Verloren
Ik lees een boek, ik schrijf een brief,
Ik kom bij jou, wij praten.
Die dingen zijn mij even lief;
Ik kan ze ook wel laten.
Het voorjaar buiten is altijd zoel,
Maar niet dat wilde wonder
Toen ik weg wou gaan, alleen en koel;
Nu kan ik ook wel zonder.
Ik meende aan ’t strand te zijn geboren,
Mijn huis te hebben in het duin.
Dat alles is al lang verloren,
Nu voer ik meeuwen in mijn tuin.
••
De dichter
Heet mij niet lui, omdat ik vaak
de dagen in een nietsdoen slijt.
De kleine plicht die ik verzaak
is van geen nut, verdient geen vlijt.
Wat mij steeds heeft teleurgesteld
heeft anderen tot eer gestrekt.
De mierenarbeid om wat geld
heeft slechts in mij geen drift gewekt.
Toch liggen in mij krachten braak.
Misschien dat ’t eens een tijd behaagt
ook mij te dwingen tot een taak:
Titanenwerk dat niemand vraagt.
Clara Eggink (1906-1991)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht
Laat een reactie achter