Bijna zeventig jaar geleden, in 1955, publiceerde de Leuvense hoogleraar Lode Wils (1929) voor het eerst over de geschiedenis van de Vlaamse Beweging. Het onderwerp heeft hem sindsdien niet losgelaten, en nu geresulteerd in een nieuw boek, Vlaamse beweging, sociale beweging? dat je enerzijds met recht een overzichtswerk kunt noemen, en tegerlijkertijd een poging te komen tot een nieuwe interpretatie.
Het is een overzichtswerk, want Wils lijkt er niet alleen zijn eigen werk in samen te vatten, maar ook in discussie te gaan met andere geleerden met soms evident heel andere interpretaties. Toch is het ook voor een absolute leek zoals ik gemakkelijk te volgen – al moet je misschien wel af en toe een vrij gedetailleerde belangstelling hebben voor de Vlaamse en Belgische politiek van de negentiende en twintigste eeuw, want die geschiedenis is heel nauw verweven met die van de Vlaamse Beweging, zoals WIls laat zien. (Overigens: omdat ik dus een leek ben, kan ik niet goed beoordelen of het allemaal klopt.)
De nieuwe visie heeft te maken met een vraag die Wils zich in de jaren vijftig al stelde: hoe is te verklaren dat de Vlaamse beweging in de negentiende eeuw anders dan andere nationalistische bewegingen niet vooral werden gestuwd door de progressieve stromingen, eerst het liberalisme en later het socialisme, maar daarentegen al vrij snel gecombineerd werd met conservatisme en katholicisme?
Inmiddels heeft Wils ontdekt dat er een verkeerde veronderstelling in die aanname zit. Kennismaking met het oeuvre van de Tsjechische historicus Miroslav Hroch heeft hem geleerd dat ook elders bewegingen voor kleinere talen in een strijd tegen grote ‘wereldtalen’ (Hroch bestudeerde onder andere de Noren in het Deense rijk, de Tsjechen en Slowaken in het Habsburgse rijk) niet echt werden gesteund door de progressieve bewegingen, bijvoorbeeld omdat die zich meer aangetrokken voelde door het internationalisme van, bijvoorbeeld, het Frans. Hroch heeft in zijn werk ook al naar de Vlaamse Beweging gekeken, maar in dit boek doet Wils dat in veel meer detail door heel gedocumenteerd te laten zien wat een ingewikkelde dans het soms was tussen bijvoorbeeld socialisme en taalstrijd, en hoe ondertussen de katholieke kerk – waarvan de elite op zich ook niet per se altijd gecharmeerd was van de volkstaal die le flamand heette te zijn – zich steeds meer wist te verweven met de Vlaamse Beweging. Wils:
Op dit stuk vormde de Vlaamse beweging dus géén uitzondering, allerwegen verbond de liberale elite zich met grote talen die ze erkende als middelen tot volksontwikkeling en vooruitgang, en tot versterking van de eenheid van het grotere land. Terwijl daarentegen de geestelijkheid de overgeleverde volkstalen koesterde als dragers van de godsdienst en de nationale traditie.
De inlijving bij Frankrijk speelde hier ook een rol – het Frans was natuurlijk ook de taal van de Franse revolutie, van de grote denkers van de Verlichting, van het land waar de Commune werd uitgeroepen en de idealen van het universele denken werden uitgedragen. Er was in de negentiende eeuw objectief gezien in Europa misschien geen betere taal om je in te verheffen dan het Frans.
Alleen al vanwege dat verhaal van een kerk die op zich natuurlijk ook universalistische pretenties heeft én ooit gebouwd was rondom een universele taal het lukt toch voor de Vlaming ‘door en door Vlaams’ te worden.
Het zijn onderstromen die je als lezer ook in de eenentwintigste eeuw nog steeds herkent: de opmars van het Engels wordt vooral door liberalen toegejuicht, de bescherming van lokale, regionale en inmiddels zelfs nationale talen komt alleen al daardoor vrij gemakkelijk in een conservatieve hoek terecht. In die zin valt er ook voor de moderne tijd veel te leren uit Wils’ boek.
Deze specifieke les trekt Wils overigens niet. Wel richt hij zich in zijn epiloog op een actuele kwestie in de Belgische politiek, waar hij laat zien hoe Vlaams-nationalisten tegenwoordig soms bereid zijn ‘Brussel op te geven’ om zo Vlaanderen te ‘voltooien’ – dat wil zeggen de volledige onafhankelijkheid te bewerkstelligen. Wils ziet er weinig in, en denkt dat dit een te grote kost zal zijn, hoewel hij zich tegelijkertijd in zijn inleiding niet per se tegen die onafhankelijkheid uitspreekt – als iemand die zich in het verleden toch ook vrij nadrukkelijk als Belg heeft uitgesproken. Ik ben benieuwd welk boek Wils over 30 jaar over de kwestie schrijft.
Lode Wilms, Vlaamse beweging, sociale beweging? Ertsberg, 2023. Bestelinformatie bij de uitgever
Laat een reactie achter