Wie niet sterk is moet slim zijn. Zo zou je het optreden van de vos kunnen typeren. Niet door grof geweld, maar door mooie en vooral slimme praatjes pakt Reynaert zijn tegenstanders aan. Hij verleidt ze, zet ze op het verkeerde been, weet ze mee te voeren in de listen die hij opzet. Maar een enkele keer vergrijpt hij zich fysiek aan andere dieren, die dan opvallend genoeg vaak juist niet zijn persoonlijke vijanden zijn, maar de gewillige slachtoffers: de kippen, haas Cuwaert. Reynaert verleidt zijn slachtoffers met woorden, palmt ze in, maakt misbruik van hun verlangens en gulzigheid. En dan slaat hij toe.
Bruun is het eerste slachtoffer in Vanden vos Reynaerde. Hij is op pad gestuurd, komt aan bij Manpertuus en wordt al snel verleid met de belofte van honing. Reynaert slaet snel en effectief toe. Een korte passage in deze episode (de verzen 623-643 in Reynaert in tweevoud, deel 1) geeft een korte introductie van de ‘methode Reynaert’: hoe verleid je een gulzige tegenstander.
Zoals vaker worden we deelgenoot van Reynaerts gedachten aan het begin van deze passage. Als mijn plan goed van opzet is, zo denkt hij, dan vermoed ik dat ik je nog vandaag achterlaat op een plek waar het lachen je zal vergaan. Na deze gedachten gaat Reynaert naar Bruun en zegt tot hem:
Oem Bruun, gheselle, willecome!
Het staet so: suldi hebben vrome,
Hier ne mach zijn gheen langher staen.
Volghet mi, ic sal voeren gaen.
Wi houden desen crommen pat.
Ghi sult noch heden werden zat,
Saelt na minen wille gaen.
Ghi sult noch heden hebben sonder waen
Also vele als ghi moghet ghedraghen.
Welkom en laten we op pad gaan, en volg me op mijn bochtige pad, nodigt hij hem uit, en hij belooft hem vandaag nog verzadigd te raken als alles volgens plan verloopt. Bovendien zal hij meer krijgen dan hij kan verdragen (of dragen). Zo verstaat Bruun het althans. Maar de beer had gewaarschuwd moeten zijn. Meteen al de uitnodiging de kromme paden op te gaan was verdacht. En had hij de belofte van Reynaert wel goed begrepen? De verteller helpt ons graag uit droom.
Reynaert meende van groten slaghen;
Dit was dat hi hem beriet.
Die keytijf Bruun ne wiste niet
Waer hem Reynaerd die tale keerde,
Die hem honich stelen leerde
Dat hi wel seere sal becoepen.
Hij legt geduldig uit dat Reynaert iets anders bedoelde dan Bruun meende te horen. De belofte was geen overvloed aan honing maar een menigte van klappen. De sukkel Bruun – ‘keytijf’ heeft een negatiever betekenis dan de meeste uitgaven suggereren – had niet door hoe en waar Reynaert de taal naar zijn hand zette. Die prachtige frase ‘Waer hem Reynaerd die tale keerde’ besprak ik vandaag nog met Nijmeegse eerstejaarsstudenten, zoals ieder jaar, en het scherpt meteen hun blik voor wat er gebeurt in die fascinerende tekst. Het laat ook zien hoe wendbaar de taal is en hoe meesterlijk Willem daarmee wist om te gaan.
Het publiek wordt geholpen door de verteller, die uitleg geeft aan Reinaerts dubbelzinnigheden. Daarmee geeft hij het publiek een informatievoorsprong die de spanning verhoogt en tot gegrinnik kan leiden. Maar meteen kun je ook de vraag stellen of de verteller het publiek hier niet op subtiele wijze laat weten dat ze zelf ook niet door hadden wat Bruun te wachten stond. Ook zij hebben uitleg nodig om werkelijk te doorgronden hoe het spel van Reinaert eruitziet. De uitleg die bedoeld lijkt om de argeloosheid van Bruun te benadrukken, is in feite ook een tik op de vingers van het publiek, en dus ook van ons, hedendaagse lezers.
Het vertellerscommentaar in deze passage is onderdeel van het voortdurende spel waarin ook het publiek wordt misleid, meegevoerd, vaak bewondering krijgt voor de slimheid van de vos, maar nogal eens gevolgd door een (soms heel terloopse) waarschuwing van de verteller. Het publiek wordt dan misschien eerder dan de slachtoffers in het verhaal gewaarschuwd voor de misleiding door Reynaert, maar daardoor niet minder meegevoerd in een verhaal dat voortdurend speelt met sympathie voor de streken van de vos en de afkeer van zijn wrede genadeloosheid.
In de hier besproken verzen had Bruun niet door wat Reinaert van plan was. Maar datzelfde gold vermoedelijk ook voor het publiek. De uitleg van de verteller is een aansporing voor het publiek om op zijn hoede te zijn, en meteen een subtiele sneer: ook jullie hebben zonder mijn uitleg niet door hoe Reinaert ‘die tale keerde’.
Reynaert in tweevoud. Deel 1: Van den vos Reynaerde. Bezorgd door André Bouwman en Bart Besamusca. Amsterdam 2002.
jandeputter zegt
Zou een goede vertaling van ‘keitijf’ misschien zijn ‘armzalig’? Dat woord drukt uit dat Bruun geen weerstand kan bieden.
Overigens staat in deze verzen toch nog wat extra informatie voor de middeleeuwse toehoorder/moderne lezer. De klappen die Bruun zal krijgen zijn een straf voor de poging om honing te stelen van Lamfreit. De dichter benadrukt daarmee dat Bruun het aan zichzelf te danken heeft dat hij verminkt wordt door de dorpelingen. Er is dus voor Bruun later in het verhaal onvoldoende rechtsgrond om de galg voor Reynaert te eisen.