40 jaar tandeloos (28)

Misschien wel de meestgenoemde schrijver in De tandeloze tijd is Jean Genet. Sowieso is de Franse literatuur van laten we zeggen het derde kwart van de twintigste eeuw belangrijk in het werk – Maigret, Céline, Sartre. Maar Genet – dichter, dief, schrijver, prostitué, journalist, activist – spant de kroon.
In Stemvorken blijkt hij de favoriete schrijver van Albert Egberts en alleen al de hoeveelheid titels uit het werk die in De tandeloze tijd vallen, doen vermoeden dat het personage deze voorliefde deelt met zijn auteur. In ieder geval heeft Albert kennelijk de drang ook andere Genet te laten lezen:
‘Natuurlijk, hij schrijft lyrisch over zijn homosexuele liefdes,’ zei Albert, ‘maar op een manier waar je misschien iets aan hebt. Hij is een nogal radicale moralist. Hij exploiteert de poëzie van de misdadiger… niet zozeer die van het vulgaire diefje dat hij zelf was, maar van de terdoodveroordeelde.’
Zwanet is de verteller van Stemvorken en op instigatie van Albert leest Zwanet Genet. De samenvatting die ze geeft lijkt zo weggelopen uit een boek van Van der Heijden:
Ik las Wonder van de roos. Aan het slot van het boek dringt de verteller door in het surreëel sterk uitvergrote lichaam van een terdoodveroordeelde, vlak voor de executie. Genet doet verslag van zijn reis door het lichaam, in gezelschap van een priester en de gevangenisdirecteur. Ze zijn op weg naar het hart. Een jonge tambour-maître verzorgt de hartslag door de trom te roeren. De lezer wordt een blik gegund in de donkerrode roos die zich in het hart van de misdadiger opent.
Zo’n reis door het lichaam zie je de personages van Van der Heijden zo maken. Ook in eerdere delen is Jean Genet regelmatig aanwezig. In Onder het plaveisel het moeras heeft een van de hoofdstukken een motto uit Dagboek van de dief . Dat motto begint zo:
Het was een hele consternatie toen ik op een avond na een razzia gefouilleerd werd en de verbaasde politieagenten onder andere een tube vaseline uit mijn zak haalden. Ze waagden het er grappen over te maken, want er zat gementholiseerde vaseline in. Het hele bureau – en ik soms ook, zij het niet van harte – lachte zich krom bij het horen van het volgende.
Het hoofdstukje in Onder het plaveisel het moeras met deze titel gaat over Thjum, de net vermoorde vriend van Albert, die dol was op geparfurmeerde lijm. Verder leest Egberts in Onder het plaveisel in Genets debuut Onze Lieve Vrouw van de Bloemen, en mijmert naar aanleiding daarvan over de verkieslijkheid van de doodstraf voor de misdadiger en associeert hij ook verder af en toe
Ik weet niet wat er op het strafblad van A.F.Th. van der Heijden staat, maar ik vermoed dat hij minder dan een ‘vulgair diefje’ is, en zich juist door “de poëzie van de misdadiger” aangetrokken voelt. Het barst van de misdaden, vooral ook in Onder het plaveisel: de ‘gipsmoord’ van Flix op Thjum, de geplande aanslag van Albert op de fascist Baartscheer, de praktijk van Gesù Porpora als dief van baby’s die worden gedood en opengesneden om te dienen als vervoersmiddel. Dan is er ook nog de afwikkeling van de zaak Hennie A., die haar moeder om het leven zou hebben gebracht. En dan hebben we het alleen nog maar over moord.
Hoewel het boek geloof ik nergens in De tandeloze tijd wordt genoemd (Van der Heijden heeft het wel genoemd in interviews), lijkt me Saint Genet. Comédien et martyre van Jean-Paul Sartre ook belangrijk, die ruim 600 pagina’s dikke studie uit 1952 van de beroemde existentialistische filosoof over de schrijver die hem zo fascineerde. (Het boek blijkt vrijwel niet te krijgen te zijn, niet in het Frans en niet in het Nederlands, ik heb het uiteindelijk moeten doen met een Engelse vertaling.) Saint Genet is te lezen als een inleiding in Sartres existentialisme, een filosofie die heel dicht licht bij het wereldbeeld dat onder De tandeloze tijd ligt. Sartre zegt dingen over Genets werk die je ook op Van der Heijden zou kunnen toepassen, of waarvan je kunt zien dat ze een ambitie van Van der Heijden uitdrukken. Over Onze Lieve Vrouw van de Bloemen:
Dit geesteswerk is een organisch product. Het ruikt naar ingewanden en sperma en milk. Het laat
This work of the mind is an organic product. It smells of bowels and sperm and milk. Als het soms een geur van viooltjes verspreidt, doet het dat op de manier van rottend vlees dat in een confituur verandert; als we erin prikken, stroomt het bloed en bevinden we ons in een buik, te midden van gasbellen en ingewanden. Geen enkel ander boek, zelfs Ulysses niet, brengt ons zo nauw in contact met een auteur. Door de neusgaten van de gevangene ademen we zijn eigen geur in. Het ‘dubbele gevoel’ van vlees dat zichzelf aanraakt, van twee vingers van dezelfde hand die tegen elkaar drukken, geeft ons een fantoom van anders-in-eenheid.
Een boek van 600 pagina’s zou geloof ik ook het enig juiste antwoord zijn op het oeuvre van Van der Heijden. Maar het is geen 1952 meer, wie zou zo’n boek nog lezen?
Sartre existentiële kijk op romancier Genet is een biografie, roman, filosofisch werk, autobiografie, therapeutische analyse over de boef, souteneur, hoerenjongen, homoseksueel, oplichter, verleider, dichter, toneelschrijver. Ik lees nergens bij de schrijver dat hij een filosofische en organisch – niet de Nederlandse betekenis van het woord – bezigt. Ik was 18 toen ik voor het eerst Genet las. 1967 het jaar van de eerste harttransplantatie, blote tieten, om het organische uit te drukken. Ik las ook voor het eerst ver Anti-psychiatrie. Sartre had het over ‘existentiële psychoanalyse’: je maakt een keuzen, wat die ook is, en dat is het. Mensen die zich laten behandelen hebben volgens zijn theorie geen keuzen gemaakt. Al dit soort onderwerpen lees je niet bij de schrijver. ‘De mens is ook wat hij niet is,’ schrijft Satre. Nu in dit geval dwarrelen er duizenden bladzijden ingebonden als vliegende winden rond inmijn hoofd. Borges? De schrijver was op zijn vijftiende een boefje. Meer werd het niet. Alhoewel hij was ook iemand als iemand hem irriteerde tussen de tegen de gevel gestalde fietsen kon werpen. Om vriendschap te kunnen sluiten met de boeken van de schrijver moet je misschien een Genet gehalte hebben, organisch – niet de Nederlandse betekenis – en dan deze gedachte toepassing op de schrijver: ‘Hoe kan Genet (de schrijver r.k.) zich ooit duidelijk maken als de woorden die hij gebruikt alleen schimmen blijken te zijn? Omdat de dingen waarop de woorden slaan, hem allemaal zonder onderscheid zijn ontzegd, doet het er niets meer toe of het mythe of realiteit betreft. Omdat de wereld hem is ontnomen. Omdat alles even onbereikbaar voor hem is als een sprookjeswereld, maakt het nauwelijks meer iets uit of hij de bajes een gevangenis noemt of een paleis. (…) Onze woorden keren hem de rug toe, verwijzen naar afwezigheden (…). De woorden zitten in hem als vreemde lichamen.’
Helaas zijn ze organisch en niet lichamelijk.
Marc: Het boek is wél verkrijgbaar bij: https://www.bol.com/nl/nl/p/collectie-labyrint-de-heilige-genet/666813059/#
Groet
https://www.amazon.fr/s?k=sartre+saint+genet&rh=n%3A301061&crid=3GCNJ7CG52NML&sprefix=Saint+Genet+%2Caps%2C165&ref=nb_sb_ss_ts-doa-p_2_12