Achter het achtervoegsel 33
Tot de 20e eeuw – aldus het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) – komt het achtervoegsel –ette in principe alleen in leenwoorden voor. Verreweg de meeste -ette-woorden zijn ontleend aan het Frans, sommige uit het Engels en weer andere uit het Duits. Het WNT geeft daarbij twee voorbeelden van ontleningen aan het Engels: kitchenette en majorette. Beide woorden zijn in deze rubriek al eens ter sprake gekomen.
GLAD
Welke leenwoorden zou het Nederlands nog meer aan het Engels hebben ontleend? Om dat te onderzoeken staat ons sinds kort een interessante webstek ter beschikking: GLAD. Dit acroniem staat voor GLobal Anglicism Database. Aan deze eerste versie is gewerkt door tientallen onderzoekers uit tal van landen die zich hebben verenigd in het GLAD Network. Nicoline van der Sijs is namens het Nederlands bij dit project betrokken.
Met GLAD beschikken we over een tool om na te kunnen gaan welke invloed het Engels heeft gehad op een scala aan talen. Voor de onderhavige aflevering van Achter het achtervoegsel wilde ik vanzelfsprekend vooral weten welke woorden op -ette via het Engels in het Nederlands terecht zijn gekomen. Via een eenvoudige zoekopdracht in de kolom ‘domestic forms’ vond ik met de reguliere expressie .*ette$ elf woorden, waaronder de al genoemde kitchenette en majorette. Zij behoorden samen met cassette, diskette, ladette, netiquette, slumberette en suffragette tot de woorden die waren overgenomen in de vorm zoals die in het Engels bestond. De overige drie woorden hadden zich aangepast aan de Nederlandse spelling door spaties en koppeltekens uit de ontlenende taal weg te laten: compactcassette, fontcassette en lownoisecassette. Als ‘houder voor geluidsbanden’ is cassette waarschijnlijk in de jaren zestig uit het Engels ontleend. In de betekenis ‘doos, kistje’ heeft cassette zich al heel lang geleden vanuit Frankrijk in het Nederlands genesteld.
Het woord dat het meest mijn nieuwsgierigheid prikkelde, was slumberette. Wat betekende dat woord? Hoe is het gevormd? Wanneer is het ontleend? Ik ging op onderzoek uit.
Slumberette
In het onder ettelogen beroemde artikel ‘Formaties op -ette in het Nederlands’ van M.C. van den Toorn (Nieuwe Taalgids 82 (1989), 193-201) komt de slumberette ‘vliegtuigstoel’ voor als voorbeeld van een -ette-woord waarbij het achtervoegsel is toegevoegd aan het grondwoord: to slumber ‘sluimeren’ + -ette. Als oudst bekende attestatie haalt Van den Toorn de column ‘Etteritis’ van Camiel Hamans aan die op 3 december 1985 verscheen in NRC Handelsblad.
In de krantendatabase van Delpher komt het woord slumberette 27 keer voor [geraadpleegd op 26 augustus 2023]. De laatste keer dat het opduikt in een krant is in het artikel van Hamans uit 1985. Maar het woord zelf is veel ouder. De eerste vermelding van het woord in een Nederlandstalige krant dateert namelijk van een kleine dertig jaar eerder. Op 31 maart 1956 stond in De Nieuwsgier – met Batavia als plaats van uitgave – een advertentie van B.O.A.C. (British Overseas Airways Corp.). Voor passagiers die vanuit Djakarta naar andere bestemmingen reizen, prijst de luchtvaartmaatschappij daarin een speciaal door haar ontwikkelde ligstoel aan. Deze zogeheten “Slumberette” nodigt uit tot slapen en past bij ‘’elke gemoedstelling van de verwende reiziger”. De toevoeging ‘verwende’ stond er niet voor niets: alleen passagiers uit de eerste klasse hadden de beschikking over deze stoel.
Een decennium later heeft de slumberette haar vleugels uitgespreid. Ook op veerboten komen we deze comfortabele ligstoelen tegen. Op de veerdienst van Amsterdam naar Immingham is het mogelijk een slumberette te reserveren voor 40 gulden. Dat is bijna drie keer goedkoper dan het boeken van een luxe hut voor de overtocht. Dat kost – op 25 feburari 1967 – namelijk 115 gulden. Wat opvalt in dit artikel – het is geen adverentietekst – is dat het woord met een kleine letter wordt gespeld. Het zou een aanwijzing kunnen zijn dat Slumberette niet langer gevoeld wordt als merk maar veeleer een soortnaam is geworden voor een comfortabele stoel in luxe vervoermiddelen waardoor je uitgerust op je eindbestemming aankomt.
Weer tien jaar later komen we het woord in een iets andere betekenis tegen. Op 1 juni 1976 introduceert Singapore Airlines als eerste op haar vijfde Boeing 747 namelijk de Slumberette (Het Parool, 29 april 1976). Daaronder verstaat de luchtvaartmaatschappij geen ligstoel maar een ruimte met zes slaapplaatsen op het bovendek achter de cockpit. Het gaat hier om opkladbedden, voorzien van lakens, kussen en deken. Tijdens de start of de nacht kan er geen gebruik van worden gemaakt. Bovendien kunnen alleen passagiers uit de eerste klasse genieten van deze slaapmogelijkheid. Het gebruik van -ette voor een kleine ruimte om een bepaalde handeling te verrichten is niet ongebruikelijk, zoals we hebben gezien bij wasserette, in de eerste aflevering van deze rubriek.
Als vier jaar later – in 1980 – Singapore Airlines in een bijna halve krantenpagina tellende advertentie – die bijna geheel gevuld is met het hoofd van een stewardess – passagiers probeert te verleiden gebruik te maken van hun vliegtuigen, wordt het woord slumberette niet langer van een korte uitleg voorzien. Of het woord is al bekend onder de beoogde clientèle of de lezer wordt geacht zelf de betekenis af te leiden en te concluderen dat de slumberette alleen is weggelegd voor reizigers met een dikke portemonnee. Het perspectief ligt trouwens bij een reiziger die terugdenkt aan alle keren dat hij een stewardess van Singapore Airlines heeft gezien op intercontinentale vluchten naar Dubai en San Francisco:
“Nu ik uitrust in de slumberette aan boord van deze exclusieve Jumbo, breng je mij een verfrissingsdoekje en serveer je mij een glas champagne.”
In datzelfde jaar zien we de ligstoel ook opduiken in krantenadvertenties voor vliegtuigmaatschappij Swissair. Op het bovendek van de eerste klas van haar jumbo’s is namelijk plaats ingeruimd voor acht ‘Slumberette-slaapfauteuils’. Anders dan bij Singapore Airlines is door de toevoeging slaapfauteuils nu wel onmiddellijk duidelijk dat het hier om een gemakstoel moet gaan. Hoewel de slumberette een stoel is die een reiziger in staat stelt weg te dromen, hoef je er niet alleen in te slapen. In rechtopstaande stand is de stoel ook uitermate geschikt om op andere manieren de tijd door te komen.
Dormette en sleeperette
Voor zover ik heb kunnen nagaan in Nederlandstalige kranten waren B.O.A.C., Singapore Airlines en Swissair de enige maatschappijen die gewag maken van een slumberette. Daaruit mag niet de conclusie worden getrokken dat andere aanbieders van luchtvaartdiensten geen luxueuze slaapstoelen in hun toestellen hadden laten inbouwen.
Zo maakt A Dictionary of Travel and Tourism Terminology – helaas kon ik op Books.google.com alleen een fragment van het boek raadplegen – melding van nog twee andere slaapstoelen in vliegtuigen die eindigen op -ette. De eerste is de dormette. De oudste bewijsplaats van het woord in een Nederlandstalige krant stamt uit 1957. Op 22 mei van dat jaar laat de Scandinavische luchtvaartmaatschappij SAS in Het Weekblad voor Sumatra een Engelstalige advertentie plaatsen voor haar DC-7C-toestel, met onder andere de dormette in de eerste klas.
Het tweede woord is sleeperette. Dat woord is voor zover ik weet het oudste van de drie. In het tijdschrift American Aviation wordt aangekondigd dat vanaf 1 januari Pan American Airways start met de “Sleeperette” seats op vluchten van New York – Buenos Aires. Al op 8 februari 1949 schrijft De Surinamer in een stukje over de Pan American World Airways. De eerste klasse van de DC4-toestellen “zijn voorzien met de luxueuse, zeer comfortabele “Sleeperette” zitplaatsen, waarin men bijna horizontaal kan liggen.” Hoe dat eruit ziet, toont onderstaande advertentie uit de Amigoe di Curacao van 11 augustus 1949:
Van de drie benamingen voor luxe vliegtuigstoelen wordt in GLAD alleen de slumberette als Engels leenwoord aangemerkt. Het mag dan ook opmerkelijk heten dat dit woord ontbreekt in de gezaghebbende Oxford English Dictionary – dat geldt overigens ook voor dormette. Daarin is dan weer wel de sleeperette opgenomen, met als oudste Engelse bewijsplaats een bron uit 1950, maar zoals we hierboven hebben gezien is het een jaartje eerder al geboren. Opvallend is het eveneens te noemen dat in de Merriam-Webster Dictionary alleen het woord dormette is opgenomen maar dat daarin de slumberette en de sleeperette weer ontbreken. Toch zal ik er niet echt wakker van liggen …
Laat een reactie achter