Verwarwoordenboek vervolg (296)
In het Verwarwoordenboek zijn 600 woordparen behandeld met vaak onduidelijke verschillen: afgunst-jaloezie, bloot-naakt, geliefd-populair, plaats-plek, enz. Nog steeds worden woordparen aangedragen met het verzoek om ook die te behandelen. Vandaar deze wekelijkse rubriek. De aanvullingen worden ook opgenomen in de digitale versie van het Verwarwoordenboek op www.schrijfwijzer.nl.
Wilt u ook een ‘verwarpaar’ behandeld zien? Plaats dan een reactie onder deze rubriek. Kijkt u dan wel even op de website om te zien of de woorden al zijn opgenomen.
De woorden worden wel door elkaar gebruikt, maar er zijn verschillen in betekenisnuancering.
allemaal / iedereen
De woorden verschillen in betekenisnuancering, en worden ook verschillend gebruikt.
allemaal allen of alle samen
- Goedemorgen allemaal.
- Waar zijn de koekjes? Heb jij ze allemaal opgegeten!
iedereen alle personen
- Ach, zoiets overkomt iedereen wel eens.
- Wat was de verkiezingsslogan van de Tegenpartij? “Geen gezeik, iedereen rijk.”
De gezamenlijke betekenis is ‘allen’. Bij iedereen gaat het alleen om personen, maar bij allemaal ook om dieren en dingen. Bij allemaal gaat het om een aanspreekvorm, die ietwat buiten het zinsverband valt, aan het begin of het einde van de zin. Allemaal, een fijne vakantie toegewenst! Bij iedereen gaat het om een zinsdeel, bijvoorbeeld een lijdend voorwerp: Hij keek iedereen indringend aan. Je kunt natuurlijk ook zeggen: Iedereen een fijne vakantie toegewenst, maar dan is iedereen een zinsdeel (meewerkend voorwerp). Allemaal kan wel verwíjzen naar een ander zinsdeel, zoals in: Waar zijn die koekjes allemaal gebleven?
Het onderscheid tussen allemaal en iedereen hangt samen met het onderscheid tussen het geheel en de delen. Als je een bepaalde groep wilt aanduiden kun je de groep als geheel bedoelen. Maar je kunt ook het accent leggen op de leden van de groep afzonderlijk. Dit wordt wel het onderscheid ‘collectief-distributief’ genoemd. Dit onderscheid zien we ook bij andere verwante woordparen. Bijvoorbeeld verscheidene (collectief) en verschillende (distributief). Ook speelt dit verschil soms een rol bij het gebruik van elk en ieder, en misschien ook wel bij het gebruik van veel en vele: veel argumenten (eerder collectief; het geheel) en vele argumenten (eerder de onderscheiden argumenten). Het bekendste voorbeeld is misschien wel de taalvraag over een aantal mensen heeft of hebben. Maakt het enkelvoud of meervoud hier verschil? Ja, zou je zeggen. Als een aantal mensen mij kwam feliciteren, roept dat eerder de associatie op een aantal personen op hetzelfde moment langskwam. Maar je gebruikt eerder een meervoud als die mensen door de dag heen afzonderlijk op bezoek kwamen.
Is hiermee dit verwarpaar ontward? Ja, een beetje. Maar onze taal is grillig genoeg om ook nog andere betekenissen toe te laten, en die passen slechts bij één van de twee woorden. Allemaal kan ook ‘heel veel’ betekenen: Als je mazelen hebt, heb je allemaal bultjes. En ook ‘alleen maar’: Bij de ogentest voor kleuren zag ik allemaal zwarte rondjes. Iedereen is het tegenovergestelde van ‘niemand’, maar met deze betekenis kom je niet uit in: Je bent niet iedereen, niet de eerste de beste. Hier betekent iedereen zoiets als ‘zomaar iemand’. En nu maar hopen dat niet iedereen zich afvraagt waar deze extra informatie allemaal voor nodig is.
Laat een reactie achter