Op 11 juli 1327 sloot Willem, graaf van Holland, een overeenkomst met o.m. Lysbet, dochter Jan van der Merwede (aldus het Groot Charterboek der Graaven van Holland van Zeeland en Heeren van Vriesland deel 2, Leiden 1754 pag. 432). In dat document, op de inhoud waarvan we verder niet ingaan, komen de namen van een serie gerechten (dorpen met een lagere vorm van dorpsbestuur) rond het huidige Almkerk aan de orde. Dat zijn, in de toenmalige spelling, Zandwyk, Muylwyk, Almkercke, Huppen, Uithoven en “die Nederscouwe”. Als we onderkennen dat onder Huppen Uppel wordt verstaan en dat Muylwyk een kasteel was even ten westen van het huidige Uppel, herkennen we diverse locaties in en om Almkerk, behalve ”die Nederscouwe”. Er is geen literatuur of kaart over respectievelijk met die Nederscouwe.
De serie namen roept de vraag op waar “die Nederscouwe” lag. Een vraag die extra lastig te beantwoorden is omdat diverse van de genoemde gerechten in de jaren na de Sint-Elisabethsvloed van 1421 van de aardbodem verdwenen zijn.
Nederscouwe
Omdat er geen kaart is met die Nederscouwe erop, zou een uitleg van de betekenis van de naam inzicht kunnen geven waar we moeten zoeken. De interpretatie van het woord zou enig licht kunnen werpen op de plaats waar we die Nederscouwe moeten zoeken. Allereerst, wat is een scouwe? De historische woordenboeken bevatten diverse woorden die min of mee hetzelfde gespeld of uitgesproken worden. Schouwen, bijvoorbeeld. In Zeeland kennen we een Schouwen-Duiveland, waarvan Schouwen wordt afgeleid van de waternaam Schelde (G. van Berkel & K. Samplonius (2018), Nederlandse plaatsnamen verklaard). Schouwen is ook de naam voor de jaarlijkse inspectieactiviteit van het waterschap, maar een relatie met dat (aan)schouwen van een situatie laat zich bij de naam Nederscouwe niet leggen. Een schouw is verder een woord voor schoorsteen, en tot slot voor een vaartuig. Welke betekenis is relevant in dit verband, en hoe valt die te combineren met neder?
Een raadpleging van het landelijke Netwerk Naamkunde, met daarin o.m. taalhistorici en historisch-geografen, leverde het antwoord op. In Groningen en Friesland zijn er enkele toponiemen met een variant van schouwen in de naam. Alde Skou bij Akkrum, bijvoorbeeld, waar schouw ‘overzetveer’ betekent. Het woord schouw in de betekenis van ‘overzetveer’ komt ook voor in het graafschap Holland (Altena lag daarbinnen in de middeleeuwen). De Haagse Schouw bij Leiden is zo een overzetveer, bij Vlaardingen is er een schouw over de Vlaardinger Vaart.
Een overzetveer ergens in de buurt van Almkerk is een goed mogelijke woordverklaring. De Alm zal men hebben willen oversteken. Bij Waardhuizen was er in de Middeleeuwen een overzetveer. Van een overzetveer bij Almkerk is niets bekend. Wel was er nog sprake van een veer, het Oude Veer, aan de zuidzijde van de toenmalige zuidwestelijke Alm tussen de huidige Kornse dijk en Nieuwendijk en in de huidige Biesbosch, daar waar de Alm in de Romeins-middeleeuwse Maas stroomde. Maar die veren lagen buiten het gebied van de eerder genoemde gerechten, waar de heer van Altena het voor het zeggen had. Daar moeten we dus het gerecht die Nederscouwe niet zoeken. We moeten het ook niet zoeken pal ten zuiden van Almkerk. Weliswaar lag daar het gehucht Emmikhoven, maar verder zuidwaarts lag alleen ontoegankelijk moerassig gebied, waar voor een reiziger niet doorheen te komen viel.
Om de plek van het overzetveer te duiden kijken we naar het woorddeel Neder-. Neder betekent stroomafwaarts. In die betekenis komt het voor bij Op- en Neerandel, Op- en Nederhemert, Op- en Neerrijnen. In de context van de Alm: waar is dan stroomafwaarts? Allereerst kan men als referentiepunt nemen het veer bij Uitwijk-Waardhuizen. Uitwijk was het oude machtscentrum van de Van Uitwijken, de latere Van Altena’s. Deze verplaatsten hun machtscentrum naar de motteburcht net ten oosten van het huidige Almkerk. Neder– bezien vanuit die twee machtscentra komt men in het huidige Almkerk terecht. Niet veel verder westwaarts, want ten westen van de huidige Kornse-Verlaatse dijk was er een groot gebied met amper bewoning tot voorbij het huidige Nieuwendijk omdat daar geen stroomruggen lagen.
De enige plek die echt in aanmerking komt voor een overzetveer is ter plekke van de Kornse-Verlaatse Dijk, zie de afbeeldingen 1 en 2. De oude zuidwestelijke Alm ging sinds de Romeinse tijd daar zuidwaarts, naar Dijk- en Wielzicht. Langs de latere Kornse dijk lagen oeverwallen van de zuidwestelijke Alm, en vanuit Almkerk noordwaarts was er een zijtak die bij Uppel in de Werken stroomde. Op of bij die oeverwallen van de latere dijk lagen in de Middeleeuwen diverse nederzettingen. Munsterkerk, Ganswijk ofwel Spijk, Almkerk en Uithoven, de uithof van Den Doorn, Uppel, Muilwijk en Kasteel de Werken. Het ligt voor de hand dat tussen die keten van nederzettingen reizigers waren die noord-zuid en omgekeerd de Alm moesten oversteken.
Ter plekke van de kruising van de route van Alm en de noord-zuidverbinding tussen die nederzettingen was een overzetveer nodig en rendabel. Die Nederscouwe zal dus hoogstwaarschijnlijk gelegen hebben op de plek waar nu de Emmikhovense of Kromme steeg (zie afb. 2) de Kornse of Verlaatse dijk kruist. Van de oude situatie is weinig terug te zien. Na de Sint-Elisabethsvloed is de Alm hier door aangevoerd slib verdwenen, door de aanleg van de Kornse dijk na 1460 is het gebied vergraven. Op onderstaande hoogtekaart (afb. 3) is te zien dat nabij de vermoede Nederscouwe het maaiveld nog iets verhoogd is. Logisch, daar in de buitenbocht van de Alm, bij de zogenoemde stootoever, zal een verhoogde oeverwal ontstaan zijn in 1000 jaar van overstromingen van de Alm. Vanwege de uitschurende werking van het water in de periode 1421-1460 kan men overigens niet al te veel waarde toekennen aan de huidige maaiveldhoogte, maar het grote areaal hogere gronden in onbebouwd gebied is zodanig dat de kans dat de verhoging door menselijk handelen komt gering, het kan eigenlijk niet anders dan een oeverwal van de Alm zijn.
Opvallend is dat op de kadastrale kaart van 1832 alle stegen uit het huidige Almkerk afbuigen naar het zuidwesten, naar de omgeving waar nu de Verlaatse dijk de Alm kruist (vroeger lag de Alm, en dus deze kruising, iets zuidelijker). Dit duidt erop dat daar (iets zuidelijker) een knoppunt, in verband met de Alm een oversteekpunt gelegen moet hebben. De oude infrastructuur van voor 1421 is, zoals bijna overal in Altena ten oosten van de zeedijk uit 1460, immers ten oosten van de Kornse en Verlaatse dijk weer gerestaureerd.
Alle wegen leiden naar één punt bij de wiel. Daar waar, gegeven de naam en gegeven een reizigersstroom op deze plek en het ontbreken van andere, voor een veerverbinding in aanmerking komende locaties in de buurt van Almkerk en omgeving, ooit het veer zal moeten zijn geweest. Tot na de Sint-Elisabethsvloed zowel de Alm als Nederscouwe hier verdwenen.
Bert koster zegt
Mijn dank. Ik lees deze artikelen met veel plezier.
Bas v Andel zegt
Met plezier,Ier geschreven!