• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Willem de Clercq en gedoe om een gedicht.

21 mei 2023 door Rolf den Otter Reageer

Een mini-podcast over een gecanceld gedicht uit de 19e eeuw.

Op 14 april 1841 behaagde het koning Willem II een bezoek te brengen aan het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten in Amsterdam. Hij woonde de jaarlijkse vergadering bij waar de vier klassen van het instituut verslag deden van hun wetenschappelijke activiteiten. “Lid van de tweede klasse”, die voor taal en letterkunde, was de dichter en directeur van de Nederlandsche Handel-Maatschappij Willem de Clercq. Befaamd als hij was voor zijn improvisaties op rijm, zeg maar de freestyle rap van de 19e eeuw, werd hem gevraagd om de koning met zijn kunsten te begroeten. Op 10 april 1841 schreef de Clercq echter in zijn dagboek:

April 10. Komst Z M in het Institut. Over het Vers.

Het werd bekend dat de Koning in stad komt, en nu ook dat hij in het Institut aanstaande Dingsdag zou komen. Voor het Improviseren aldaar heb ik formeel bedankt doch toen nu het oproepings briefje kwam, voelde ik dat ik niet weigeren kon hem toch eenige hartelijke regelen te zeggen zoo dit verlangd werd. Ik zocht Bosscha (de Neerlandicus Johannes Bosscha sr.), aan wie het geheel beleid der Zaak is opgedragen, die echter nog van het geen de 2e Classe doen zoude, niets bepaalds wist. In die onzekerheid heb ik dan het vers gemaakt en weet niet of er eenig gevolg aan zal gegeven worden.

Geen improvisatie dus, maar een ronkend welkomstgedicht, in vorm losjes gemodelleerd naar het bekende “Afscheid” van Willem Bilderdijk, ooit ook prominent lid van de tweede klasse van het instituut. Op één avond geschreven, kennelijk, wat op 12 april schrijft hij: 

April 11/12.

Van het Institut hoorde ik in de Paaschdagen niets. Aan d C [da Costa] heb ik het Vers voorgelezen.

Tot zo ver nog geen problemen. Maar ja, het instituut zou het instituut niet zijn als er over iets simpels als een minder dan 5 minuten durend(!) welkomstgedicht niet even flink gekibbeld werd en de heren van het instituut er onderling niet uitkwamen. Het welkomsvers werd gecanceld en Willem de Clercq was er niet rouwig om:

April 13. Br Bosscha over het vers. Vervolg op de Audientie.

Ik had van Bosscha een briefje hoe het nu met alles was & zond hem daarop mijn vers ter beoordeling zeggende mij zelve volstrekt niet op den voorgrond te zetten, en liever een beslissing willende afwachten dan die te willen provoceeren. Bosscha zond mij dat vers met goed keuring terug en proponeerde mij nu de Commissie tot regeling te vragen, om mij tot het voorlezen daarvan te willen uitnodigen. Op de Audientie echter grommelde Wiselius Moet gij nu ook nog lezen, ’t geen mij niet beviel, daar ik geen verklaring had gedaan van niets te zullen gereed maken. Ik was er echter niet geheel ruim over. ‘S middags bragt ik het Vers na Bosscha die ’s avonds repetitie hield, en zeide hem dat hij nu maar met deze zaak moest handelen, zoo als hij het zelve goed vond.

April 14. B Ba [Bosscha] Ik lees het vers niet voor

Uit een briefje van Ba bleek, dat de Heeren de vorige dag braaf over de Minuten gedisputeerd hadden, dat er reeds twee waren die hun stuk moesten verkleinen, en zelfs Reinwardt het op de helft brengen. Hij had daarom het vers niet voorgelezen daar men niet kon toestaan, om iets van den tijd meer te vergen. Ik moest het dus overgeven, en had het eigentlijk van die tijd af kalmer voor mij zelve.

Zonder de Clercq’s vers vertelden de vier klassen hun verhaal, Willem II kreeg nog een paar oude boeken en schilderijen te zien en in de avond zaten de orators van die dag gemoedelijk met de koning in zijn paleis aan het diner. De volgende dag werd bepaald dat het vers in de notulen van de vergadering terecht zou komen”

April 15. Institut. Vraag na m/vers

S’avonds was ik met Groen [Groen van Prinsterer] in het Institut. Daar werd nu voort na mijn vers gevraagd; het Speet elk dat het niet gelezen was, en men wilde het nu volstrekt in de Notulen dier buiteng. vergadering afgedrukt hebben. Alles komt toch weder te regt en de positie was beter dan of ik vooruit had gedrongen.

Sterker, zelfs Nicolaas Beets toonde belangstelling: 

Mey 15. B N Beets

N Beets schrijft mij om het Vers voor het Institut bestemd, aan de muze Haren Almanak te geven. Het is de eerste aanraking, die zoo God wil tot meerdere leiden kan.

Ik heb echter het vers niet in de Nederlandsche Muzen-Almanak teruggevonden. Waarom dit niet gebeurde, heb ik geen idee van. In 1830 verscheen er een portret van de Clercq in de almanak, maar vreemd genoeg nimmer een gedicht van hem! (Eijssens, 2016).

Maar… Nog een jaar later zou het gedicht nog voor controverse zorgen. Zou die dekselse de Clercq niet via een omweg zijn gedicht in de verslagen en mededelingen van het instituut uitgegeven hebben? Of een wit voetje bij de koning hebben willen halen?

July 1, 1842. Aan na Uitgave m/Vers

Uit een brief v Hogendorp [Van Hogendorp] bleek mij dat de inzending van het Vers in deze oogenblikken nog al opmerking gemaakt had, en men scheen te denken dat ik dat vers had laten uitgeven. Ik antwoorde dat het de Klasse was, & dat ik om zelfs de schijn van eene Captatio benevolentiae te vermijden aan de Koning geen present Exempl. had aangeboden.

Hoe het ook zij, de welkomsgroet is een mooi voorbeeld van een gelegenheidsgedicht uit de 19e eeuw, dat alle elementen van de destijds belangrijke normen en waarden uitdrukte. Het schetst een romantisch beeld van de vaderlandse geschiedenis, de godsdienstigheid en de trouw aan de koning. Uiteindelijk werd het gedicht in 1877 nog opgenomen in Jan Pieter de Keyser’s “Neerland’s letterkunde in de negentiende eeuw”, waarin diverse voorbeelden van dichtkunst werden gepresenteerd.

Gebruikte bronnen:

Clercq, W. de, Dagboek 1811-1844, (Deel XVIII en XXIX), http://resources.huygens.knaw.nl/dagboekdeclercq

Eijssens, H. (2016). De literaire almanak als standmeter van de Nederlandse poëzie: gedemonstreerd aan de Nederlandsche Muzen-Almanak (1819-1840). Universiteit van Amsterdam.

Keyser de, J. P. (1877). Neerland’s letterkunde in de negentiende eeuw: bloemlezing ten gebruike bij de beoefening onzer letterkunde. Stemberg.

Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten (1842). Het instituut, of verslagen en mededeelingen uitgegeven door de vier klassen van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten (Vol. 1). Frederik Muller. https://tinyurl.com/nyzcbwsp

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Video Tags: gedicht, gedichten, gedichten 19e eeuw, gelegenheidsgedicht, poëzie, vers, Willem de Clercq, willem II

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Frans Budé • Parkscènes

Hij begroet de bomen, zwaait naar de eenden
in de vijver, de blinkende kiezels op de bodem.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d