Ik ben niet eenzaam sinds gij zijt gegaan.
Zooals het licht gansch om de wereld is
Zijt gij met mij. Alle herinnering is
Vager, en verder van mij heengegaan,
Overgegaan, als bloemen in hun zaad,
Onder de aarde. En dit is zoo vreemd
Dat nu àl inniger de stilte neemt
Aard van uw wezen, sinds van u begon
Vergetelheid van woord en daad. Van dit gemis
Drenkt zich de lucht om mij van u
En ik verlies u, en ben gansch in u. –
Lang sinds geleden heb ik droefenis
Zeer liefgehad, om de gelijkenis
Dat zij mij smart en vrede gaf van u.
Maar zij is heen als gij, en nu
Moest ik toch eenzaam zijn, nu niets gebleven is.
Maar eenzaam ben ik niet. Ik wist het niet;
Ik heb mij gansch op dit geheim bezonnen:
Ik weet alleen dat in de stilte bronnen
Van licht mij drenken met wat mij verliet.
J.W.F. Werumeus Buning (1891-1958)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter