Vanmiddag promoveert Afrooz Rafiee bij ons in Nijmegen. Ik heb geen officiële rol in haar promotie, maar Afrooz is een goede collega, we hebben samen menig college ‘journalistiek schrijven’ gegeven. Dat waren vooral praktische colleges, erop gericht om studenten zelf toegankelijk te laten schrijven over wetenschap, maar Rafiees’ proefschrift gaat over de theorie: het heet Informing the public in different cultures. A discourse analytical comparison of Iranian and Dutch crime news. Het zal later deze week wel gratis online ter beschikking komen.
Misdaadverslaggeving is een klassiek genre van journalistiek, dat je waarschijnlijk wel in alle culturen zal vinden: het gaat over iets actueels dat de aandacht van veel mensen trekt, en waar het publiek meestal zo snel mogelijk veel van wil weten. Rafiee kent zowel de Iraanse en de Nederlandse journalistieke culturen heel goed en laat zien dat het de moeite waard is om zo verschillende culturen ook met elkaar te vergelijken. Ze doet dat op verschillende niveaus, zoals dat van de structuur van het verhaal, van de individuele zin, en van de gebruikte afbeeldingen, maar ze kijkt ook naar wat de belangrijkste op journalistieke opleidingen gebruikte handboeken in de twee landen zoals zeggen over goede journalistiek.
Er zijn natuurlijk verschillen die je betrekkelijk voor de hand liggen. Zo vindt Rafiee dat de Iraanse media over het algemeen veel positiever zijn over de autoriteiten, en deze autoriteiten ook meer aan het woord laten in de artikelen. Maar er zijn ook bevindingen die verder gaan, en verrassend zijn, zeker als je kampt met het idee dat ‘bij ons’ alles per definitie beter zal zijn. Zo laat Rafiee zien dat Iraanse media meer foto’s van de plaats delict laten zien en Nederlandse media eigenlijk alleen foto’s van slachtoffers publiceren zoals zij er vóór de misdaad uitzagen.
Een ander interessant voorbeeld daarvan is te vinden bij de structuur. Nederlandse media hanteren vrij strikt het zogeheten ‘omgekeerde model’, waarbij de belangrijkste informatie eerst wordt gegeven en iedere zin daarna een steeds net wat minder belangrijk detail geeft. Dat is een eind 19e-eeuw in de angelsaksische wereld ontwikkeld model dat gaandeweg grote delen van de wereld heeft veroverd. Hier is een voorbeeld van Rafiee, maar dan door mij licht bewerkt en vertaald in het Nederlands:
Een 26-jarige man is vorige week in Michigan gearresteerd [E5], na een telefoontje van een getuige aan de politie [E4], waarin hij meldde dat de man mensen in een restaurant van hun geld had beroofd [E3], kort nadat hij het restaurant was binnen komen stormen met een geweer [E2]. De man was eerder op de dag failliet verklaard [E1]
Dit stukje is zo gestructureerd dat je op bijna ieder punt (bij iedere E) kunt ophouden te lezen en dan al de belangrijkste informatie hebt gekregen. Dat is de omgekeerde informatie van de chronologische volgorde. Die zou zijn:
Een 26-jarige man uit Michigan werd vorige week failliet verklaard [E1]. Hij stormde een restaurant in zijn woonplaats binnen met een geweer [E2] om daar een aantal mensen van hun geld te beroven [E3]. Een getuige belde de politie [E4] waarop de man werd gearresteerd [E5].
Het belangrijkste argument voor de omgekeerde volgorde is dat deze de journalist dwingt tot zo groot mogelijke objectiviteit. De informatie wordt gegeven in de volgorde van belang en daardoor is er weinig ruimte voor retorica of een eigen mening. Bovendien is de structuur handig voor redacties (als er ineens te weinig ruimte is, kun je het laatste stukje altijd wegsnijden) en voor lezers (als je geen zin meer hebt verder te lezen, weet je zeker dat je geen belangrijke informatie mist).
Er staat tegenover dat je de lezer niet echt dwingt tot verder lezen. Zeker een wat langere tekst die op deze manier gestructureerd is wordt gaandeweg natuurlijk per definitie steeds minder interessant.
Uit Rafiee’s onderzoek blijkt dat Nederlandse misdaadverslaggevers vrij strak aan het omgekeerde model vasthouden. Dat is ook wat de handboeken allemaal aanraden. Iraanse handboeken zien het model over het algemeen als wat ouderwets en raden aan het te kruiden, om vooral aandacht te besteden aan het misdaadnieuws als een verhaal, om de lezer er zo meer bij te betrekken. Zij kiezen daarom vaker een hybride volgorde die een beter verhaal oplevert dan de andere twee volgordes:
Een 26-jarige man uit Michigan, die vorige week in zijn woonplaats een aantal mensen had beroofd [E3], werd dezelfde avond nog gearresteerd [E5]. Hij was eerder die dag failliet verklaard [E1], dus stormde hij een restaurant binnen en bedreigde de mensen met een geweer [E2]. Een getuige belde daarop de politie [E4].
Interessant bij dat alles vind ik dat de Iraanse journalisten aan dit soort hybride vormen de voorkeur geven omdat de streng-omgekeerde volgorde in hun ogen ‘ouderwets’ is. Dat zet het beeld op zijn kop dat de gemiddelde Nederlandse lezer zal hebben, namelijk dat wij juist reuzemodern zijn. De Iraanse journalisten zijn naar hun eigen idee onze moderniteit al voorbij.
Jona Lendering zegt
Geweldig leuk stuk, dank.
Kris zegt
@ Jona: Leuk?
Interessant alleszins. We lezen hier maar een beperkt deel van het onderzoek, maar het roept alleszins al vragen op. Bv. Waarom vindt Iran onze methode ouderwets? Dat heeft, vermoed ik, niets meer met taalkunde te maken. Of toch wel?