In Neerlandistiek schreef Nicoline van der Sijs onlangs over Chattie (leuke naam, die houden we erin), onder andere over zijn onvermogen om moppen te tappen. Het begrip “mop” is Chattie weliswaar niet geheel onbekend, maar hij weet geen humor te genereren die door mensen als (enigszins) leuk wordt ervaren. Op Nicolines verzoek om eens “een mop over een poes” te vertellen, nam Chattie zijn toevlucht tot de thans meest elementaire vorm van de mop: het grappige raadsel, bestaande uit louter een vraag en een antwoord.
Geen van Chatties pogingen slaagde, omdat de grappen niet aan twee noodzakelijke voorwaarden voor een geslaagde mop voldoen: grensoverschrijding en incongruentie. Voor grensoverschrijding geldt dat de mop op de één of andere manier net over het randje gaat van het gangbare, betamelijke of aanvaardbare, en daarvoor heb je bepaalde culturele voelsprieten nodig. De Top 3 van taboes, hete hangijzers of sociale pijnlijkheden in moppen bestaan uit:
1. Seks (en dan ook echt alles, van hetero-seks en naaktheid tot bestialiteit en verkrachting)
2. Slimheid versus domheid (denk aan de Belgenmoppen en de domme blondjes)
3. Machtsverhoudingen (de underdog versus de politieman of zelfs de schoonmoeder)
Bij Chattie valt categorie 1 al meteen af: het algoritme heeft een ingebouwde rem op seksualiteit. Hier miste Chattie dus meteen de kans om met succes grappen te maken over de dubbelzinnige betekenis van “poes”.
Het andere ingrediënt dat een mop (of humor in het algemeen) moet bezitten is: incongruentie. Twee feiten of concepten moeten aan het eind onverwacht met elkaar gecombineerd worden. Het is zelfs denkbaar dat een mop geen grensoverschrijding kent, maar louter incongruentie. Dat geldt voor moppen die bestaan uit woordspelingen of absurditeiten (“Wie loopt door de woestijn en kletst de hele tijd? Ali Blabla”).
Een mop kan dus gaan over een dom blondje (grensoverschrijding: slim versus dom) dat op de stoep loopt en verderop een bananenschil ziet liggen. Het blondje zegt dan: “Oh oh, daar ga ik weer!” De incongruentie schuilt erin dat het blondje zelfs niet slim genoeg is om om de bananenschil heen te lopen, maar er voetstoots van uitgaat dat ze gaat uitglijden. Dat hier ook nog aanvullende kennis nodig is over de gladheid van bananenschillen, van hun voetstuk vallende personen en slapstick laat ik verder buiten beschouwing.
Aangezien Nicoline van der Sijs alleen moppen terug kreeg in de vorm van basale grappige raadsels, mag men veronderstellen dat Chattie tenminste iets snapt van de verplichte ‘punchline’ of ‘clou’ met incongruentie aan het eind (dit geldt overigens alleen voor het moderne moppengenre; bij historische moppen kan de grap ook ergens halverwege zitten).
Afijn, om Chattie te verleiden om af te zien van grappige raadsels en echt met een humoristisch narratief te komen, gaf ik hem de volgende opdracht:
Vertel een verhalende mop over een man die bij de dokter komt
Chattie kwam met het volgende verhaaltje:
Er was eens een man die bij de dokter kwam omdat hij zich ziek voelde. De dokter vroeg wat er aan de hand was en de man vertelde dat hij al dagen last had van hoofdpijn, vermoeidheid en diarree.
De dokter nam de man onder de loep en vroeg of hij de afgelopen week iets bijzonders had gegeten. De man dacht na en zei toen: “Nou, nu je het zegt, ik heb een paar dagen geleden een grote homp vlees gegeten die ik had gevonden in de vuilnisbak achter het restaurant.”
De dokter schudde zijn hoofd en zei: “Daar ligt het probleem. U hebt voedselvergiftiging. U moet direct naar huis gaan en rusten. En laat vooral dat vuilnis eten voortaan links liggen!”
De man bedankte de dokter en beloofde dat hij beter op zou letten wat hij at voortaan. Hij ging naar huis, rustte uit en was binnen een paar dagen weer helemaal beter. En hij hield zich voortaan inderdaad aan zijn belofte om alleen nog maar eten te eten dat ook echt voor hem bestemd was.
Chattie slaagt erin om met een grensoverschrijdend onderwerp te komen, want ook “ziekte en gezondheid” staan in de Moppen Top 10, zij het op een wat lagere plaats. Een onverwachte punchline of incongruentie ontbreekt helaas, en er valt dus eigenlijk niets te lachen. Ik had gehoopt op een confronterende mop over een man die bij de dokter goed nieuws en slecht nieuws krijgt. De dokter vertelt eerst het slechte nieuws: “Uw beide benen moeten geamputeerd worden.” Wat kan dan in ‘s hemelsnaam het goede nieuws zijn? De dokter: “In de wachtkamer zit iemand die uw schoenen wil kopen.” Dat is een mop die schuurt.
Ik probeerde het nog maar eens:
Vertel eens een mop over twee gekken die door de Kalverstraat lopen
Zo’n beetje ieder mens weet de bekendste variant hierop; de ene gek gaat aan de andere vragen of hij eens in het midden mag lopen. Chattie kwam nu zowaar met een verhalend stukje, terwijl ik daar niet expliciet om gevraagd had:
Er waren twee gekken die door de Kalverstraat in Amsterdam liepen. Terwijl ze daar rondslenterden, vroeg de ene gek aan de andere: “Zeg, wat is het vandaag voor dag?”
De andere gek keek op zijn horloge en antwoordde: “Het is vandaag dinsdag.”
De eerste gek dacht even na en zei toen: “O, dan moeten we ons haasten. We hebben nog maar vijf minuten voordat de winkels dichtgaan!”
De tweede gek lachte en zei: “Joh, we lopen door de Kalverstraat in Amsterdam. Die winkels zijn hier elke dag tot negen uur ’s avonds open.”
De eerste gek keek verward en zei: “Echt waar? Ik dacht dat het al laat was omdat we al zo lang door deze straat liepen.”
De tweede gek lachte opnieuw en zei: “Nee hoor, we zijn pas net begonnen. Kom, laten we nog even verder lopen.”
De twee gekken liepen verder door de Kalverstraat, zich niet bewust van het feit dat ze beiden gek waren.
Chattie laat de gekken terecht een vreemde conversatie voeren en komt zelfs met iets dat op een punchline lijkt: de gekken weten van elkaar niet dat ze gek zijn. Maar een dijenkletser is het niet: de mop schuurt niet voldoende, en de incongruentie is niet echt verrassend te noemen. Overigens vermijden jonge moppenvertellers tegenwoordig de politiek weinig correcte term “gek” en hebben het woord vervangen door “oen” (volgens een persoonlijke mededeling van Marc van Oostendorp waarschijnlijk onder invloed van de moppenrubriek in de Donald Duck).
Stel nu dat Chattie toch een beetje de mist in gaat door misverstanden over het genre-begrip “mop”. Ik besloot de vraag nog eens anders te stellen, en te informeren naar een klassieke, maar thans vrijwel vergeten, Nederlands-Joodse collectie Sam en Moos moppen:
Vertel een grappig verhaal over Sam en Saar
Dit was de respons van Chattie:
Sam en Saar waren twee vrienden die dol waren op avontuur. Op een dag besloten ze om samen een wandeling te maken door het bos.
Ze hadden hun rugzakken gepakt met alle spullen die ze nodig hadden en begonnen aan de wandeling. Toen ze diep in het bos waren, begon het plotseling te regenen. Sam en Saar besloten om onder een grote boom te gaan zitten om uit te rusten en te wachten totdat de regen zou overgaan.
Terwijl ze daar zaten, zagen ze opeens iets bewegen tussen de struiken. Sam pakte zijn verrekijker en keek beter. “Wauw, kijk eens, Saar! Daar zit een konijn met een hoed op!” riep hij uit.
Saar keek ook door de verrekijker en zag inderdaad een konijn met een hoed op. “Wat raar!” zei ze. “Ik heb nog nooit een konijn met een hoed gezien.”
Ze bleven het konijn gadeslaan totdat het opeens opstond en wegliep. Sam en Saar keken elkaar aan en besloten om het konijn te volgen. Ze volgden het spoor totdat ze bij een grote grot kwamen.
Daar zagen ze het konijn weer zitten, dit keer met een heleboel andere konijnen die ook allemaal een hoed op hadden. Sam en Saar keken elkaar aan en besloten om terug te gaan naar huis. Ze hadden wel genoeg avontuur gehad voor vandaag.
Ik twijfelde in het begin even of Chattie wist dat Saar een vrouw was: er wordt gesproken over “vrienden”, maar later blijkt Saar toch een “zij”. Ik had ook een fout begaan: Sam en Saar zijn geen echtpaar, want in de moppen is Saar doorgaans getrouwd met Moos. Dit hoeft de pret niet te drukken. Chattie komt zowaar met een onverwachte en grappige absurditeit: konijn(en) met hoed(en). Aan de eis van incongruentie is ditmaal voldaan: konijnen horen geen hoeden op te hebben. Grensoverschrijding is er ook een beetje, want bij absurditeiten mag er – bij wijze van uitzondering – gespeeld worden met onze opvattingen over de realiteit. En toch… de mop schuurt niet echt, en hij gaat zonder echte punchline uit als een nachtkaars.
Nog een laatste poging dan, terug naar het raadsel:
Vertel een grappig raadsel over bejaarden en een krokodil
Chattie komt nu dicht bij een reële mop, maar mist toch de culturele context:
Wat hebben bejaarden en een krokodil gemeen?
Ze krijgen allebei een nieuwe tand als ze hun oude kwijt zijn!
De keuze voor een tand-grap is helemaal niet slecht, maar bejaarden krijgen geen nieuwe tanden meer (tenzij hier een kunstgebit wordt bedoeld, maar dat is dan niet voldoende duidelijk): Chattie weet niet dat het kinderen zijn die melktanden wisselen. De mop waarop ik hintte staat wel gewoon op internet: “Wat heeft 2 ogen en 64 tanden? Een krokodil. Wat heeft 64 ogen en 2 tanden? Een bus bejaarden!”
Ik heb nog wel wat meer pogingen gedaan, maar die zal ik de lezer besparen. Het resultaat is inmiddels wel duidelijk. Chattie schrijft opvallend goed Nederlands, maar schiet zowel inhoudelijk als formeel te kort. Het ontbreekt Chattie aan een duidelijk begrip van humor en van de mop als genre: formeel opgebouwd met een rake punchline aan het eind, en inhoudelijk met zowel incongruentie als grensoverschrijding als vrijwel onmisbare ingrediënten. Voor het goed vertellen van een mop moet men bovendien niet alleen de genre-conventies beheersen, maar ook over kennis van de socio-culturele context beschikken.
Fictieve verhaaltjes verzinnen kan Chattie best goed: fictieve persberichten, liedjes en briefwisselingen over eenhoorns, en zelfs sprookjes over beren en kabouters zijn geen probleem. Griezelige sagen over spoken schudt Chattie ook zo uit zijn mouw. Broodjeaapverhalen lijken weer een struikelblok, maar daarover later misschien nog een keer…
Natuurlijk bevindt Chattie zich nog in een leerfase. Ook voor taalvaardige mensenkinderen geldt dat het foutloos en adequaat vertellen van een mop een leerproces van jaren is – en dat geldt zowel voor het verzinnen van nieuwe moppen (wat Chattie doet) als voor het navertellen van bestaande moppen (wat de gemiddelde moppentapper doet).
Laat een reactie achter