Inspirerende leraren, uitdagende methoden, nieuw onderzoek in de klas. Het gaat goed met het schoolvak en de studie Nederlands. Een volgende stap is de terugkeer van het opstel. Neem de creatieve intelligentie van leerlingen serieus en Nederlands zal floreren.
Het opstel
Op vrijdagmiddag 18 mei 2018 deed ik voor de tweede keer eindexamen VWO Nederlands. Op een steenworp afstand van de gymzaal waar een paar honderd leerlingen van het Nijmeegse Dominicus College boven hun examens gebogen zaten, bevond ik mij in het gezelschap van een handvol schrijvers, leraren en academici. Ook wij hadden ons waterflesje op tafel, de pen in de aanslag en de opgaven voor onze neus. Hoe zouden wij het ervan afbrengen? Het lukte mij aardig om de juiste tekstverbanden aan te wijzen (de belangrijkste functie van alinea 4 in de gedachtegang van tekst 1), de belangrijkste signaalwoorden te vinden en ‘de hoofdgedachte’ van tekst 2 te benoemen. Een lamme schrijfhand hield ik er overigens niet aan over, want het ging voor het grootste deel om meerkeuzevragen of antwoorden van hooguit 40 woorden. Ik haalde een 7,5. Mijn collega’s zaten in dezelfde zone. De leraren, getraind als zij zelf waren in het trainen van hun leerlingen, brachten het er beter van af.
Tijdens die middag in Nijmegen dwaalden mijn gedachten onwillekeurig af naar mijn eerste eindexamen Nederlands in 1990. De meeste vragen bij het deel over tekstverklaring uit dat examen ben ik vergeten. Het meest boeiende deel vond ik het opstel. Hier was het niet de bedoeling om een ‘hoofdgedachte’ uit een tekst te halen, maar om die in een eigen tekst te leggen en tot uitdrukking te laten komen in een zorgvuldig gecomponeerd vertoog. Vanzelfsprekend moest het opstel in correct en helder Nederlands geschreven zijn en dienden de alinea’s op elkaar aan te sluiten. Maar bovenal was het een oefening in kritisch denken en schrijven. Zo werd onze creatieve intelligentie aangesproken: het vermogen om een gedachte uit te werken in een eigen tekst van enige omvang.
Velen betreurden het verdwijnen van het opstel in 1998, maar het keerde niet meer terug. Onder druk van de nieuwe eindexamens werd het schoolvak Nederlands steeds meer een servicevak. Het werd geacht vaardigheden te trainen die leerlingen vooral daarbuiten nodig zouden hebben, zoals begrijpend lezen. Een gevolg van die ontwikkeling kreeg ik in 2018 onder ogen.
Creatieve intelligentie
Nu zou het oneerlijk zijn om de kwaliteit en reikwijdte van een schoolvak af te meten aan het Centraal Schriftelijk Eindexamen, want er gebeurt zoveel meer bij Nederlands. Bevlogen en deskundige leraren brengen oudere en nieuwe literatuur onder de aandacht. Zij motiveren hun leerlingen om mee te doen aan schrijfwedstrijden, deel te nemen aan de jury’s van literaire jongerenprijzen en om bijvoorbeeld een profielwerkstuk te schrijven over de talen en culturen van Nederland. Tijdens de finale van de Olympiade Nederlands, op 12 mei 2023 in Groningen, presenteerden genomineerde leerlingen uit Vlaanderen en Nederland hun onderzoek naar onder meer communicatie in overheidscampagnes, zeventiende-eeuwse toneelconventies, taalontwikkelingsstoornissen, De Oostakkerse gedichten van Hugo Claus en nog veel meer. Dit alles met dank aan hun academische begeleiders, maar vooral aan hun enthousiaste leraren Nederlands.
Vroeger was beslist niet alles beter en treurzangen over de teloorgang van literatuuronderwijs zijn maar deels terecht. Het probleem is vooral dat wat getoetst wordt in het eindexamen geen recht doet aan het productieve vermogen van jongeren. De drang naar objectief toetsbare kennis won het van het verlangen naar creatievere opdrachten, zoals het schrijven van een opstel. Als ik terugdenk aan mijn schooltijd, dan herinner ik mij vooral het geluksgevoel dat werd opgeroepen als ik zelf iets onderzocht en ontdekte en als ik daarover kon schrijven: een opstel over sociale kritiek in De kleine Johannes, een vertaling van een gedicht van Emily Dickinson en een verslag in woord en beeld over de Tweede Wereldoorlog in een vroeg verhaal van Willem Frederik Hermans.
Dat uit mijn klas van zo’n vijfentwintig leerlingen er vijf Nederlands gingen studeren was helemaal niet zo vreemd. We waren aangestoken door een vuur dat ook na het eindexamen bleef branden, al zijn wij na ons afstuderen heel verschillende dingen gaan doen. Zelf begon ik aan de Universiteit Utrecht met iets meer dan honderd eerstejaars. De zusteropleidingen in het land waren niet veel kleiner. In de jaren na 1990 zouden die aantallen scherp dalen, tot landelijk zo’n 200 nieuwe studenten per jaar. Pas de laatste tijd stijgt het aantal studenten weer licht. Natuurlijk: het opleidingsaanbod is in de decennia na 1990 geëxplodeerd en een landelijke campagne als ‘Kies Exact’ was voor de taal- en cultuuropleidingen niet voordelig, maar ook het negatieve imago van het schoolvak – een saaie cursus waarin je vooral de trucjes van het tekstverklaren moet trainen – deed de zaak geen goed.
Imago en actie
De dalende aantallen studenten Nederlands zijn in de eerste plaats een maatschappelijk probleem. Dat tekent zich vooral (maar niet uitsluitend) af in het voortgezet onderwijs, waar de vraag naar bevoegde docenten vele malen groter is dan het aantal leraren dat met een diploma de arbeidsmarkt betreedt. Een uitstekende beheersing van het Nederlands, onze eerste rijkstaal, is essentieel in vrijwel alle maatschappelijke sectoren. Het beeld van het schoolvak Nederlands als saai en oubollig is onterecht. Kijk maar eens naar nieuwe methoden als Kern Nederlands, voor een belangrijk deel geschreven door jonge neerlandici. Die methode laat zien dat Nederlands een breed wetenschappelijk vakgebied is en dat spoken word en BookTok niet meer zijn weg te denken zijn uit de literaire cultuur. Nederlands beweegt mee met de tijd.
Goed nieuws dus. Maar met de belangstelling voor het vak is het nog niet zo best gesteld. Tijd dus voor een nieuwe overheidscampagne: Kies een Taal! Verlos leerlingen en hun docenten daarnaast van geestdodende centrale eindexamens en spreek hun creatieve intelligentie aan door het opstel weer in te voeren. Die tekst mag overigens gerust ‘essay’ worden genoemd, een ‘poging’ namelijk om een gedachte in taal om te zetten. Zoals een schrijver in de jaren dertig eens opmerkte: in het essay klinkt de melodie van het denken. Het is niet alles, maar wel een begin van een nieuwe bloeitijd voor het Nederlands.
Dit artikel verscheen eerder in Dagblad van het Noorden, van 17/18 juni 2023
René Spruijt zegt
Dit is precies wat er fout is in het Nederlands onderwijs en aan het onderwijs in het Nederlands. Door allerlei expliciet omschreven lesdoelen te moeten halen die worden afgetoetst door Cito middels multiple choice, verarmt het denkvermogen van kinderen en studenten tot reproductie van wat bestaat. Zelf denken, formuleren in spreken en schrijven wordt niet meer geoefend in het onderwijs. Creativiteit ingeruild voor reproductie!
Spijtig! Want in het dagelijks leven wordt je ook geacht zelf te formuleren. Of toch niet? Je sollicitatiebrief kan ook al worden geschreven door AI; vast en zeker beter dan de afgestudeerde dat kan. Waarom is AI toch ‘vaardiger’ dan de mens?
Robert Kruzdlo zegt
Waarom is AI toch ‘vaardiger’ dan de mens? Omdat zijn gereedschapskist groter is dan groot, te groot voor een mens. Lees vooral dit artikel in de Volkskrant.https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/2023/hoe-werkt-chatgpt-nu-eigenlijk-onder-de-motorkap~v750606/
Alex van de Kerkhof zegt
De examens Nederlands worden na afname openbaar gemaakt en zijn door eenieder in te zien. Zie daartoe bijvoorbeeld de site van Cito. Mocht u de moeite nemen eens een recent examen in te zien, zult u hopelijk zien dat dit niet beantwoordt aan de karakteristiek die u ervan geeft.
Hanneke Eggels zegt
Bij mijn eindexamen kon elke leerling voor het verplichte opstel kiezen uit 3 vastomschreven gestencilde onderwerpen: 1. stelling/vertoog met populair-wetenschappelijk of maatschappelijk citaat/onderwerp 2. uiteenzetting bij actueel krantenbericht . 3. column/verhaal als vrij onderwerp (creatief schrijven in de wieg!). Maximaal aantal woorden. Ja, dat waren nog eens tijden. Martijn: ik support de terugkeer van het opstel, onder beter dynamisch etiket. Wij noemden het indertijd een stelopdracht. nou ja!
Ad Welschen zegt
Dat ziet eruit als een verstandige keuzemogelijkheid. Ik zou dan best wel hebben willen zien hoe de verdeling uitviel over deze drie keuzemogelijkheden.
Alex van de Kerkhof zegt
Het opstel (schrijfvaardigheid) bestaat nog steeds en is onderdeel van het eindexamen. Het verschil met vroeger is dat dit onderdeel nu onder de verantwoordelijkheid van de school valt.