Wie zichzelf net na de Poëzieweek toch nog even een cadeau voor het leven wil schenken, moet vandaag nog Zo worden jaren tijd van Cees Nooteboom kopen, de bundeling van gedichten geschreven tussen 1955 en 2022 of, zoals het op het omslag staat, tussen ‘2022-1955’. Want alles gaat over de tijd, in dit dikke boek.
In zijn voorwoordje lijkt de dichter zich vooral druk te maken over de vroegste gedichten. Uitgebreid verantwoord hij zich over het feit dat hij die ook heeft opgenomen:
Waarom zou een man van 88 de gedichten verwijderen van een jonge collega van 22, ook al had die dezelfde naam?
Uit het boek zelf blijkt dat het héél gelukkig is dat hij alles heeft laten staan, al zijn, inderdaad, die allereerste gedichten (die helemaal achterin staan, want het boek begint met de recentste) niet de sterkste, ze horen er wel bij. Als ik eerlijk ben werd mij nu pas, door die 66 jaar van dichtkunst bij elkaar te zien, duidelijk wat een sterke en consistente dichter Nooteboom was.
Heel lang was Nooteboom een jonge schrijver: net wat jonger dan Mulisch of de Vijftigers, een jong talent, in proza en in poëzie. Op een bepaald moment is hij ongemerkt een oude schrijver geworden, maar eigenlijk is hij het allebei altijd geweest. In een bespreking hier op Neerlandistiek had Evi Aarens het vorig jaar over de ‘late style’ van Nooteboom, als iets dat kenmerkend is voor een dichter die aan het eind van zijn loopbaan staat. Maar als je dit werk allemaal bij elkaar leest, schreef hij altijd al in een late style. En tegelijkertijd zijn deze gedichten enorm krachtig en vitaal.
Het hele oeuvre is ook één spel met de tijd – de titel Zo worden jaren tijd verwijst daar natuurlijk naar. De gedichten spelen zich vaak af op een concreet benoemd moment van de dag – vaak in de avond of de nacht, wanneer er minder afleiding is en je kunt terugkijken. Of juist vooruitkijken, maar bij Nooteboom is het toch meestal terugkijken, het verleden in. Ook daarom is de ‘omgekeerde’ volgorde van de gedichten goed gekozen, alsof het hele werk eigenlijk altijd al zo is geconcipieerd dat je alles in omgekeerde volgorde moet lezen.
Bovendien schrijft Nooteboom vaak over collega’s, en het maakt hem daarbij niet uit of het gaat om tijdgenoten of om klassieke schrijvers, zoals:
Vergilius, Ve ecloge
aspice, ut antrum
silvestris raris sparsit
labruca racemisZie hoe de wilde wijnstruik met zijn uitschieters
over de grot heen hangt…
Precies, Mopsus, veilig dood
in je vijfde ecloge
bij dat eigenaardige songfestival voor dichtende herders,
daar heb je een punt.Ook hier, tegen de muur van gestapelde stenen,
woekert mijn wijnstruik overal heen. Negen maanden
was ik niet hier, vloog ik van vliegveld
naar vliegveld, jachtige mot
tegen het neon. Al die tijd klemde mijn wijnstok
zich vast aan die muur met liefde
van planten voor stenen, wachtend
op regen en licht.(…)
Er is geen verschil tussen de wijnstruik uit een gedicht van tweeduizend jaar geleden en die van nu. De dichter van nu is weggeweest en weer thuis, ondertussen is de wijnstok blijven groeien en blijven wachten. We kijken terug het verleden in, en hoewel alles groeit, is alles ook altijd hetzelfde gebleven.
Dit gedicht, en Nootebooms gedichten in het algemeen, raken zo los van de tijd. Juist door deze bundeling wordt duidelijk wat een klassiek dichter hij eigenlijk is: letterlijk tijdloos, en tegelijkertijd, als alle tijdloze kunstenaars, geworteld in zijn eigen tijd, in dit geval die van songvestivals, vliegvelden en neonlicht.
Nooteboom geldt geloof ik niet als een belangrijke dichter, zijn andere werk heeft het overschaduwd, al wordt zelfs dat in Nederland minder gewaardeerd dan elders. Ik beken: ik heb verschillende bundels van hem gelezen, maar de samenhang en de voortdurende kwaliteit van dit boek was een openbaring. Ik ga nog heel veel in Zo worden jaren tijd lezen. Kriskras.
Günther Steinke zegt
Beste Marc van Oostendorp,
heel bedankt voor uw aanbeveling! Wanneer ik de volgende maand weer in Maastricht zal zijn, ga ik mijn favoriete boekhandel “de tribune” opzoeken en deze dichtbundel kopen. Van Nooteboom heb ik de laatste jaren ook zijn bundel “de afscheid” gekocht.
Overigens ben ik met u eens: Zijn romans worden in Duitsland altijd zeer gewardeerd.
Hartelijke groets vanuit het burenland en een fijn weekend gewenst
Günther Steinke