Tot en met 31 december publiceert Neerlandistiek iedere dag een beschouwing over de Duitse en Engelse vertaling van De avonden van Reve.
De avonden in vertaling (4)
Het vierde hoofdstuk, dat zich afspeelt op eerste kerstdag, vind ik een van de mooiste hoofdstukken van De avonden. Er gebeurt veel: Frits krijgt twee keer bezoek en gaat op bezoek, hij gaat twee keer de stad in, haalt een bus reservesleutels voor de zolder en droomt gruwelijk. Zijn moeder krijgt twee keer een zenuwtoeval, en maakt haar echtgenoot sterkere verwijten dan in het vorige hoofdstuk. Er worden talloze dieren gekweld en mensen sterven afgrijselijke doden. Op de achtergrond speelt de oorlog mee en de taal van Frits en zijn moeder is doorspekt met tussenwerpsels: Tiretjoeptjoepfalderi, tiretjoeptjoepfaldera, tuut tuut te tuut tuut, wom wom wom, wom!, wiedewiedewiet sjieng boem. In de ‘menselijke woning’ van Frits en zijn ouders hangt een ‘goedmoedige’ spiegel.
Jürgen Hilner vertaalt ‘Tiretjoeptjoepfalderi, tiretjoeptjoepfaldera’, de klanken waarmee Frits zijn wens om in een inrichting opgeborgen te worden onderstreept met ‘Tiretschupptschuppfalderi, tiretschupptschuppfaldera’. Sam Garrett maak er Engels ‘Cheerie-choop-choop-falderie, cheerie-choop-choop-faldera’ van.
‘Tuut tuut te tuut tuut’, de klanken waarmee Frits’ moeder jazzmuziek op de radio nabootst, luidt in het Duits ‘Tüüt tüüt te tüüt tüüt’ en in het Engels ‘Pa-rah-pa-pa-paw’. Eigenlijk klinkt dit net iets te ritmisch. Mevrouw Van Egters keurt, net als haar man, jazzmuziek immers af. Zij noemt de muziek ‘hideous’, terwijl haar man van ‘noise’ spreekt.
Oorlogstrauma’s
Met ‘Wom wom wom, wom!’ probeert Frits het gehuil van zijn moeder tijdens de tweede zenuwtoeval die ze in dit hoofdstuk krijgt, te overstemmen. Aan het begin van het hoofdstuk is hij nog bereid een glas water voor haar te halen. Nu wil hij haar niet meer horen. Hillners neemt Frits’ vervangende geluid letterlijk over: ‘Womm womm womm, wom!’ Garrett voorziet de losse klanken van extra komma’s: ‘Boom, boom, boom, boom!’ De Engelse overstemming klinkt harder dan de Nederlandse en Duitse en past heel goed bij de oorlogstrauma’s die in dit hoofdstuk naar boven komen. Vanuit Engels perspectief passen de boom-klanken bij bombardementen en Nederlandse lezers doen ze misschien denken aan marcherende Duitse soldaten of Duitsers of foute Nederlanders die op de beur bonzen bij een razzia. De komma’s maken er losse klanken van. Het zoemende ‘Wom(m) wom(m) wom(m), wom(m)!’, dat pas op het eind krachtig klinkt, is een neuriënd geluid dat als een ‘bromtrilling’ klinkt, terwijl ‘Boom, boom, boom, boom!’ bonkender klinkt.
Naarmate ik De avonden vaker lees, vallen me meer verwijzingen naar de oorlog op. Frits vraagt na een herinnering aan het verminken van vliegen door zijn vriend Walter Graafse of hij ‘ooit nog bericht’ gehad heeft over zijn ouders. Hij realiseert zich dat het een foute vraag is. Walter, gemodelleerd naar Robert Jean Hartog wiens moeder Jane van Gelder in 1943 in Auschwitz werd vermoord en wiens vader Henri Hartog een half jaar later in Polen de dood vond, reageert kortaf. Tijdens Frits’ bezoek moet Walters hond Foks het ontgelden. Walter heeft de hond, die hij volgens Frits in een kast opsluit, al eerder mishandeld en doet hem nu opzettelijk pijn als ze de trap afgaan. Het kwellen van dieren, de vele verminkte en vermoorde lichamen en de gruwelijke dromen zonder uitweg in De avonden kun je lezen als verwijzingen naar de trauma’s van Walter, Frits en hun generatiegenoten.
Een heel uniform
Hillner maakt een aantal dingen te groot. Na de avondmaaltijd bij de familie Van Egters zegt Louis:
‘Ik heb goed gegeten’, zei Louis, toen ze samen een eind opliepen, ‘ik heb bij jullie over het menu nooit te klagen.’
De Duitse vertaler maakt van menu ‘Speisekarte’, menukaart dus, terwijl Louis met ‘menu’ bedoelt wat er op tafel komt bij de familie Van Egters. Van keuze is geen sprake, al is het maar omdat vrijwel alle levensmiddelen in de eerste naoorlogse jaren nog op de bon zijn.
Albert, de vriend van Walters zus Klara, is ‘gekleed in een grijze battledress, die van boven, evenals zijn overhemd, openstond’. In Die Abende is de jongen gekleed in ‘Kampfanzug’, een gevechtstenue. In het Nederlands wordt met battledress meestal alleen het jasje van het oorspronkelijk Britse legeruniform aangeduid. Dat is ook af te lezen aan de manier waarop Albert zijn battledress draagt:
Bij de gashaard zaten twee personen: een jongeman met een smalle snor, gekleed in een grijze battledress, die van boven, evenals zijn overhemd, openstond en een dik, zwartharig meisje.
Omdat Garrett het lidwoord weglaat – Albert is gekleed in ‘grey battledress’ – lijkt hij ook in The Evenings een heel uniform te dragen.
Een redelijke spiegel
De spiegel in de achterkamer is volgens Frits een ‘goedige’ spiegel. Dat zegt hij niet zonder reden. In hoofdstuk vier weerspiegelt de spiegel geen ‘zwarte vetputjes en een klein etterkopje’, wijde en grove poriën, stalen kronen, een kegelvormig of ‘ernstig beschadigd’ lichaam, een onsmakelijke aarsopening, ‘geen fraai hoofd’, een ‘zieke ziel’, ‘vermoeid, onfris gezicht. Een mond met schrijnende hoeken, waar het vel schilfert. Blauwe kringen onder de ogen. Over voorhoofd en wangen een laag vet, glimmend zweet’ of angst voor kaalhoofdigheid en wratten zoals elders in de tekst gebeurt. De goedige spiegel in de achterkamer reflecteert niets. Hillner vertaalt ‘goedig’ heel correct met ‘gutmütig’. Garrett kiest voor ‘reasonable’. Dat betekent iets heel anders, maar past wel heel mooi bij alle wanstaltige beelden die Frits doorgaans waarneemt als hij in de spiegel kijkt. De redelijke spiegel kaatst geen lelijkheid of verval terug, wat voor Frits misschien wel betekent dat hij er best mee door kan.
Theo Bier zegt
Een heerlijke reeks om de lockdown door te komen: Met Frits op weg naar Oudjaar.