Vreemd, zo vreemd als Vrouwe Grammatica zich voor een Middeleeuwse jongensklas moet hebben gevoeld, zo voelde ik mij tijdens mijn eerste colleges grammatica als Lectorbij het Departement Afrikaans en Nederlands van de Universiteit van Kaapstad. Neem alleen al de weg naar de campus. Die lag halverwege de Tafelberg, en vraag niet hoe ik er zonder auto moest komen toen de racefiets te gevaarlijk bleek, en de twee bussen en de benenwagen vanuit Pinelands veel tijd kosten. Maar ik kwam er, ook dankzij soms een lift van collega Wannie Carstens of studente Sandy.
Nu wist ik wel wat van grammatica. Als mijn vader, docent en auteur van schoolboeken als Vaktekenen en Tekeninglezen voor Metaalbewerking, thuis van de Technische school aan de Rotterdamse Gordelweg kwam met afgeschreven schoolboekjes Nederlands, zat ik als kind zo gelukkig aan die lange Deense tafel die taalboekjes zomaar door te nemen. Te midden van het geroezemoes. Op de lagere school kreeg ik degelijk grammaticaonderwijs, net als op de middelbare- en avondschool. Één voorbeeld van de lagere school is me bijgebleven, omdat ik naar het schoolbord geroepen werd. ‘Pieta, schrijf op wat je hoort’: ‘Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht.’ Even aarzelde mijn krijtje na het eerste schendt, toen schreef ik precies hetzelfde woord naast het vorige. Raar maar waar.
Op de universiteit was taalkunde totaal iets anders, een en al Chomsky, en dan ook nog een grammaticaboek Open zinnen waarin werd aangetoond hoe dubieus sommige indelingen in de grammatica waren. Zeer leerzaam. Gelukkig was er toch nog wat Gotisch, en kregen we een verplicht boek over Historische Taalkunde, maar juist dat interessante hoofdstuk over het Afrikaans moesten we overslaan. Boycot. Wel verplicht en ook uitermate nuttig waren de grammaticaboeken voor het Middelnederlands en Zeventiende-eeuws. De verplichte leeslijsten voor Middeleeuwen en Renaissance waren immers lang, minstens 75 teksten voor het kandidaatsexamen. Bij mijn eerste baan op het Utrechts Stedelijk Gymnasium leek alles in het leerboek grammatica weer vast te liggen.
Maar in het buitenland, in Zuid-Afrika, was Nederlandse grammatica een ander verhaal. Ander land, andere (politieke) context, andere taalgeschiedenis, een land waar men decennialang geen Nederlands gehoord had en waar de voertalen Engels en Afrikaans waren. Men wilde per se dat ik de colleges in het Nederlands gaf, te blij met een native speaker. Vier weken lang, acht colleges per week. werkte ik het voorgeschreven boek Praktiese Nederlands van Gerrit Olivier en Ena Jansen door. Dat boek staat in een eeuwenoude traditie van leerboeken Nederlands in Zuid-Afrika zoals bijvoorbeeld ook Nederlands en Afrikaans van M. de Villiers (1978) of Hollands Manuaal voor Zuid-Afrika van Frederick G. B. Bollen (1916). Het was echt een noodzakelijke cursus, want hoe zouden de studenten immers de rest van de jarenlange studie van Afrikaans en Nederlands kunnen volgen zonder die basiskennis? Of de brontalen in een archief kunnen lezen?
Ik vond Praktiese Nederlands prima, maar soms iets te technisch. Leg maar eens uit aan studenten die niet allemaal Afrikaans en Nederlands studeerden, maar soms ook archeologie of geschiedenis, wat het ‘preteritum’ was. Kort gezegd, de onvoltooid verleden tijd, de korte verleden tijd. Maar juist in het Afrikaans ontbreekt die grotendeels. Bovendien geeft dat Latijnse woord meteen afstand.
Naast nuttige rijtjes uit het grammaticaboek wilde ik ook altijd mooie teksten doorgeven en dus nam ik Gerhardts ‘Er stond bij vertaald uit het Frans’. Over een man die onschuldig gevangen zat, maar geen verhaal had. Slechts een lepel van tin.
Hans Anten zegt
Wetend dat Pieta’s universiteit de Rijksuniversiteit Utrecht was, zal het grammaticaboek dat toen op het programma stond Over zinnen gesproken zijn, van Thijs Pollmann en Arie Sturm, waarvan in 1977 de eerste druk verscheen.
Gaia zegt
Gezien het feit dat Pieta Gotisch had en 17e eeuws, zal haar studie eerder dan 1977 hebben plaatsgevonden. Toen waren die nuttige vakken- ik had ze ook in 1967 in Groningen in mijn 2e jaar- al weggerationaliseerd. In Utrecht vermoedelijk ook.
Pieta van Beek zegt
Klopt! Dank Hans.
rieks folkeringa zegt
Een instructief verhaal dat achter mijn honger voor meer in dit reaktiedingetje zich verbergt.