Deze maand heeft de Universiteit van Tilburg de infantilisering van het Nederlandse hoger onderwijs officieel voltooid. Het promotie-reglement is namelijk aangepast. In het bericht hierover op de website van de universiteit is het eerste bullet point:
- De zorgplicht en taken voor begeleiding van promovendus tijdens het promotietraject zijn meer geëxpliciteerd. Deze taken richten zich niet enkel op de totstandkoming van het proefschrift, maar bijvoorbeeld ook op de voorbereiding van de promovendus op de verdediging.
De promovendus moet aan het begin van de promotie een presentatie geven over haar onderzoek – dat was altijd al het geval. Nieuw is dat de promovendus nu minstens twee keer moet oefenen – en dat de promotor daarop moet toezien. Dat is deel van de ‘zorgplicht’ – ervoor zorgen dat de promovendus tot op het laatste moment eventuele onaangenaamheden bespaard blijven.
Want een promotie is het laatste moment in iemands opleiding tot wetenschapper. Je doet basischool, middelbare school en daarna (eventueel met wat omwegen) een universitaire opleiding. Wie dan nog tot het uiterste wil gaan, volgt een promotietraject. Het idee dat docenten hun leerlingen of studenten niet alleen zo goed mogelijk kennis en vaardigheden bij moeten brengen, maar ook voor ze moeten zorgen is daarbij gaandeweg steeds hoger in de onderwijsladder gekropen. Er was een tijd dat alleen de kleuterleidster zorgde voor de kinderen, althans voor de vierjarigen, maar die tijd is allang vervlogen. Dat is waarschijnlijk maar goed ook: het is uitstekend dat er rekening wordt gehouden met de individuele beperkingen en mogelijkheden van mensen, zodat zoveel mogelijk mensen zo goed mogelijk worden opgeleid.
Maar het houdt een keer op, en bij de promotieplechtigheid is dat lijkt mij toch wel gebeurd.
Volwassen mensen
Tijdens het promotietraject begeleidt de promotor normaliter het proefschrift. Je hebt om de zoveel tijd (bijvoorbeeld iedere week) een afspraak en bespreekt dan de voortgang. De promovendus is een junior-onderzoeker en weet nog niet overal de weg en daarom wordt ze begeleid door een promotor. Natuurlijk ontstaat er op die manier een band, en menselijkerwijs betekent dit dat de begeleider ook wil dat het de promovendus goed gaat, ook buiten het strikte proefschrifttraject. Als zo’n promovendus ergens een lezing gaat geven, help je die, oefen je een paar keer, geef je wat tips over hoe je zoiets aanpakt en stuur je na afloop van de lezing – als die elders plaatsvindt – een berichtje om te vragen hoe het is gegaan.
Je heet in het Duits wel Doktorvater of Doktormutter, maar je bent toch eerder een vroedvrouw, die de ander helpt het eigen kind ter wereld te brengen.
Je doet dat allemaal omdat je een mens bent, omdat de promotor ook een mens is. Of hier dan sprake moet zijn van zorgplicht lijkt me al zeer de vraag: iemand die aan een promotietraject begint is meestal rond de 25, en soms nog veel ouder. Volwassen mensen die niet meer verzorgd hoeven te worden, en zeker niet door de mensen die hen inhoudelijk begeleiden. Veel mensen zijn zelf al ouders als ze promoveren.
Stomme fouten
Het begeleidingstraject is eigenlijk afgelopen op het moment dat de promotor het proefschrift heeft goedgekeurd. Daarna moet het ook nog door een onafhankelijke leescommissie worden goedgekeurd, en tot slot moet het in het openbaar worden verdedigd, maar de rol van de begeleider is op dat moment uitgespeeld. Die openbare verdediging is een ceremoniële aangelegenheid – precies dat wordt in het nieuwe Tilburgse reglement nog eens extra duidelijk gemaakt.
Waarom een promotor de plicht heeft om iemand ook tijdens die allerlaatste fase, iemand die over het algemeen de dertig nadert, die een boek heeft geschreven, die geacht wordt voortaan een hoeder te zijn van de wetenschap, te behoeden voor een eventuele afgang tijdens de ceremonie aan het einde van het traject, is volkomen onduidelijk. En kan zo’n promovendus na afloop, als jonge doctor, ook niet nog allemaal stomme fouten maken? En moet er dan eigenlijk niet ook nog iemand komen die de hand van de jonge geleerde dan ook nog vasthoudt?
Ik heb promoties meegemaakt waar kandidaten op waren van de zenuwen, een blackout hadden, niet meer uit hun woorden kwamen of ronduit stomme dingen zeiden. Al die mensen zijn geslaagd, al zal er in de familie af en toe nog over zijn nagepraat. Dat gebeurt in het leven, het is een rite die je door moet maken, iedereen die zo nodig doctor wil zijn. En een waarin niemand hun hand nog kan vasthouden.
Jona Lendering zegt
Een tijdje geleden is in Tilburg een doctoranda tijdens de plechtigheid afgewezen.
https://universonline.nl/nieuws/2021/12/17/sollen-met-de-rechten-van-een-promovendus-aan-tilburg-university/
Ik vermoed dat de Tilburgse universiteit een herhaling daarvan heeft willen vermijden en de procedure nu met een zorgplicht heeft dichtgetimmerd.
Marc van Oostendorp zegt
Het is duidelijk – en zelfs expliciet gemaakt – dat de aanpassing van het reglement hierop een reactie is. Maar dan gaat het om het benadrukken van het ceremoniële karakter (er is nu kennelijk een regel dat na de plechtigheid een doctoraat alleen nog kan worden afgewezen met een unanieme commissie). Maar er zijn ook andere aanpassingen gedaan, die er weinig mee te maken hebben. En deze specifieke verandering lijkt me juist *tegen* dat ceremoniële karakter in te gaan.
Jona Lendering zegt
Ja, het bij het handje nemen gaat wel heel ver.
Robert Kruzdlo zegt
Lees aub Joost de Bloois: https://www.nederlandseboekengids.com/20211108-joost-de-bloois/
Robert Kruzdlo zegt
Het leven is vol vluchtheuvels. Maar, het mooiste is toch dat je je vrijheid vindt zonder vluchtheuvel. Voor de leeuwen geworpen en overwinnen. Zoiets. Toch zijn er dokters die altijd een handje nodig hebben. Het is soms dringen op wierde.
Dennis Smit zegt
… en vergeet niet dat men daar enkele jaren geleden een decaan bij Humanities had die zijn (buiten)promovendi liet begeleiden door zijn nicht, die een pedicuresalon had en niets met de universitaire wereld van doen had. Argos wijdde er een uitzending aan. Al is dit wel weer het andere uiterste.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, en in dat geval had men beter de promotor onder curatele kunnen stellen.
Robert Kruzdlo zegt
Dit is wat ik bedoel: bij het handje nemen. Duizenden dokters, professors met 5 plussen. Klassen!
Hans Beukers zegt
Helemaal mee eens. Alleen vond ik die “s” wel chique staan.