijftaal heeft de synthetische passé simple de hoogste status. Zoiets kan natuurlijk goed doorwerken op het Vlaams.
Het Luxemburgs heeft de ovt in principe ook gelost, er zijn maar een aantal werkwoorden met een volledige vervoeging, typisch voor de overgangszone tussen zuid en noord (ober en nieder). Het Luxemburgs heeft dan weer wel de bijzonderheid dat het voorvoegsel “ge-” nog echt betekenis heeft en wordt ingezet om aan werkwoorden die van zichzelf een onvoltooid aspect hebben het voltooide aspect mee te geven.
Het Engelse systeem kan uiteraard op het moderne Nederlands ook invloed gaan verwerven. Het lijkt me wel interessant om te zien hoe dat gaat. Het Engelse systeem is best ingewikkeld, overname ervan zou een mooi voorbeeld opleveren van een taalcontactsituatie waarin de ontvangende taal eenvoud inruilt voor meer complexiteit.
Tim zegt
Ik ben een 26-jarige Vlaming (uit Antwerpen en omgeving) en ik moet zeggen: voor mij klinkt die onvoltooid verleden tijd echt afschuwelijk. Tegenwoordig zie je die steeds vaker staan op ondertitelingen, soms ook al bij de VRT (bij de NPO heb ik er nog niet echt op gelet), maar vooral bij Netflix komt die er vaak door – en meestal is er plek genoeg om wat meer tekst te zetten. Wat, om eerlijk te zijn, mij soms zo erg stoort dat ik de Engelse ondertitels opzet of het zonder ondertiteling doe.
Ik heb er geen ervaring mee met hoe andere Vlamingen daartegenover staan, maar op mij komt het meestal inderdaad over als een te letterlijke vertaling van het Engels, zoals ‘I saw her’ dat ‘Ik zag haar’ wordt in plaats van ‘Ik heb haar gezien’. Tot nu toe dacht ik eigenlijk dat dat iets was dat uit Nederland afkomstig was, maar dat klopt dus ook niet… Zelf zou ik het in elk geval nooit zo zeggen óf schrijven.
WebredMiet zegt
Mijn twee centen (ja, dat komt uit het Engels 🙂 ) als Vlaming die al jaren de verschillen tussen het noordelijke en het zuidelijke Nederland en binnen dat zuidelijke Nederlands observeert: het is een heel ingewikkeld verhaal. Om te beginnen is de verhouding spreektaal-schrijftaal in Vlaanderen is complex, naar mijn aanvoelen veel ingewikkelder dan in Nederland. Heel verhaal, maar het heeft ermee te maken dat het Algemene Nederlands via de schrijftaal en via radio en televisie geïmporteerd zijn, dat er een groot verschil was (en is) tussen dat Nederlands en de inheemse spreektaal, dat bij die verschillen de spreektaalversie per definitie werd afgekeurd (‘want zo zeggen ze dat in Nederland niet en dat is de norm’) en dat er daardoor in Vlaanderen nog steeds een grotere kloof bestaat tussen wat je kunt schrijven en hoe je het zou zeggen dan in Nederland. De schrijftaal groeit wel steeds meer naar de spreektaal toe, maar het is nog steeds niet zo dat je alles wat je kunt zeggen ook kunt schrijven. Ook in Nederland zijn daar grenzen, ik weet het, maar het zijn er veel minder dan in Vlaanderen. Dat is alvast het eerste verschil.
Tweede verschil: ‘het Vlaams’ bestaat niet. Het West-Vlaamse Vlaams is anders dan het Antwerpse Vlaams, het Gentse Vlaams, het Brusselse Vlaams, het Limburgse Vlaams enz. En dan heb ik het niet over de dialecten, maar over de informele spreektaal. Vlamingen begrijpen elkaars spreektaal prima, maar dat betekent nog niet dat ze overal hetzelfde zeggen. Het gaat hier uiteraard over accenten, maar ook over woordenschat (‘goesting’ is in een groot deel van West-Vlaanderen ‘goeste’, bijvoorbeeld) en zelfs over bepaalde grammaticale kenmerken. Wat door de meeste niet-Vlamingen als ‘Vlaams’ gepercipieerd wordt, is doorgaans heel sterk Antwerps/Brabants gekleurd Vlaams. West-Vlamingen, Oost-Vlamingen en Limburgers zeggen het zo niet en beschouwen dat dan ook niet als ‘algemeen Vlaams’.
Dus daar zit je al met een probleem als je wil bepalen hoe ‘Vlaams’ deze vertaling is. En dan komt er in dit geval nog iets bij: het is een vertaling. Hoe groot is de invloed van de brontaal? Of met andere woorden, en om terug te komen op de hoofdkwestie: is die ovt Vlaamse schrijftaal, en zo ja, is die dan algemeen of beperkt tot een bepaalde regio? Of speelt de invloed van de brontaal hier de hoofdrol (ik zet even mijn petje van vertaler op en ik beken meteen schuld: die brontaal heeft al-tijd invloed op je vertaling. Door te klakkeloos over te nemen of net door voor andere woorden/constructies te kiezen dan de brontaal)?
Ik kan hier geen antwoord op geven. Daar zou gerust eens wat onderzoek naar mogen gebeuren – als dat niet al gebeurt.
Robbert-Jan Henkes zegt
In dit geval is de brontaal Goscinny-Frans en staat er gewoon “Il nous a vu, patron” etc. dus dat kan het hier niet zijn. “Vlaams” is natuurlijk voor Nederlanders een parapluterm, ik weet het; interessant is het feit dat schrijftaal en spreektaal zoveel uit elkaar (mogen) lopen. Voor mij is dat vloeken in de kerk…
Janta van Lienden zegt
En wat met de voorzetsels, James Vandermeersch vertaalde op vijf jaar tijd?
Robbert-Jan Henkes zegt
Aldus letterlijk in Het Laatste Nieuws! Hier, kijk maar:
https://www.hln.be/menen/james-vertaalde-op-vijf-jaar-tijd-alle-lucky-luke-albums~afed0653/