Waarom Rozalie Hirs beluisteren?
De Nederlandse dichter voor lezers met oren is Rozalie Hirs. Je kon altijd al horen aan haar werk dat ze een componist is, iemand die gewend is om te luisteren naar de wereld en naar de taal. Voor veel mensen en zelfs voor veel dichters lijkt poëzie voor de eerste plaats te bestaan uit letters op papier, maar niet voor Hirs. In haar nieuwe bundel ecologica staan twee grote gedichten die tegelijkertijd libretto’s zijn voor muziekwerken die ze heeft geschreven.
Een van die libretto’s heet atlantis & (vocalise uit een verzonken stad) dat de basis vormde voor een stuk dat in 2015 op het Holland Festival werd uitgevoerd. In de aantekeningen achterin legt de auteur uit:
Het achterliggende idee voor libretto en muziekstuk is de verklanking van een apocalypstische dodenzang, tijdens de ondergang van de mythische stad Atlantis in het water. In verschillende talen klinken flarden poëzie gefilterd door het water: alleen de klinkers zijn nog hoorbaar.
Op papier ziet dat er zo uit (dit is een fragment, in de bundel staan tekst en fonetische transcriptie naast elkaar, maar ik zet ze hier onder elkaar):
[wat ze zingen:]
ruedan palabras
white horsing sea hides
alongside the new
escinde
la costa
confusion de matière
[wat we horen:]
we a a a a
aɪ ɔː ɪ iː aɪ
ə ɒ aɪ ə uː
e i e
a o a
ɔ̃ y iɔ̃ ə a jɛ ə
Het is een intrigerende methode: de stem van de dichter gaat door drie filters: eerst die van vertalers in het Spaans, Engels, Frans en Duits, dan door die van alleen de klinkers, en dan die van de zangers die als collectief zingen en een interpretatie geven. In de bundel is het filter van die zangers vervangen door een transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet, dat betrekkelijk nauwkeurig is, maar niet nauwkeurig genoeg om de precieze details weer te geven. In het bovenstaande zijn zowel de Engelse als de Franse sjwa weergegeven met ə, maar die klinken echt niet precies hetzelfde.
In een interview rondom de wereldpremière van atlantis ampersand zegt Hirs er zelf over:
De stempartij zelf is genoteerd binnen het fonetische alfabet, een utopisch gegeven, omdat we fonetische klanken allemaal uit kunnen spreken, ongeacht onze moedertaal. De zangers zingen van de woorden alleen de klinkers. Zij maken via de klank en de emotie in hun stem tegelijkertijd de betekenis van de poëzie hoorbaar. die ook in de partituur genoteerd staat.
Het is interessant dat de fonetische tekens enerzijds staan voor het onhoorbaar worden van de taal bij het tenonder gaan van Atlantis en tegelijkertijd door de dichter een ‘utopisch’ gegeven genoemd worden. Temidden van de ondergang hebben we weliswaar nog steeds een Babylonische spraakverwarring, maar tegelijkertijd de utopie dat we al die talen wel opschrijven met hetzelfde schrift dat we allemaal kunnen lezen.
Ik vraag me dan weer vooral af of het waar is dat je als je onder water spreekt, alleen nog hoorbare klinkers kunt maken. Op internet is er een discussie over het onderwerp te vinden, naar aanleiding van een vraag van iemand die een fantasietaal wil ontwerpen voor mensen die onder water leven. Ook daar is de conclusie dat je het beste alleen klinkers kunt hebben, maar er zijn wel wat aantekeningen te maken.
In de eerste plaats moet je om klinkers te maken altijd je mond open doen, wat natuurlijk toch wat minder handig is onder water. De keuze voor de klinkers lijkt daarom vooral gekozen uit oogpunt van akoestiek – je kunt ze beter onderscheiden – dan uit dat van articulatie. Sommige medeklinkers zijn waarschijnlijk nog steeds redelijk goed te horen, zoals de r en de l, en bovendien kun je misschien het verschil niet horen tussen plofklanken als p, t en k, maar dat er een plof klinkt, is nog steeds wel waar te nemen. Ook in zo’n akoestische taal zou ik geloof ik nog steeds ruimte maken voor medeklinkers.
Het probleem van het lastig uitspreekbare blijft dan nog steeds bestaan. Het liefst wil je een taal waarbij je je mond niet open hoeft te doen: een m-taal waarbij je alleen neuriet. Nu bestaan er op de wereld zogeheten fluittalen, waarmee je over lange afstand boodschappen kunt oversturen door je woorden te fluiten. Het Silbo bevoorbeeld, op het Canarisch eiland La Gomera. Mensen hebben daar een truc ontdekt om sommige (spaanse) klinkers en medeklinkers om te zetten in fluitsignalen. Dat kan natuurlijk ook met neurieën.
Maar zoiets heeft evidente nadelen voor de kunst. Je mist het optimisme van het Internationale Fonetische Alfabet, en daarnaast wordt die onderwatertaal ook minder zingbaar. En bij Hirs winnen uiteindelijk het optimisme, en de kunst.
Robert Kruzdlo zegt
Noord-Zweden inwoners van Umeå – spreek uit als Uu-mee-jôh, zeggen ja als het zuigen aan een rietje. En dan met heel weinig fysionomie. Kijk maar: https://youtu.be/xNhOW9JVYzs
Er zijn nog veel meer klanken dan woorden.