Nene leert Nederlands
“Blinderik!” Het is altijd leuk om uitgescholden te worden door een kind, vooral als het je eigen kind is, en vooral als ze ermee aangeeft nu in een van de laatste details van de grammatica bekend te geraken: die van de woordvorming met voor- en achtervoegsels.
“New formations in -erik are rare. They often sound slightly artificial”, schrijft het Taalportaal. Vandaar dat het de vader meteen opvalt. En vandaar dat het heel wat taalkennis vereist om als kind op te sporen dat het uberhaupt kan, woorden met –erik maken. Dat er kennelijk een rijtje woorden is (bangerik, dommerik) dat iets deelt in de betekenis (het gaat om een persoon die de benoemde eigenschap heeft én ze eindigen allemaal op erik), en dat je aan dat rijtje dus iets nieuws kunt toevoegen met een nieuw bijvoeglijk naamwoord.
Ja, denken jullie dan, dat is natuurlijk allemaal leuk en aardig, maar het was een toevalstreffer. Maar een paar dagen later waarschuwde Nene me waar ik moest gaan staan: “Niet in die poepigheid!” Want er was een hond bezig geweest. Ook igheid is volgens het Taalportaal ‘niet-productief’, maar dat weerhoudt Nene in genen dele. In dit geval is de uitbreiding nog wat groter, want poep is anders dan vies (viezigheid) of gek (gekkigheid) geen bijvoeglijk naamwoord. (Het woord komt volgens Google her en der voor, maar ik kan me nauwelijks voorstellen dat het op die manier Nene heeft bereikt. Het wordt vermoedelijk her en der steeds opnieuw uitgevonden.)
Het kan de pret niet drukken, sterker nog, het Nederlands is een pareltje rijker.
Laat een reactie achter