Er wordt al ongeveer 150 jaar onderzoek gedaan naar dialecten, maar dat is nog niet makkelijk, vooral niet als het gaat om het verleden van het dialect. Ook omdat er geen opnames bestaan. Onderzoekers hebben in de loop van de tijd manieren gevonden om dat toch te doen.
Cor van Bree is in Nederland een absolute autoriteit op het gebied van taalonderzoek. Een inspirator voor mij en vele anderen. Tot de vorige eeuw werd vooral standaardtaal onderzocht, maar onderzoekers zagen dat dialect eigenlijk veel interessanter was om te onderzoeken. Want dan moet je het veld in. Vergelijk het met een Bioloog; die verkiest de wildernis toch ook boven een aangeharkte tuin? En Van Brees wildernis, dat was het Oosten van Nederland.
Luis Miguel Rojas Berscia is taalwetenschapper. En hij doet niet alleen onderzoek naar taal, hij spreekt ook heel veel talen, namelijk 35.
Kristel Doreleijers doet onderzoek naar dialectgebruik onder jongeren. Onder de Brabantse jeugd doet zich een interessant verschijnsel voor dat we op meer plekken tegenkomen: overdreven dialect, hyperdialect.
In Groningen zijn hoogleraar Martijn Wieling en zijn promovendus Martijn Bartelds druk doende met het behoud van op het oog stervende talen zoals het Gronings dialect. Dat doen ze doormiddel van kunstmatige intelligentie.
Het Dialectenbureau is een co-productie van Omroep MAX en Visionair Ordinair.
Antoon Berentsen zegt
Lof voor dit initiatief! Mij valt vaak op hoe weinig dialectsprekers zich buiten het folkloristische tijdens b.v. de carnaval voor hun taal, laat staan voor dialectonderzoek interesseren. Maar gelukkig wordt er in het bovendorpse veel ondernomen. Neem nu eens Gelderland: Vorige week verscheen “Zutphens, klip en kläör” (Telgen van het Woordenboek van Achterhoekse en Liemerse Dialecten, Dl. 15). En onlangs verscheen het manifest “Een dialect tussen de wal en het schip: Het Kleverlands in Gelderland” van de Werkgroep Plan Erkenning Gelders Kleverlands.