Het komt voor taalsociologen niet als een verrassing, maar de redactie van PLOS Biology heeft misschien nog nooit van taalsociologie gehoord en publiceerde een artikel van een aantal biologen dat een evidente waarheid vertelt: het gebruik van het Engels als internationale wetenschapstaal is oneerlijk. Bij een onderzoek onder biologen uit een groot aantal landen – arme en rijke, Engelstalige en niet-Engelstalige – blijkt dat wie geen Engels als moedertaal spreekt, de kosten draagt van de huidige eentaligheid van de wetenschap.
Het is op zich allemaal logisch, wat de onderzoekers aantonen. Mensen die het Engels niet als moedertaalspreken, doen langer over het lezen van artikelen en langer over het schrijven. Hun artikelen worden vaker of basis van het taalgebruik afgewezen en moeten anders vaker vaker herzien worden op taalkundig niveau. Ze zien vaker af van congresdeelname of besluiten om in ieder geval geen lezing te geven. En als ze dat wel doen, zijn ze bijna twee keer zo lang bezig met het voorbereiden van die lezing. Onderzoekers in arme landen hadden er over het algemeen nog meer last van.
Dat is niet alleen maar ten nadele van die niet-moedertaalsprekers, maar van iedereen. In het artikel citeren de onderzoekers een Japanse onderzoeker die zegt:
Als de taalbarrière er niet was geweest, had ik een veel grotere bijdrage kunnen leveren aan de vooruitgang van de ecologie en het behoud van de biodiversiteit.
In de best mogelijke wereld helpt iedereen mee met het oplossen van de grote vraagstukken waar we voor staan en laat die zich daar niet van weerhouden omdat ze bang is te worden uitgelachen om haar slechte Engels.
Wat te doen? De onderzoekers zijn daar niet heel duidelijk over. Ze roepen op tot meer meertaligheid in de wetenschap, maar hoe dat concreet moet worden ingevuld, zeggen ze niet. Ze verwijzen, enigszins opvallend, vooral naar het gebruik van automatische vertalers zoals DeepL en ChatGPT. Daar wordt tot nu toe nog niet veel gebruik van gemaakt, zeggen de onderzoekers, terwijl die technologie veel van de problemen kan oplossen.
Of dat helemaal waar is, valt vooralsnog te bezien. Al die kunstmatige intelligentie werkt vooral goed als er veel materiaal voorhanden is in beide talen en het punt is natuurlijk dat de meeste wetenschap vooral in het Engels te vinden is. Ik vraag me af of kunstmatige intelligentie momenteel een gemiddeld artikel in PLOS Biology goed kan vertalen. Hier is een abstract van een willekeurig gekozen recent artikel, vertaald door DeepL:
Enveloppevirussen coderen gespecialiseerde glycoproteïnen die de fusie van virale en gastheermembranen bewerkstelligen. Ontdekking en begrip van de moleculaire mechanismen van fusie zijn bereikt door structurele analyses van glycoproteïnen van veel verschillende virussen, maar toch blijven de fusiemechanismen van sommige virale genera onbekend. We hebben systematische genoomannotatie en AlphaFold-modellering gebruikt om de structuren van de E1E2-glycoproteïnen van 60 virale soorten in de genera Hepacivirus, Pegivirus en Pestivirus te voorspellen. Terwijl de voorspelde structuur van E2 sterk varieerde, vertoonde E1 een zeer consistente vouw over de geslachten heen, ondanks weinig of geen overeenkomsten op sequentieniveau. Cruciaal is dat de structuur van E1 verschilt van alle andere bekende virale glycoproteïnen. Dit suggereert dat de Hepaci-, Pegi- en Pestivirussen mogelijk een gemeenschappelijk en nieuw membraanfusiemechanisme bezitten. Vergelijking van E1E2-modellen van verschillende soorten onthult terugkerende kenmerken die waarschijnlijk mechanistisch belangrijk zijn en werpt licht op de evolutie van membraanfusie in deze virale genera. Deze bevindingen bieden een nieuw fundamenteel inzicht in virale membraanfusie en zijn relevant voor structuurgeleide vaccinologie.
Het is het soort Engels dat vooral goed te begrijpen is als je Engels kent: fold wordt vouw (in plaats van plooi zoals volgens mij gebruikelijk is bij membranen) en structuurgeleide vaccinologie is ook niet te googlen.
De vraag is of de technologie, in ieder geval de komende jaren, wel voldoende middelen heeft om deze oneerlijkheid op te lossen. En of er dus geen andere maatregelen nodig zijn. Maar dat is eerder een onderwerp voor taalkundigen dan voor biologen.
Barend Van der Merwe zegt
Die hegenomie. Dit is ’n storie wat oor, en oor, en oor weer afspeel.