Deze week een mini-podcast over de dichter Johannes Reddingius.
Kees van Kooten bedacht ooit de term “gewoonmooi”, en ik kan geen andere dichter bedenken op wie deze term meer van toepassing is dan op Joannes Reddingius (1873-1944). Deze in Deurne geboren schrijver was de broer van de zangeres en componiste Aaltje Noordewier-Reddingius, een beroemdheid in het begin van de 20e eeuw. Hij studeerde oude talen bij Herman Gorter en ging werken bij boekhandel Scheltema en Holkema. Vervolgens begon hij zijn eigen zaak, ‘Het Boekhuis’ in Hilversum, en startte ook een concertbureau.
Als dichter was hij betrokken bij de nabloei van de beweging van ’80 en had hij nauwe banden met de dichters Willem Kloos en Helene Swarth. Ook nam hij de jonge schrijver Antoon Coolen onder zijn hoede. Hij publiceerde regelmatig in het tijdschrift De Nieuwe Gids en debuteerde in 1903 met de bundel Beeld en Spel. Maar het was zijn bundel Johanneskind uit 1907 die zijn doorbraak betekende en hem algemene bekendheid in Nederland gaf.
In zijn vroege gedichten is voornamelijk zangerige natuurlyriek te vinden, met veel beschrijvingen van de natuur en de elementen. Later werd zijn poëzie beschouwelijker en stond hij onder invloed van theosofie en vrijmetselarij. Hij kon niet langer eenvoudig genieten van de natuur, maar beschouwde zichzelf als een deel van het Al-bestaan en kwamen er meer filosofische en religieuze thema’s in zijn werk.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog weigerde Johannes Reddingius lid te worden van de cultuurkamer en stopte hij met het uitgeven van gedichten. Pas na de oorlog, toen hij al overleden was, werden de verzen die hij in zijn laatste jaren geschreven had gepubliceerd.
Pieter Koolen zegt
Mooie gedichten!
Joannes Reddingius was niet katholiek maar een zoon van de destijds in Deurne wonende dominee Wibrand Reddingius. Zie https://www.deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=Wibrandus_Gerardus_Reddingius_(1841-1875)
Rolf den Otter zegt
Dank voor de correctie! Ik had dit uit een necrologie uit een krant die op Delpher gevonden had.