Het huis van de poëzie heeft (net als dat van de Heer) vele kamers, en een heleboel van die kamers laten Lies Van Gasse en Laurens Ham zien in hun Toon de stad, het nieuwste deel in de succesvolle reeks Woorden temmen van boeken die tegelijkertijd bloemlezingen zijn en uitnodigingen aan (jonge) mensen om binnen of buiten de klas de poëzie te ontdekken.
Volgens mij worden de deeltjes van Woorden temmen, die steeds door een ander tweetal worden samengesteld, steeds beter, alsof ieder duo weer leert uit de lessen van de vorige. Van Gasse en Ham hebben een mooie keuze aan gedichten gemaakt, die dus heel vaak over kamers en andere locaties gaan, en ze hebben steeds weer iets aardigs te melden. Dat begint steeds met een kort ‘gesprekje’ op papier van de twee samenstellers over het gedicht (“LAURENS ‘Mark Boog speelt in dit gedicht met de conventies van het sprookje.’ LIES ‘Precies! Ik vind het prachtig hoe Mark Boog in strofe twee en drie bestaande verhaalelementen uit sprookjes combineert tot fraaie beelden.'”). Die stukjes doen mij eigenlijk verlangen naar een poëziepodcast van deze twee. Verder zijn er kleine stukjes waarin je wordt uitgenodigd om bepaalde passages nog eens preciezer te lezen, om over bepaalde stijlkenmerken nog eens goed na te denken, om andere kunstvormen erbij te betrekken en om zelf ook eens een tekst te schrijven.
Achtergrond
Het gedicht van Boog is bijvoorbeeld ‘Naast iedere wieg een fee‘ uit Er moet sprake zijn van een misverstand uit 2010. Van Gasse en Ham vragen onder andere om de vrolijke en angstige uitdrukkingen uit het gedicht te halen, om zelf in een gedicht of verhaal een lievelingssprookje te herschrijven, naar vaag taalgebruik te zoeken in je eigen horoscoop of in het weerbericht. Daarnaast krijg je kort uitgelegd wat focalisatie is en maak je kennis met de Amerikaanse folkmuzikant Anaïs Mitchell en de stop-motionfilm Frankenweenie van Tim Burton. Genoeg materiaal om écht met zo’n gedicht bezig te zijn.
Bijzonder sympathiek vind ik dat er zowel van Van Gasse als van Ham zelf een gedicht is opgenomen. Dat van Ham bespreken de samenstellers ook als één van hun hoofdstukjes, dat van Van Gasse functioneert als bloemlezing. Dat zijn allebei goede gedichten, maar het maakt de dichtkunst ook toegankelijker. Gedichten zijn geen objecten om van grote afstand vol eerbied en met een witte jas aan over te praten, je kunt ze ook zelf schrijven – en daar dan over praten.
Jammer vind ik eigenlijk alleen een klein detail. Ook dit deeltje Woorden temmen ziet er weer aantrekkelijk uit – ook omdat Van Gasse de auteurs zelf een paar keer portretteert – maar dat de gedichten in witte letters op een blauwe achtergrond gedrukt zijn maakt ze net wat minder leesbaar. Maar omdat de doelgroep waarschijnlijk niet uit boomers bestaat, maakt dat misschien ook minder uit.
Hans W. zegt
Misschien vind je het leuk om te lezen, Marc van Oostendorp, dat je stukken over poëzie mij al vaak hebben aangezet om de besproken boeken te kopen. Onlangs nog bijv. de laatste bundel van Marc Boog, al eerder de delen van Woorden Temmen, en ja hoor… deze ga ik ook weer aanschaffen…
Marc van Oostendorp zegt
Dat is héél leuk om te lezen!