Er zit een boel leven in de Groningse neerlandistiek. Zo organiseert onze studievereniging Zaza een aantal leesclubs. Om de paar weken bespreken die clubs een boek, dat beurtelings door de studenten wordt aangedragen en daarover wisselen wij van gedachten in een bekend Gronings etablissement (waar je ook wel eens een schrijver tegen het lijf loopt).
Deze week bespraken we (ik mag meedoen!) Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost van Donald Niedekker. Schrijver (1963) en roman (2022) bleven wat onder de radar, maar de toekenning van de Bordewijkprijs 2022 voor verhalend proza bracht daar enige verandering in.
Als je het verhaal samenvat blijft er weinig van de roman over. Een bemanningslid dat op 27 januari 1597 het leven liet tijdens de overwintering van de Hollanders op Nova Zembla vertelt vanuit de permafrost over zijn leven en over wat zijn zintuigen en bewustzijn binnendringt sinds zijn recente opwarming. Wat Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost tot een uitzonderlijke roman maakt zijn de talrijke beelden waarmee de naamloze verteller – een dichter die lof had moeten zingen van de expeditie – de wereld duidt en diens even zoekende en barokke als trefzekere stijl.
De fraaie ironie is onmiskenbaar. Het denken van de stijfbevroren (maar door de opwarming van de aarde gestaag ontdooiende) verteller is zo vloeibaar als water, terwijl zijn tegenspeler – de onkreukbare predikant, geograaf, astronoom en cartograaf Petrus Plancius – de stolling van de steile orthodoxie belichaamt. Geen grotere leugen dan samenhang, aldus de verteller. “Het is toeval voor en toeval na, soms een tel doorschoten door het vuurvliegjeslicht van causaliteit.” Zijn vertelling kan dan ook niet anders dan rapsodisch zijn, de open plekken op de kaart vullend met cartouches, zoekend naar wat zijn diepste verlangen kan vervullen – naar dat wat zich bevindt in het binnenste van een ei in een ei in een ei.
“Veel heb ik gezien, ver kan ik schouwen. Veel kan ik verhalen.” Wat een heldenepos had moeten worden, werd het trommellied van een sjamaan.
Behalve een “atypische ecoroman” (Emma Ringelberg op Jong Neerlandistiek), is Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost een roman waarin de verplintering en de meerduidigheid worden gevierd – het stromen van de rivier, het vloeien van de inkt, de dooi die alles wat dreigt te stollen in beweging zet.
Kom nu, grote warmte, warmte die eeuwen van vorst doet vloeien in een stroom van woorden. Te lang liggen mijn woorden hier diepbevroren. Vier keer honderd jaar heb ik ganzen zien overvliegen, vier keer honderd jaar in het korte, al te vroege voorjaar, vier keer honderd jaar in het vroege najaar, vier keer honderd jaar heb ik hun roep gehoord zonder ze te kunnen groeten.
Kom nu, Grote Dooi die de vorst van eeuwen doet smelten, en mijn woorden zullen stromen.
Kom warmte, kom!
Het resultaat is een intrigerende en waarachtige vertelling door een ontdooiende geest.
Laat een reactie achter