Een zomer vrij van nut (5)
Tot nu toe in Een zomer vrij van nut: de jonge universitair docent Sanne spreekt met haar mentor Jet in februari 2027 over het feit dat studenten eigenlijk niet meer naar college komen nu ze hebben ontdekt dat kunstmatig intelligente stemmen in hun oor hun alles kunnen voorzeggen. Jet vindt dat er harde maatregelen nodig zijn. De stem in Sannes oor is het daar niet per se mee eens.
Buiten was het nu echt zonnig geworden. Je moest nog wel een jas aan, want het blééf februari, maar in de zon zag Sanne verschillende van haar studenten zitten, gehuld in jute zakken zoals de mode was, en niet alleen onder studenten. In de jute zakken waren gaten voor armen en hoofd genaaid, rondom de armen hadden de meeste studenten kleurige losse mouwen gewikkeld. Ze stonden vrolijk te praten en koffie te drinken uit stenen mokken die ze vermoedelijk zelf hadden meegenomen.Sanne begreep het idealisme wel waarmee deze jongeren zich massaal van de kledingindustrie hadden afgekeerd, maar zij had in de eerste 30 jaar van haar leven zoveel kleren verzameld dat ze er nog makkelijk mee voort kon. En het was nu ook weer wat overdreven om alle kleren weg te gooien.
Een van de studenten zag Sanne en wenkte haar. Ze wist niet zeker waar deze studenten haar van kenden, ze herinnerde zich hen niet uit de collegebanken, maar omdat ze er zo vrolijk uitzagen slenterde ze naar zich toe.
“Hoi Sanne”, zei de student die haar gewenkt had. “Ik ben Josse. Jij kent me niet, maar ik heb heel veel naar je YouTube-filmpjes gekeken. Heel amusant! Leuk, hoe je met zulke schokkerige beelden toch een echt verhaal weet te vertellen.”
Sanne moest even nadenken. Ze had kennisclips gemaakt over technieken om een goed artikel te schrijven: hoe structureer je het, hoe trek je de lezers bij de les, hou houd je ze er vervolgens bij? Hoe maak je teksten die tegelijkertijd aantrekkelijk zijn én informatief? Die kennisclips had haar vorige werkgever op YouTube gezet, maar dat was toch niet per se amusant?
“Wat ga je voor leuke dingen doen?” vroeg Josse.
“Ik denk dat ik mijn college voor ga bereiden”, zei Sanne.
“Waarom?”
Sanne wreef over haar bovenlip. Ze was maar een jaar of tien ouder dan deze student, maar er leek een gigantische kloof tussen hen te lopen. De moderne generatie leefde alleen nog maar voor de lol. Alle problemen, zo geloofden ze, waren al grotendeels opgelost door de komst van de AI, of zouden dat binnen afzienbare tijd zijn. Studeren had geen zin meer, je kon niet alleen alles vragen aan die computers, ze konden zelfs betere antwoorden formuleren dan willekeurig welke mens.
Dat je ook dingen moest leren in het leven, simpelweg omdat je dan een beter mens werd, zagen ze niet.
En toch was zo iemand als Josse heel aardig: enthousiast, vrolijk, gezellig, en op een bepaalde manier ook nieuwsgierig. In ieder geval naar Sanne.
Schrijf twee alinea’s als vervolg op dit verhaal die er een absurdistische draai aan geven.
Bing:
Sanne liep naar haar kantoor, maar toen ze de deur opendeed, schrok ze zich een ongeluk. Er zat een enorme gorilla achter haar bureau, die druk bezig was met het typen van een paper. Hij keek op toen hij Sanne zag en gromde. “Wie ben jij? Wat kom je hier doen?” Sanne stamelde. “Ik… ik ben Sanne. Dit is mijn kantoor. Dit is mijn computer. Wat doe jij hier?” De gorilla snoof. “Ik ben Bongo. Ik ben een student van jou. Ik ben bezig met mijn paper over de invloed van AI op de menselijke cultuur. Ik gebruik jouw computer omdat die van mij kapot is.”
Sanne wist niet wat ze moest zeggen. Ze had nog nooit een gorilla gezien, laat staan een gorilla die kon praten en schrijven. Ze vroeg zich af of ze droomde, of hallucineerde, of gek werd. Ze kneep zichzelf in haar arm, maar dat hielp niet. De gorilla was er nog steeds. Hij keek haar ongeduldig aan. “Nou, ga je nog weg of niet? Ik heb haast. Ik moet dit paper voor morgen afhebben. En daarna moet ik nog een presentatie maken over de rol van bananen in de wereldgeschiedenis.” Sanne knikte verstijfd en sloot de deur achter zich. Ze rende weg, zo hard als ze kon.
Laat een reactie achter